Categorie archief: slavernij

Gaat Den Haag van het Zeeheldenkwartier het Beatheldenkwartier maken ??

AD 11.06.2020

AD 11.06.2020

Vaderlandse “Helden”

Al eerder was er die discussie over onze vaderlandse geschiedenis met o.a. de rol van de VOC in het koloniale tijdperk. 

AD 19.06.2020

De rode draad in deze kwestie betreft de rol van de Vaderlandse “helden” versus de Slavernij.

PH 17.06.2020

Eigenlijk kan dan de naam van het Haagse Zeeheldenkwartier ook wel op de schop, zegt de Haagse kunstenaar Henk Augustijn semi-grappend.

,,Die zeehelden waren natuurlijk heel dubieuze figuren. Prins Hendrik was een eikel eerste klas”.

Waarom zouden we de wijk voortaan niet Beatheldenkwartier, of Rockheldenkwartier noemen. Dat is toch veel leuker?”

Door de dood van George Floyd is inmiddels de maatschappelijke onrust weer opgelaaid !!!

verder:

Beathelden

Op twee locaties in het Zeeheldenkwartier komen schilderingen van de Haagse rockgeschiedenis. De beroemde bands Shocking Blue en The Motions hadden in de jaren ’60 hun thuisbasis in het Zeeheldenkwartier en dat stukje geschiedenis wordt zo weer tot leven gebracht.

Op het transformatorhuisje op het Prins Hendrikplein komt een afbeelding van Shocking Blue zangeres Mariska Veres. Zij woonde een tijd in de Van Speijkstraat. Op de blinde muur van het hoekpand van de Zoutmanstraat en de Elandstraat komt de tekst van de eerste hit van The Motions te staan. Zanger Rudy Bennett woonde indertijd ook in de wijk.

In de Elandstraat en op het Prins Hendrikplein wordt de komende tijd gewerkt aan Muurschilderingen die er moeten komen ter herinnering aan The Motions en Shocking Blue, voor beide bands was het Zeeheldenkwartier hun thuishaven. De werkzaamheden beginnen komende maandag 17.08.2020 en de muurschilderingen staan op de rol om op 29 augustus 2020 te worden onthuld.

Een beeltenis van Shocking Blue-zangeres Mariska Veres zal te zien zijn op het transformatorhuisje op het Prins Hendrikplein. Van The Motions zal een stuk songtekst komen te staan op het hoekpand van de Elandstraat.

In de weken van werkzaamheden zal er in de Heldenhoek in het Zeeheldenkwartier een tentoonstelling zijn die gaat over beide bands uit de jaren 60, zo schrijft Zeeheldennieuws.

Den Haag Beatstad

Initiatiefnemer Henk Augustijn vindt dat er meer aandacht moet zijn voor de muzikale geschiedenis van Den Haag.

“Den Haag staat sinds de jaren ’60 bekend als de Beatstad van Nederland. Het was de bakermat van de ‘Nederbiet‘. Den Haag bracht vele roemruchte bands voort zoals Golden Earring, Q65, The Motions, Shocking Blue, Sandy Coast en Earth and Fire. Gek genoeg is daar weinig van terug te vinden in de stad.”

Om daar verandering in te brengen heeft Augustijn al op andere plekken in Den Haag muurschilderingen aangebracht van Q65, de Tielman Brothers en Golden Earring. Volgens hem mogen The Motions en Shocking Blue niet ontbreken.

Beide bands scoorden in de jaren ’60 van de vorige eeuw grote hits. The Motions was de eerste Nederlandse ‘beatgroep’ die in de hitparade terecht kwam. Van hun protestlied Wasted Words verkochten ze meer dan 25.000 exemplaren en daarmee behaalden ze nummer drie van de hitlijst.

Gitarist Robbie van Leeuwen verliet in 1967 de band en richtte Shocking Blue op. Die band maakte in 1969 het nummer Venus wat wereldwijd een enorm succes werd, met nummer één noteringen in onder andere Frankrijk, Spanje, Zuid Afrika, Australië en de Verenigde Staten.

Web: Zeeheldenkwartier

Lees: Discussie over standbeelden: ‘Ze zijn neergezet met een ideologisch doel’

Lees: Tientallen Britse standbeelden op nominatie om verwijderd te worden

Premier Mark Rutte (VVD), zelf historicus, vroeg zich indertijd zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen. Hij waarschuwde voor een nieuwe Beeldenstorm en zei dat we ook iemand als Jan Pieterszoon Coen niet alleen mogen beoordelen met de opvattingen van nu. Coen was in de zeventiende eeuw gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).

CDA-leider Sybrand Buma vindt de huidige discussie over ‘beladen namen’ uit de Nederlandse geschiedenis belachelijk, en is tegen het wegmoffelen van die namen. ‘Alsof je door beelden omver te werpen en namen uit te wissen een beter mens wordt,’ zei hij toen in een interview met AD over de ophef over het Mauritshuis.

Zie ook: De Vaderlandse “Helden” onder grote druk !!!

zie ook: De kwestie “Het Mauritshuis” het begin van de Haagse beeldenstorm ??

Zie ook: Terugblik onthulling geveltekst Golden Earring Haagse Terletstraat 06.05.2017

Zie ook: Geveltekst Golden Earring Haagse Terletstraat

Op het Almeloplein werd in 2016 een songtekst van de Q65 op een gevel aangebracht.

Zie ook: Spreuken op de Haagse muren

Zie ook: Graffiti kunstwerk Q65 op de Soestdijksekade onthuld

Zie ook: Joop Roelofs gitarist van de Haagse band Q65 overleden

Muurschilderingen als eerbetoon aan Shocking Blue en The Motions in de maak

Den HaagFM 12.08.2020 In de Elandstraat en op het Prins Hendrikplein wordt de komende weken gewerkt aan muurschilderingen die er moeten komen ter herinnering aan The Motions en Shocking Blue, voor beide bands was het Zeeheldenkwartier hun thuishaven. De werkzaamheden beginnen komende maandag en de muurschilderingen staan op de rol om op 29 augustus te worden onthuld.

Een beeltenis van Shocking Blue-zangeres Mariska Veres zal te zien zijn op het transformatorhuisje op het Prins Hendrikplein. Van The Motions zal een stuk songtekst komen te staan op het hoekpand van de Elandstraat.

In de weken van werkzaamheden zal er in de Heldenhoek in het Zeeheldenkwartier een tentoonstelling zijn die gaat over beide bands uit de jaren 60, zo schrijft Zeeheldennieuws.

Mariska Veres, zangeres van Shocking Blue, wordt vereeuwigd in Zeeheldenkwartier. Kunstenaar Marcello gaat een schildering maken die waarschijnlijk zal worden afgebeeld op het transformatiehuisje op het prins Hendrikplein © Henk Augustijn

Mariska Veres vereeuwigd in kunstwerk: ‘Weg met die zeehelden, maak er Beatheldenkwartier van’

AD 11.06.2020 Mooie Mariska krijgt haar eigen plekje in het Zeeheldenkwartier. Kunstenaar Marcello maakt een schildering van de zangeres van Shocking Blue die  in 1969 met Venus een kanjer van een hit scoorde in Amerika. Haar beeltenis prijkt na de zomer waarschijnlijk op een transformatorhuisje op het Prins Hendrikplein.

Even verderop, op de hoek  van de Zoutmanstraat en de Elandstraat, moet de wijk een tweede herinnering krijgen aan de Haagse beat. Op de blinde muur van het hoekpand  zullen straks de vier coupletten te lezen zijn van Wasted Words, de eerste hit van The Motions, de band van de Haagse gitarist Robbie van Leeuwen die een paar jaar later Shocking Blue begon.

Ja, het Zeeheldenkwartier mag zich de bakermat noemen van deze beroemde bands uit de jaren 60, zegt de 62-jarige Haagse kunstenaar Henk Augustijn. Hij  maakte de bloeiperiode van de Haagse muziek als jongetje mee. ,,Ik weet het nog heel goed”, lacht hij. ,,Destijds was iedereen verliefd op Mariska Veres, het meisje uit de Van Speijkstraat.’’

Roze Cadillac

Augustijn vindt dat de glorietijd van de Haagse muziek meer geëerd mag worden. De eerste reacties op zijn plan voor het Zeeheldenkwartier zijn ook positief, zoals hij eerder al veel lof kreeg toegezwaaid in Escamp. Daar liet de kunstenaar in 2016 op het Almeloplein een tekst van de al even beroemde Haagse beatband Q65 op een gevel vereeuwigen. Bij de onthulling was het ongekend druk en reed oud-gitarist Joop Roelofs trots rond in een roze Cadillac.

Alleen op de geveltest was wat kritiek, herinnert Augustijn zich. ‘This is my life of sadness’ luidt de eerste regel. ,,Of dat niet leuker kon, vroegen sommigen zich af. Nou, zei ik, niemand loopt  voor zijn plezier het Almeloplein op, hoor.”

Op de gevel van een flat op het Almeloplein wordt in 2016 een tekst onthuld van de Haagse band Q65 die opgroeide in de buurt. Q65-gitarist Joop Roelofs (uiterst rechts) rijdt er in een sportwagen langs.

Op de gevel van een flat op het Almeloplein wordt in 2016 een tekst onthuld van de Haagse band Q65 die opgroeide in de buurt. Q65-gitarist Joop Roelofs (uiterst rechts) rijdt er in een sportwagen langs. © Henk Augustijn

Een jaar later moest de politie de Terletstraat zelfs afzetten, toen er een enorme menigte op de onthulling van een geveltekst van de Golden Earring was afgekomen. ‘It’s good to be back home’ luidt de tekst, die sindsdien boven de deur van het ouderlijk huis van bassist Rinus Gerritse staat, de plek waar de prille Haagse band wel eens oefende.

Ik weet nog dat ik zelf eerst opteerde voor de tekst van het nummer ‘Please go’. Vond ik wel humor, zo boven het Haagse trappor­tiek

,,Ik weet nog dat ik zelf eerst opteerde voor de tekst van het nummer ‘Please go’. Vond ik wel humor, zo boven het Haagse trapportiek”, vertelt Henk Augustijn. ,,Maar dat vond men uiteindelijk toch niet zo’n heel erg goed idee.’’

Gruppo

De kunstenaar hoopt na de zomer een fiat te hebben voor de geveltekst van The Motions en de afbeelding van zangeres Mariska Veres in het Zeeheldenkwartier. Het zou weer een mooie mijlpaal zijn in zijn strijd voor een levendige herinnering aan de Haagse beat. ,,Veel Hagenaars vinden het prachtig”, zegt hij. ,,Ik denk dat ik echt iets heb aangeboord.”

En misschien kunnen we nog een stap verder gaan, filosofeert Augustijn. In het Zeeheldenkwartier woonden niet alleen de leden van de Motions en Shocking Blue, ook Barry Hay van de Golden Earring vertoefde er, net als zangeres Anouk, Spike van Di-rect en  Hans van den Burg, de bandleider van het in de jaren 80 zo populaire Gruppo Sportivo.

Eigenlijk kan de naam van het Haagse Zeeheldenkwartier ook wel op de schop, zegt de Haagse kunstenaar semi-grappend. ,,Die zeehelden waren natuurlijk heel dubieuze figuren. Prins Hendrik was een eikel eerste klas. Waarom zouden we de wijk voortaan niet Beatheldenkwartier, of Rockheldenkwartier noemen. Dat is toch veel leuker?”

Geen Migratiemuseum door het Coalitieakkoord 2018 – 2022 – de nasleep

Hoge Zand in het centrum van Den Haag

Definitief einde

Het veelbesproken Migratiemuseum blijkt een jaar geen huur te hebben betaald aan de gemeente voor het gebruik van het voormalige pand van Concordia aan het Hoge Zand in het centrum van de stad. Ondanks ‘herhaald aandringen’ werd de rekening niet voldaan.

Telegraaf 31.01.2020

Daarom is het huurcontract al in augustus vorig jaar door de rechter ontbonden. Toch weigert het museum het pand te verlaten. Voor de gemeente is de maat nu vol. Nog deze maand wordt een deurwaarder ingezet om het gebouw te ontruimen.

Voormalig directeur Wim Manuhutu is verantwoordelijk voor de ‘administratieve en bestuurlijke chaos’ bij het Migratiemuseum in Den Haag. Dat stelt de Raad van toezicht van het museum in een verklaring. De toezichthouders zouden inmiddels ook Aangifte bij de politie tegen hem hebben gedaan. ‘Hij is overduidelijk in gebreke gebleven.’

Nog deze maand wordt een deurwaarder ingezet om het gebouw te ontruimen. Ook zijn de plannen voor de toekomst op dit moment zo slecht onderbouwd dat het museum vooralsnog niet hoeft te rekenen op subsidie van de gemeente, aldus wethouder Bert van Alphen (GroenLinks, integratie).

Terugblik

Het idee om in Den Haag een Migratiemuseum op te richten werd begin 2018 bekend gemaakt door toenmalig wethouder Rabin Baldewsingh (PvdA, integratie).

Het museum moest de geschiedenis tonen van de migratie naar Den Haag en aandacht besteden aan de ‘huidige culturele diversiteit van de stad’. Er zouden in het gebouw ook tentoonstellingen, debatten, manifestaties en filmvoorstellingen worden gehouden.

Flink betalen

De gemeente was bereid daarvoor flink te betalen. Naast een miljoen euro voor de verbouwing van het voormalig Theater Concordia, zou de stad nog voor een periode van drie jaar 350.000 euro per jaar beschikbaar stellen voor de exploitatie.

Het museum kent een turbulente geschiedenis. Toenmalig wethouder Rabin Baldewsingh (PvdA) maakte begin 2018 bekend dat hij voormalig theater en zalencomplex Concordia aan het Hoge Zand wilde laten ombouwen tot een Migratiemuseum. Daarvoor had hij ook een miljoen euro over en 350.000 euro structureel per aar.

Twee maanden later bleek echter dat de partijen die onderhandelden over een nieuwe coalitie in Den Haag (Groep de Mos, VVD, D66 en GroenLinks) niets zagen in de komst van het museum. Zij schrapten de jaarlijkse bijdrage van 350.000 euro. Baldewsingh was furieus. Tijdens zijn afscheidstoespraak in de gemeenteraad zei hij: ‘Dat is een klerestreek’.

Toch gewoon open

Ondanks dat er dus uiteindelijk  geen structurele subsidie kwam, ging het museum in september 2018 toch gewoon open. Directeur Manuhutu bleek toen nog optimistisch. ‘We gaan niet bij de pakken neerzitten en zullen de laatste maanden van dit jaar laten zien dat we van toegevoegde waarde zijn voor Den Haag.’

Protest

Met een open brief  aan het nieuwe Haagse college van Groep de Mos, VVD, D66 en GroenLinks protesteren migrantenorganisaties tegen het besluit om te stoppen met het Migratiemuseum.

Het Migratiemuseum zou komen in voormalig theater- en zalencomplex Concordia aan het Hoge Zand. Het vorige college van b en w stelde notabene alvast op 13 maart 2018 een miljoen euro beschikbaar voor het opknappen van het pand en het inrichten als museum.

Daarnaast kon het museum rekenen op gemeentelijke subsidie tot 2028. Voor de eerste drie jaar gaat het om een bedrag van 350.000 euro per jaar. Vanaf 2021 wordt het bedrag afgebouwd tot nul in 2028.

Doel

Het Migratie Museum gaat inzichten verschaffen en achtergronden geven over Den Haag als stad van verschillende culturen; van oudsher komen hier allerlei volken naartoe.

Zo herbergt Den Haag inmiddels de grootste hindoestaanse gemeenschap op het Europese vasteland (50.000 mensen) en ook de grootste Poolse gemeenschap (20.000) buiten Polen. Meer dan de helft van het totaal aantal (530.000) inwoners van Den Haag heeft zijn familie-roots buiten Nederland (zowel westers als niet-westers).

zie ook: Geen Migratiemuseum door het Coalitieakkoord 2018 – 2022

zie ook: Het Haagse Slavernijmonument

zie ook: Werelderfgoeddagen Slavernijverleden in Den Haag 11, 12 en 13 september 2015

zie ook:  Demonstratie 15.02.2015 Nationale Herdenking Slavernijverleden op het Haagse Plein

zie ook: Tentoonstelling ‘Verbreek de ketenen’ 150 jaar afschaffing van de slavernij

Haags Migratie Museum is failliet, gemeente hoopt nog op twee ton

AD 29.01.2020 Het Haagse Migratie Museum is gisteren door de rechter failliet verklaard. Het museum kwam onlangs in opspraak, omdat het de gemeente Den Haag nog een bedrag van ongeveer twee ton verschuldigd zou zijn.

Het faillissement werd aangevraagd door de raad van toezicht van het Migratie Museum die eerder al aangifte deed tegen directeur Wim Manuhutu. ‘De directeur heeft het Migratie Museum in grote administratieve en financiële chaos achtergelaten’, schreef voorzitter Harriëtte Verwey van de raad van toezicht anderhalve week  geleden in een verklaring.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Onvindbaar

Wim Manuhutu legde in juli per email zijn functie als directeur neer en zou sindsdien onvindbaar zijn. Volgens Haags wethouder Bert van Alphen is het museum de gemeente een bedrag van nog bijna 140.000 euro verschuldigd aan ten onrechte ontvangen subsidie. Ook wil de gemeente nog een bedrag van pakweg 50.000 euro terugzien aan achterstallige huur.

Wethouder Van Alphen van GroenLinks is diep teleurgesteld over de gang van zaken bij het Migratie Museum. ,,Het is heel triest dat het door dit soort zaken niet lukt om het Migratie Museum in Den Haag in stand te houden’’, zei hij al eerder.

Aandringen

Het Migratie Museum is al in januari 2019 gestopt met het betalen van huur voor het gemeentelijke Concordia-pand in de binnenstad. Ook na herhaaldelijk aandringen bleef het museum in gebreke. Daarom schakelde Den Haag de rechter in die de huurovereenkomst in augustus ontbond.

Directeur Wim Manuhutu leverde ook nooit de verplichte accountantsverklaring in en kon ook maar een deel van de subsidie-uitgaven verantwoorden, stelt het stadsbestuur. Daarom wil Den Haag 140.000 euro van de in totaal 410.000 euro aan uitgekeerde subsidie terugzien.

‘Klerestreek’

Het Migratie Museum werd begin 2018 mogelijk gemaakt door PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh. De jarenlange subsidie die hij had geregeld sneuvelde echter enkele maanden later bij onderhandelingen over een nieuw stadsbestuur zonder de sociaal-democraten.

Baldewsingh was woest: ,,Dit is een klerestreek”, fulmineerde hij bij zijn afscheid. En: ,,Dit is een signaal aan de stad: ‘jullie migranten moeten wij niet’. Een symbool van verbinding wordt zomaar om zeep geholpen.’’

“Directeur is verantwoordelijk voor chaos bij Migratiemuseum”

Den HaagFM 21.01.2020 Voormalig directeur Wim Manuhutu is verantwoordelijk voor de ‘administratieve en bestuurlijke chaos‘ bij het Migratiemuseum. Dat stelt de Raad van Toezicht van het museum in een verklaring. De toezichthouders zouden inmiddels ook aangifte bij de politie tegen hem hebben gedaan. “Hij is overduidelijk in gebreke gebleven.”

Met de verklaring reageert de Raad van Toezicht op het besluit van de gemeente Den Haag om hard in te grijpen. Het museum blijkt een jaar geen huur te hebben betaald voor het gebruik van het gebouw aan het Hoge Zand in het centrum van de stad. Ondanks ‘herhaald aandringen’ werd de openstaande rekening niet voldaan. Nog deze maand wordt een deurwaarder ingezet om het gebouw te ontruimen.

Aangifte tegen ‘onvindbare’ directeur Migratie Museum die ‘administratieve en financiële chaos’ achterliet

AD 21.01.2020 De raad van toezicht van het Haagse Migratie Museum heeft aangifte gedaan tegen haar directeur Wim Manuhutu. Dat laten ze weten in een verklaring op hun website. De man zou het museum in juli in een financiële chaos hebben achtergelaten en sindsdien onvindbaar zijn.

Vorige week bleek dat de stichting de gemeente nog twee ton schuldig is. Het gaat om niet betaalde huur en ten onrechte ontvangen gemeentesubsidie.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Het Migratie Museum is gevestigd in voormalig theater Concordia. © Google Streetview

Sinds 1 januari vorig jaar krijgt het Migratie Museum geen subsidie meer van de gemeente Den Haag. Uit een brief van wethouder Bert van Alphen aan de Haagse gemeenteraad blijkt dat het museum toen onmiddellijk gestopt is met het betalen van de huur voor het gemeentelijke Concordia-pand in de binnenstad.

Besteding van geld

Manuhutu was onder meer verantwoordelijk voor de besteding van het geld. ‘Toen deze goedkeurende accountantsverklaring steeds uitbleef, heeft de raad van toezicht direct, herhaaldelijk en indringend de bestuurder van het Migratie Museum aangesproken op zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid’, aldus de raad.

Manuhutu legde op 15 juli 2029 afgelopen jaar zijn functie neer middels een mail. ‘Het museum in administratieve en financiële chaos achterlatend.’ Hij is nog steeds onvindbaar.

Raad van toezicht: ‘Directeur is verantwoordelijk voor chaos bij Migratiemuseum’

OmroepWest 20.01.2020 Voormalig directeur Wim Manuhutu is verantwoordelijk voor de ‘administratieve en bestuurlijke chaos’ bij het Migratiemuseum in Den Haag. Dat stelt de Raad van Toezicht van het museum in een verklaring. De toezichthouders zouden inmiddels ook aangifte bij de politie tegen hem hebben gedaan. ‘Hij is overduidelijk in gebreke gebleven.’

Met de verklaring reageert de Raad van Toezicht op het besluit van de gemeente Den Haag om hard in te grijpen. Het museum blijkt een jaar geen huur te hebben betaald voor het gebruik van het gebouw aan het Hoge Zand in het centrum van de stad. Ondanks ‘herhaald aandringen’ werd de openstaande rekening niet voldaan.

Nog deze maand wordt een deurwaarder ingezet om het gebouw te ontruimen. Ook zijn de plannen voor de toekomst op dit moment zo slecht onderbouwd dat het museum vooralsnog niet hoeft te rekenen op subsidie van de gemeente, aldus wethouder Bert van Alphen (GroenLinks, integratie).

Het idee om in Den Haag een Migratiemuseum op te richten werd begin 2018 bekend gemaakt door toenmalig wethouder Rabin Baldewsingh (PvdA, integratie). Het museum moest de geschiedenis tonen van de migratie naar Den Haag en aandacht besteden aan de ‘huidige culturele diversiteit van de stad’. Er zouden in het gebouw ook tentoonstellingen, debatten, manifestaties en filmvoorstellingen worden gehouden.

Flink betalen

De gemeente was bereid daarvoor flink te betalen. Naast een miljoen euro voor de verbouwing van het voormalig Theater Concordia, zou de stad nog voor een periode van drie jaar 350.000 euro per jaar beschikbaar stellen voor de exploitatie.

Twee maanden later bleek echter dat de partijen die onderhandelden over een nieuwe coalitie in Den Haag (Groep de Mos, VVD, D66 en GroenLinks) niets zagen in de komst van het museum. Zij schrapten de jaarlijkse bijdrage van 350.000 euro. Baldewsingh was furieus. Tijdens zijn afscheidstoespraak in de gemeenteraad zei hij: ‘Dat is een klerestreek’.

Toch gewoon open

Ondanks dat er dus geen structurele subsidie kwam, ging het museum in september 2018 toch gewoon open. Directeur Manuhutu bleek toen nog optimistisch. ‘We gaan niet bij de pakken neerzitten en zullen de laatste maanden van dit jaar laten zien dat we van toegevoegde waarde zijn voor Den Haag.’

Nu blijkt echter dat het museum de uitgaven die zijn gedaan niet kan verantwoorden. Een goedkeurende accountantsverklaring ontbreekt. Daarom moet van 137.433 euro van de 350.000 euro die al wel was betaald voor 2018 worden teruggestort.

Geen informatie

Manuhutu die vorige week op site van het Migratiemuseum nog als directeur ad interim stond vermeld, liet vrijdag na meerdere contactpogingen van Omroep West weten dat hij sinds augustus niet meer was verbonden aan het museum en dat hij daarom ‘geen actuele informatie’ kon geven.

Volgens de Raad van Toezicht is hij echter verantwoordelijk voor de ontstane problemen. De raad zelf zou ‘op afstand’ toezicht houden en de directeur zou ‘onder meer direct verantwoordelijk’ zijn voor een goedkeurende accountantsverklaring over de besteding van de financiële middelen.

De raad zegt in de verklaring: ‘Toen deze goedkeurende accountantsverklaring steeds uitbleef, heeft de Raad van Toezicht direct alert en herhaaldelijk en indringend de bestuurder van het Migratiemuseum aangesproken op zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid voor een goedkeurende verklaring van de besteding van de middelen. Helaas heeft dit niet geleid tot deze goedkeurende accountantsverklaring.

Niet bereikbaar

Volgens de toezichthouders is Manuhutu niet per augustus weg bij het museum, maar zou hij zelf op 15 juli 2019 per mail zijn functie hebben neergelegd. Daarbij zou het museum ‘in grote administratieve en financiële chaos’ hebben achtergelaten. ‘Nog steeds is de directeur niet bereikbaar voor de Raad van Toezicht en ook de accountant.

Inmiddels is door de Raad van Toezicht aangifte gedaan tegen de bestuurder Het geheel overziende is de Raad van Toezicht van oordeel dat de bestuurder overduidelijk in gebreke is gebleven en dat de Raad van Toezicht steeds adequaat heeft gehandeld.’

Hart voor Den Haag/Groep de Mos heeft in de Haagse gemeenteraad inmiddels ook schriftelijke vragen gesteld over de gang van zaken bij het museum. Die partij wil onder meer zekerheid dat de gemeente de stichting en de bestuursleden van het museum nooit meer een subsidie geven ‘omdat ze niet met geld kunnen omgaan’.

Meer over dit onderwerp: MIGRATIEMUSEUM RABIN BALDEWSINGH BERT VAN ALPHEN

Migratiemuseum wordt pand uitgezet: huur is niet betaald

OmroepWest 15.01.2020 Het veelbesproken Migratiemuseum blijkt een jaar geen huur te hebben betaald aan de gemeente Den Haag voor het gebruik van het pand aan het Hoge Zand in het centrum van de stad. Ondanks ‘herhaald aandringen’ werd de rekening niet voldaan.

Daarom is het huurcontract al in augustus vorig jaar door de rechter ontbonden. Toch weigert het museum het pand te verlaten. Voor de gemeente is de maat nu vol. Nog deze maand wordt een deurwaarder ingezet om het gebouw te ontruimen.

De huurachterstand wordt teruggevorderd, aldus de Haagse wethouder Bert van Alphen (GroenLinks). Bovendien zijn de plannen voor de toekomst op dit moment zo slecht onderbouwd dat het museum vooralsnog niet hoeft te rekenen op subsidie van de gemeente.

Het museum kent een turbulente geschiedenis. Toenmalig wethouder Rabin Baldewsingh (PvdA) maakte begin 2018 bekend dat hij voormalig theater en zalencomplex Concordia aan het Hoge Zand wilde laten ombouwen tot een Migratiemuseum.

Daarvoor had hij ook een miljoen euro over. Het museum moest niet alleen de geschiedenis tonen van de migratie naar Den Haag, maar ook aandacht besteden aan de ‘huidige culturele diversiteit van de stad’. Er zouden naast tentoonstellingen ook debatten, manifestaties en filmvoorstellingen komen.

Lang gekoesterde wens

De komst van het museum was een lang gekoesterde wens van Baldewsingh. En hij was bereid om daarvoor ook te betalen. Want naast een miljoen euro voor de verbouwing van het gebouw, zou de gemeente ook nog voor een periode van drie jaar 350.000 euro per jaar beschikbaar stellen voor de exploitatie.

Twee maanden later bleek echter dat de partijen die onderhandelden over een nieuwe coalitie in Den Haag (Groep de Mos, VVD, D66 en GroenLinks) niets zagen in de komst van het museum. Zij schrapten de jaarlijkse bijdrage van 350.000 euro. Baldewsingh was furieus.

Tijdens zijn afscheidstoespraak in de gemeenteraad in juni was die woede nog steeds niet verdwenen. ‘Dat is een klerestreek’, sprak hij toen over de actie van de nieuwe coalitie. ’53 procent van de mensen in de stad heeft een migratieachtergrond. Dit is een teken aan de stad: jullie migranten moeten wij niet. Een symbool van verbinding wordt om zeep geholpen.’

Gewoon open

In september 2018 ging het museum ondanks dat er geen structurele subsidie was, toch gewoon open. Dat kon, verklaarde de directeur, omdat de gemeente wel het bedrag voor dat jaar had overgemaakt. ‘Of we na dit jaar door kunnen, weet ik niet.

Dat wordt moeilijk, laten we daar geen doekjes om winden. Maar we gaan niet bij de pakken neerzitten en zullen de laatste maanden van dit jaar laten zien dat we van toegevoegde waarde zijn voor Den Haag’, verklaarde hij toen ook.

Maar nu blijkt dat het museum ook de uitgaven die dat jaar zijn gedaan niet op een goede manier kan verantwoorden. Volgens wethouder Van Alphen moet het bestuur van de stichting, zoals gebruikelijk, voldoen aan de voorwaarden die aan het verstrekken van subsidie zijn gesteld.

Meerdere verzoeken

Een van die voorwaarden is een goedkeurende accountantsverklaring. Maar die ontbreekt tot op de dag van vandaag, aldus Van Alphen. ‘Ondanks meerdere verzoeken van onze kant.’

Op basis van de stukken die het museum wél inleverde, kan slechts een deel van de 350.000 euro worden toegekend. En dat betekent dat de rest van het bedrag nog moet worden teruggevorderd door de gemeente. Hoeveel dat precies is, is niet bekend.

De wethouder ziet de toekomst ook niet al te rooskleurig. Het museum heeft van de gemeente nog de kans gekregen om plannen in te dienen om ‘de ontstane financiële situatie het hoofd te bieden’.

Van Alphen: ‘In de aangeleverde businesscase 2020-2024 troffen we in de begroting voor de komende vier jaar echter geen sluitende dekking en richt men zich voornamelijk op activiteiten die gericht zijn op zalenverhuur.

Voor de dekking wordt voor ongeveer 75 procent een beroep gedaan op structurele subsidie van de gemeente. Het college ervaart het plan hierdoor als te subsidieafhankelijk.’

Geen geld

Vandaar dat het museum nu ook geen geld meer krijgt van de gemeente. De wethouder: ‘Het college betreurt de ontstane situatie zeer, maar ziet geen andere mogelijkheid dan duidelijkheid en zorgvuldigheid te betrachten.’

Ondanks verschillende pogingen van Omroep West was het museum niet bereikbaar om te reageren op de huidige situatie.

Meer over dit onderwerp: MIGRATIEMUSEUM BERT VAN ALPHEN RABIN BALDEWSINGH

Omstreden Migratiemuseum wordt door gemeente ontruimd

Den HaagFM 15.01.2020 Het veelbesproken Migratiemuseum blijkt een jaar geen huur te hebben betaald aan de gemeente voor het gebruik van het pand aan het Hoge Zand in het centrum van de stad. Ondanks ‘herhaald aandringen’ werd de rekening niet voldaan.

Daarom is het huurcontract al in augustus vorig jaar door de rechter ontbonden. Toch weigert het museum het pand te verlaten. Voor de gemeente is de maat nu vol. Nog deze maand wordt een deurwaarder ingezet om het gebouw te ontruimen.

Het museum kent een turbulente geschiedenis. Toenmalig wethouder Rabin Baldewsingh (PvdA) maakte begin 2018 bekend dat hij voormalig theater en zalencomplex Concordia aan het Hoge Zand wilde laten ombouwen tot een Migratiemuseum. Daarvoor had hij ook een miljoen euro over en 350.000 euro structureel per aar.

Twee maanden later bleek echter dat de partijen die onderhandelden over een nieuwe coalitie in Den Haag (Groep de Mos, VVD, D66 en GroenLinks) niets zagen in de komst van het museum. Zij schrapten de jaarlijkse bijdrage.

In september 2018 ging het museum ondanks dat er geen structurele subsidie was, toch gewoon open. Dat kon, verklaarde de directeur, omdat de gemeente wel het bedrag voor dat jaar had overgemaakt. Nu blijkt dat het museum ook de uitgaven die dat jaar zijn gedaan niet op een goede manier kan verantwoorden.

Volgens wethouder Van Alphen moet het bestuur van de stichting, zoals gebruikelijk, voldoen aan de voorwaarden die aan het verstrekken van subsidie zijn gesteld. Vandaar dat het museum nu geen geld meer krijgt van de gemeente.

Migratiemuseum Den Haag: ‘We willen laten zien dat we bestaansrecht hebben’

OmroepWest 21.09.2018 Het gloednieuwe migratiemuseum in Den Haag gaat zaterdag open. Maar de kans is groot dat het eind van dit jaar alweer dicht moet. Het vorige gemeentebestuur beloofde een subsidie van 350 duizend euro per jaar. Maar de nieuwe coalitie die sinds juni aan het roer zit, zette een streep door deze belofte. De komende jaren krijgt het migratiemuseum geen geld meer.

De eerste tentoonstelling van het Migratiemuseum ‘Naar Holland’, kan doorgaan omdat de subsidie van dit jaar al is betaald. ‘Naar Holland’ gaat over de ervaringen van Indische Nederlanders die in de jaren vijftig naar Den Haag kwamen. Vrijdag wordt de laatste hand gelegd aan de opstelling van de tentoonstelling en aan de inrichting van de zalen. Het Migratiemuseum huurt het voormalige theater en zalencomplex Concordia aan het Hoge Zand.

Het was allemaal te danken aan het vorige college. Dat was enthousiast over het museum. Maar de nieuwe coalitie van Hart voor Den Haag/Groep de Mos, VVD, D66 en GroenLinks is dat niet. Tijdens de coalitieonderhandelingen sneuvelde de beloofde subsidie van de komende drie jaar.

Teleurgesteld

‘We zijn daar teleurgesteld over’, zegt directeur Wim Manuhutu. ‘Maar het is politieke realiteit. Of we na dit jaar door kunnen, weet ik niet. Dat wordt moeilijk, laten we daar geen doekjes om winden. Maar we gaan niet bij de pakken neerzitten en zullen de laatste maanden van dit jaar laten zien dat we van toegevoegde waarde zijn voor Den Haag.’

Het Migratiemuseum gaat verhalen vertellen over migratie. Het museum laat zien hoe de stad en de bewoners zijn beïnvloed door migratie. ‘Het Den Haag van nu is niet meer te vergelijken met het Den Haag van vijftig jaar geleden. Dat komt ook door migratie.’

Negatieve kanten

Het museum wil niet alleen de positieve verhalen van migratie vertellen, ook de negatieve kanten worden belicht. ‘Daar lopen we niet voor weg’, reageert Manuhutu. ‘Migratie heeft geschuurd en heeft discussies opgeleverd. Maar we willen laten zien dat het vooral belangrijk is om naar elkaar te luisteren want onbekend maakt onbemind.’

Manuhutu gaat op zoek naar nieuwe financiers en partijen om mee samen te werken. Ook hoopt hij met de openingstentoonstelling, critici te overtuigen. ‘Hoop doet leven. Door de komende maanden open te gaan en door mooie, waardevolle en nuttige dingen te laten zien, hopen wij te kunnen laten zien dat het Migratiemuseum bestaansrecht heeft.’

Meer over dit onderwerp: MIGRATIEMUSEUM OPEN TENTOONSTELLING MIGRATIE DEN HAAG

Migratie Museum komt gewoon met expositie ondanks streep door subsidie

AD 14.09.2018 De eerste expositie van het Migratie Museum in Den Haag wordt op 22 september geopend. In de tentoonstelling wordt de komst van zo’n 350.000 landgenoten van het vroegere Nederlands-Indië naar Nederland getoond. Directeur Wim Manuhutu wil – ondanks dat het voortbestaan van het museum onzeker is – laten zien wat het kan.

Met de tentoonstelling ‘Naar Holland’ wordt volgens Manuhutu laten zien wat andere groepen migranten ook ervaren: discriminatie, acceptatie en het zoeken naar een eigen plek en het vinden van een positie in een nieuwe maatschappij. De komst van de Indo’s was de eerste migratiestroom waar ons land na de Tweede Wereldoorlog mee te maken kreeg.

De expositie toont ervaringen en verhalen van betrokkenen in het tijdsbestek van 1952 tot 1956. Ook wordt er ingegaan op Den Haag. De stad was van oudsher al een ‘Indische stad’ en kreeg er door de migratiestroom nog meer binnen de grenzen.

Subsidie-heisa

In maart dit jaar werd bekend dat er een Migratie Museum in voormalig theater Concordia zou komen. Het college stelde een miljoen euro beschikbaar voor het opknappen van het pand en het inrichten als museum. De nieuwe coalitie – die werd samengesteld na de gemeenteraadsverkiezingen – zette daar echter een streep doorheen. De eerder toegezegde subsidies zouden doorlopen tot 2028 en langzaam worden afgebouwd, nu wordt de subsidie al in 2019 afgekapt. Het museum heeft daartegen bezwaar aangetekend. Hoewel de uitkomst nog onbekend is, zegt Manuhutu dat het beter is gewoon te beginnen om te laten zien wat het museum kan.

De expositie loopt van 22 september tot en met 28 oktober.

Steun of geen steun, Migratiemuseum gaat gewoon open

OmroepWest 14.09.2018  Het Migratie Museum gaat toch open ondanks het feit dat het volgend jaar geen subsidie krijgt van de gemeente Den Haag. Volgens directeur Wim Manuhutu is het beter gewoon te beginnen en te laten zien dat het museum een aanwinst is voor Den Haag. Het museum wil de laatste vier maanden van dit jaar gebruiken voor lezingen en tentoonstellingen in voormalig theater en zalencomplex Concordia aan het Hoge Zand. Het hoopt zo de politiek over te halen toch nog subsidie te geven.

Vanaf 22 september is de eerste tentoonstelling. Die gaat over de komst van ruim 350.000 landgenoten van het vroegere Nederlands-Indië naar Nederland. De komst van zoveel ‘Oosterse Nederlanders’ was de eerste migratiestroom waar Nederland mee te maken kreeg na de Tweede Wereldoorlog. De meesten vertrokken tussen 1945 en 1969 naar aanleiding van de onafhankelijkheid van Indonesië, omdat ze Nederlands staatsburger wilden blijven.

In de nieuwe republiek werd het voor hen steeds lastiger om te blijven. De grote overzeese reis naar Nederland volgde, maar eenmaal in Nederland was het moeilijk om een nieuw bestaan op te bouwen, onder meer door onbegrip en afgunst van de bevolking. Zo waren er misverstanden over voorzieningen die Indische Nederlanders, de zogenoemde Indo’s, al dan niet zouden krijgen van de overheid.

Den Haag Indische stad

De tentoonstelling ‘Naar Holland’ laat volgens directeur Wim Manuhutu zien wat andere groepen migranten ook ervaren: het zoeken naar een eigen plek en positie in een nieuwe maatschappij, discriminatie en acceptatie. Het gaat onder meer om ervaringen en verhalen van betrokkenen, met de nadruk op de periode van 1952 en 1956. Den Haag, waar ruim de helft van de bevolking een migratie-achtergrond heeft – zowel westers als niet-westers – was van oudsher een ‘Indische’ stad en kreeg door de instroom nog meer Indo’s binnen de grenzen. De expositie loopt tot en met 28 oktober.

LEES OOK: Scheidend wethouder Baldewsingh: ‘Als u de stad verdeelt, zal u haat oogsten’

Meer over dit onderwerp:MIGRATIE MUSEUM INDO NEDERLANDS INDIE

Migratie Museum opent deuren voor eerste tentoonstelling ‘Naar Holland’

Den HaagFM 13.09.2018 Het Migratie Museum opent op 22 september haar deuren voor de eerste tentoonstelling genaamd ‘Naar Holland’. Dit ondanks dat het museum niet de gewenste subsidie ontvangt. “In 2018 laten we heel Den Haag zien dat het Migratie Museum een aanwinst is voor de stad”, aldus directeur Wim Manuhutu op Den Haag FM.

Het museum moet een plek worden waar verhalen verzameld worden van mensen die om verschillende redenen naar Nederland zijn gekomen. “Meer dan de helft van de Hagenaars heeft een migratieachtergrond, maar we zijn er ook voor de mensen die dat niet hebben.”

De tentoonstelling ‘Naar Holland’ vertelt over de ervaringen van landgenoten met gemengde Europese en Aziatische achtergrond, “de zogeheten Indo’s”. Met deze insteek hoopt Manuhutu dat de gemeente anders zal oordelen over het verstrekken van subsidie. “Als we laten zien wat we betekenen voor Den Haag, hopen we dat de gemeente van mening verandert over het nut van ons museum.”

Deze eerste tentoonstelling is ontwikkeld door stichting Tong Tong en is in het museum aan het Hoge Zand 42 te zien van 22 september tot en met 24 oktober. Behalve maandagen is het Migratie Museum iedere dag geopend van 10.00 uur tot 17.00 uur.Holland’.…lees meer

Gerelateerd;

Gemeente trekt miljoenen uit voor migratiemuseum in Concordia 3 april 2018

Museum voor Communicatie na anderhalf jaar verbouwen weer open 2 november 2017

Tentoonstelling over 3D-printing in Museum voor Communicatie 3 november 2014

Het Haagse Slavernijmonument

Wandsculptuur ter herdenking

‘Het monument en de herdenking zijn bedoeld voor de gehele Haagse samenleving’, schrijft de adviescommissie. ‘Voor alle Hagenaars, ongeacht hun afkomst.

Door gezamenlijk het verleden te kennen en te erkennen, kan er worden gewerkt aan een gezamenlijke verwerking daarvan.’

AD 07.01.2021

AD 30.11.2019

Het slavernijmonument hoeft volgens de commissie ‘geen pompeus ruimtelijk monument’ te zijn, maar liever ‘een duidelijk zichtbare wandsculptuur ter markering van de rol die de stad Den Haag in de slavernij heeft vervuld’.

Als voorbeeld wordt het Joodse monument op het Rabbijn Maarsenplein gegeven.

Omdat er in Amsterdam al een Nationaal Herdenkingsmonument is, is het de bedoeling dat de herdenkingsplek in Den Haag een lokaal herdenkingsmonument wordt.

Het Haagse PvdA-raadslid Mikal Tseggai had vragen gesteld aan het stadsbestuur. ‘Zou het niet mooi zijn als juist Den Haag, de stad van Vrede en Recht, zich hard zou maken voor een officiele herdenking’, vertelde ze eerder aan mediapartner Den Haag FM. Ook wilde ze kijken of er een Haags slavernijmonument in Den Haag kan komen.

De Haagse CDA-fractie maakte eind september 2013 bekend dat zij zich willen inzetten voor een slavernijmonument. CDA-gemeenteraadslid Mitra Rambaran is een van de initiatiefnemers. Het monument zou in het Zuiderpark moeten komen.

LEES OOK: Norder: Slavernijmonument past bij Den Haag

Zie ook: Werelderfgoeddagen Slavernijverleden in Den Haag 11, 12 en 13 september 2015

Zie ook: Demonstratie 15.02.2015 Nationale Herdenking Slavernijverleden op het Haagse Plein

Zie ook: Tentoonstelling ‘Verbreek de ketenen’ 150 jaar afschaffing van de slavernij

Rabin Baldewsingh blij en kritisch over de komst slavernijmonument

Den HaagFM 07.01.2020 Rabin Baldewsingh, oud-wethouder van de Partij voor de Arbeid in de gemeente, is blij en kritisch over de komst van het slavernijmonument. Hij deed onderzoek naar de haalbaarheid van het idee en diende zijn bevindingen vorig jaar in. Het college heeft woensdag bepaald dat het monument er komt. ‘Dat is goed nieuws, maar waarom pas in 2023?’

De komst van het monument wordt over de huidige collegeperiode heen getild. Dat zorgt bij Baldewsingh voor zorgen. ‘Waarom duurt het zo lang? Waarom moet het monument pas in 2023 komen?’, vraagt de oud-wethouder zich af. Hij heeft een nare bijsmaak gekregen na het debacle rondom het migratiemuseum, dat eerst ook werd goedgekeurd, maar door het volgende college werd teruggedraaid. ‘Uitstellen zorgt voor onzekerheden.’

Een tweede kritische noot van Baldewsingh is dat het advies om een comité aan te stellen van tafel is geveegd. ‘Het moet voor de hele stad zijn. Laat er dan ook een comité zijn die het proces begeleid. Maar dat wil het college niet. Zij zeggen: “Als de doelgroep het wil, moeten ze het regelen”, maar dan duw je dit initiatief weer in de etnische hoek.’

Dus roept de oud-wethouder op: realiseer het in deze collegeperiode. “Laat er nu actie zijn. Zelfs Hoofddorp heeft een monument. En overweeg nogmaals de komst van een comité, zodat het een monument van de stad Den Haag wordt en niet van één etnische groep. Het is onze gedeelde geschiedenis.’

Den Haag krijgt een slavernijmonument: ‘Door te herdenken, staan we stil bij onze geschiedenis’

AD 07.01.2021 Den Haag krijgt over twee jaar een eigen slavernijmonument. In 2023 vindt ook de 160ste herdenking van de afschaffing van de Trans-Atlantische slavernij plaats. ,,In mijn ogen een mooi moment voor de oprichting van een Haags herdenkingsmonument, waar velen in de stad naar streven’’, aldus de Haagse wethouder Bert van Alphen.

,,Door te herdenken en te vieren, staan wij stil bij onze geschiedenis”, legt hij uit. STROOM, het Haags centrum voor beeldende kunst, is verzocht de mogelijkheden te onderzoeken voor het oprichten van een monument. Aan de hand daarvan zal een concreet voorstel, inclusief de kosten van het monument, worden gepresenteerd.

Lees ook;

Herdenking

Ook wil Van Alphen een jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij in Den Haag. Hiervoor zal jaarlijks een bijdrage beschikbaar worden gesteld uit het budget voor integratie. De gemeente gaat binnenkort met de Afro-Surinaamse organisatie ‘Samen Sterk’ overleggen over de wijze waarop de jaarlijkse herdenking kan plaatsvinden en de financiële middelen die daarmee gemoeid zullen zijn.

,,Ik ben van mening dat een herdenking zich niet slechts moet beperken tot de Afro-Surinaamse en Antilliaanse samenleving, maar dat de totale Haagse samenleving hierbij betrokken moet worden’’, aldus Van Alphen.

Het oprichten van een permanent herdenkingscomité, zoals ook voorgesteld, vindt hij niet de verantwoordelijkheid van de gemeente. Wel is de wethouder bereid particuliere initiatieven te ondersteunen om tot een herdenkingscomité te komen. Voorwaarde is wel dat dit een afspiegeling is van de Haagse samenleving.

Keti Koti

Al in 2018 is door de gemeenteraad een motie aangenomen over de officiële herdenking en een monument ter nagedachtenis aan Keti Koti (afschaffing slavernij). Een onafhankelijke commissie is daar al die tijd mee bezig geweest. Er zijn onder meer gesprekken geweest met vertegenwoordigers van Haagse (Afrikaanse) gemeenschappen.

Den Haag krijgt vanaf 2023 herdenking en monument voor slavernijverleden

OmroepWest 06.01.2021 Den Haag krijgt een slavernijmonument. De bedoeling is dat het in 2023, tijdens de 160ste herdenking van de afschaffing van de Trans-Atlantische slavernij, wordt onthuld. Het Haagse centrum voor beeldende kunst Stroom is gevraagd om na te denken over een ontwerp, schrijft wethouder Bert van Alphen (GroenLinks) in een brief aan de gemeenteraad.

Over de komst van zo’n monument wordt in de Haagse politiek al jaren gediscussieerd. Eerder leek het erop dat het niet doorging omdat daarvoor ‘geen draagvlak’ zou bestaan. Toenmalig wethouder Rachid Guernaoui verklaarde ruim twee jaar geleden nog dat er ‘ruimte’ was voor een initiatief, maar dat niemand zich daadwerkelijk had gemeld om een monument te realiseren.

Tijdens een debat hierover in de Haagse raad, bleek echter dat een aantal organisaties en partijen wilden dat het er toch kwam. ‘Het gaat daarbij niet alleen om een monument, maar ook om duidelijk te maken wat voor stad wij willen zijn’, zei Gilberto Morishaw van de Bond voor Studenten Actie destijds. ‘Wij moeten ons verleden erkennen.’

Er is breed draagvlak voor

Guernaoui beloofde daarom dat er alsnog een onderzoek zou komen naar de haalbaarheid. Dat werd uitgevoerd door een commissie onder leiding oud-wethouder Rabin Baldewsingh. Die sprak met vertegenwoordigers van maatschappelijke en culturele organisaties én deskundigen. De conclusie was dat ‘in onze gemeente een breed draagvlak is voor een herdenkingsmonument en een daaraan gekoppelde jaarlijkse herdenking’.

‘Het monument en de herdenking zijn bedoeld voor de gehele Haagse samenleving’, schreef de adviescommissie. ‘Voor alle Hagenaars, ongeacht hun afkomst. Door gezamenlijk het verleden te kennen en te erkennen, kan er worden gewerkt aan een gezamenlijke verwerking daarvan.’

Het wordt geen ‘pompeus’ monument

Het slavernijmonument hoefde volgens de commissie ‘geen pompeus ruimtelijk monument’ te zijn, maar liever ‘een duidelijk zichtbare wandsculptuur ter markering van de rol die de stad Den Haag in de slavernij heeft vervuld’. Als voorbeeld werd het Joodse monument op het Rabbijn Maarsenplein gegeven. Het zou wel op een prominente plek moeten komen, bijvoorbeeld het Plein, Lange Voorhout of Paleistuin.

De huidige wethouder Van Alphen neemt de aanbevelingen van de commissie grotendeels over. Dat betekent dat er ook een jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij in Den Haag komt. De gemeente gaat hiervoor geld beschikbaar stellen. Daarvoor wordt contact gezocht met de Afro-Surinaamse organisatie ‘Samen Sterk’, die nu ook al een herdenking organiseert. Die bijeenkomst moet wel breed worden, vindt de wethouder. ‘Het moet zich niet slechts beperken tot de Afro-Surinaamse en Antilliaanse samenleving, maar de totale Haagse samenleving moet hierbij worden betrokken.’

‘Dit is een gedeelde geschiedenis’

GroenLinks-raadslid Serpil Ates zette zich samen met PvdA-fractieleider Mikal Tseggai in voor de komst van het monument. Zij is blij dat het er nu ook komt. ‘Slavernij is een gedeelde geschiedenis van ons allen’, zegt zij. ‘Dat moeten we erkennen. Maar ook dat we het met z’n allen hebben afgeschaft. Het is een zwarte bladzijde uit onze geschiedenis, waar we lering uit kunnen trekken. Zo’n monument kan verbindend werken.’

Ook Tseggai zegt ‘superblij’ te zijn. ‘Ik denk dat 2020 ons heeft laten zien dat er in de maatschappij nog veel littekens zijn door ons koloniale verleden’, stelt zij. ‘Het is goed om daarop terug te blikken.’ Wel vindt Tseggai dat het monument er eerder moet komen dan in 2023. Zij gaat proberen ook de wethouder daarvan te overtuigen.

LEES OOK: Pleidooi voor slavernijmonumenten in Den Haag

Meer over dit onderwerp: SLAVERNIJ SLAVERNIJMONUMENT MIKAL TSEGGAI SERPIL ATES BERT VAN ALPHEN

Amsterdam onderzoekt slavernijgeschiedenis en kijkt of excuses nodig zijn

NU 20.12.2019 Amsterdam laat onderzoek uitvoeren naar de rol van de stad in de slavernijgeschiedenis. Hieruit zou moeten blijken of excuses op hun plaats zijn, zo laat de gemeente vrijdag weten na een initiatiefvoorstel van zeven partijen in de gemeenteraad.

Die eventuele excuses zouden tijdens de slavernijherdenking op 1 juli gemaakt moeten worden.

Volgens de politieke partijen is er te weinig aandacht geweest voor de “schaduwkanten” van de geschiedenis van de stad. “Steden als Londen en Liverpool hebben de afgelopen jaren al hun excuses aangeboden voor hun rol in de trans-Atlantische slavernij.”

Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) is gevraagd om het onderzoek uit te voeren. Hierbij wordt gekeken naar de slavernij in Azië en Noord- en Zuid-Amerika. De resultaten worden in juni verwacht.

Excuses zijn voor zover bekend nog niet eerder volmondig gemaakt in Nederland. De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb heeft de regering dit jaar en vorig jaar opgeroepen om zich te verontschuldigen.

Lees meer over: Amsterdam  Binnenland

Amsterdams bestuur begint onderzoek naar slavernijverleden

Telegraaf 20.12.2019 Het Amsterdamse stadsbestuur laat volgend jaar onderzoek doen naar de rol van de hoofdstad in het slavernijverleden. Hiertoe heeft het college van burgemeester en wethouders deze week besloten, nadat een meerderheid in de gemeenteraad hier eerder dit jaar om had gevraagd.

Het onderzoek wordt gedaan door het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. De gemeente verwacht de resultaten in juni.

BEKIJK OOK: 

Amsterdam overweegt excuses slavernijverleden 

De onderzoekers kijken vooral naar de rol van het Amsterdamse stadsbestuur in de slavernij in Azië, Noord- en Zuid-Amerika. Veertig auteurs werken mee aan een bundel met artikelen die uiteindelijk meer inzicht in de geschiedenis moeten geven. Aan de hand van de uitkomsten bepaalt het stadsbestuur of het excuses gaat maken voor de rol van Amsterdam in de slavernij.

Zeven partijen in de raad hadden voorgesteld dit te doen tijdens de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli. Eerder zei verantwoordelijk wethouder Rutger Groot Wassink (GroenLinks) dat hij hier welwillend tegenover staat, maar wel eerst wil weten waar de stad precies verantwoordelijk voor is geweest.

De gemeente wil Amsterdammers betrekken bij het onderzoek en organiseert daarom een aantal keer een maatschappelijk debat over het slavernijverleden.

BEKIJK MEER VAN; sociale wetenschappen Rutger Groot Wassink Amsterdam Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis

Amsterdam onderzoekt slavernijverleden: eerste stap naar excuses?

AD 20.12.2019 Het Amsterdamse college zet een eerste stap naar excuses voor het slavernijverleden. Onderzoekers bekijken welke rol de stad precies speelde in de slavenhandel. Dit kan de opmaat zijn voor formele verontschuldigingen op 1 juli.

Het Internationaal Instituut voor Sociale ­Geschiedenis (IISG) in Amsterdam gaat onderzoeken op welke manier Amsterdamse stads­bestuurders de ‘aard en de omvang van Nederlandse betrokkenheid bij de wereldwijde slavernij hebben beïnvloed’, schrijft wethouder Rutger Groot Wassink (GroenLinks) vrijdag in een brief aan de gemeenteraad. Ook wordt gekeken naar de opvattingen en het beleid van het toenmalige stadsbestuur.

De opdracht is het gevolg van een initiatiefvoorstel dat deze zomer is ingediend door Denk, Bij1, GroenLinks, D66, PvdA, ChristenUnie en de SP. Zij droegen de gemeente op voorbereidingen te treffen voor excuses voor het slavernij­verleden. Als het aan deze partijen ligt, worden die uitgesproken op 1 juli 2020 tijdens Keti Koti, de herdenking van de afschaffing van de slavernij. Het zou een historisch moment zijn: ­Amsterdam is dan de eerste gemeente in Nederland die dit doet.

Risico van schadeclaims?

Groot Wassink zet het onderzoek in gang, maar wil nog niet garanderen dat de gemeente daadwerkelijk excuses zal aanbieden, zelfs als uit het onderzoek blijkt dat Amsterdam inderdaad een voorname rol heeft gespeeld in de slaven­handel. “We gaan eerst de balans opmaken en dan kijken of het passend is excuses te maken en hoe we dat gaan doen.” Hij zegt wel dat het college welwillend is over het voorstel van de raadsmeerderheid.

Juristen van de gemeente onderzoeken of ­excuses kunnen leiden tot schadeclaims. Groot Wassink: “We willen alles scherp hebben.”

Als Amsterdam excuses uitspreekt, zal dat zijn voor de rol van de gemeente en niet voor de ­betrokkenheid van individuele Amsterdammers. Volgens de Leidse historicus Karwan ­Fatah-Black heeft het toenmalige stadsbestuur een prominente rol gespeeld in het slavernij­verleden. Hij deed onderzoek naar de Sociëteit van Suriname, die de slavenhandel opzette. Amsterdam was voor een derde eigenaar hiervan.

Essaybundel

Een commissie onder leiding van oud-wethouder Andrée van Es, net als Groot Wassink van GroenLinks, zal de onderzoekers begeleiden. In deze commissie zitten onder anderen Bert de Vries, directeur van het Stadsarchief, Gert Oostindie, directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, antropoloog Gloria Wekker en historicus Leo Lucassen.

Het onderzoek wordt in juni gepubliceerd in een essaybundel. Volgens Groot Wassink is dat op tijd voor eventuele excuses op 1 juli.

Uitstekend op de hoogte

Dat Amsterdam een prominente rol heeft gespeeld in het slavernijverleden, kwam eerder dit jaar al naar boven in een studie van de Leidse historicus Karwan Fatah-Black (38). Hij publiceerde een boek over de Sociëteit van Suriname, de spil van de Amsterdamse betrokkenheid.

De gemeente was een van de drie eigenaren van deze Sociëteit, het bedrijf dat tussen 1683 en 1795 Suriname bestierde en daar een begin maakte met de handel in tot slaaf gemaakten die op de plantages moesten werken.

De Amsterdamse bestuurders, onder wie burgemeesters, waren volgens Fatah-Black uitstekend op de hoogte. Het besluit om Afrikanen naar Suriname te verschepen was zonder verdere discussie genomen, blijkt uit de notulen.

Kabinet: ‘Diepe spijt en berouw’

Het kabinet is tot nu toe niet verder gekomen dan ‘diepe spijt en berouw’ over het slavernijverleden. ‘Het kabinet kan de tijd niet terugdraaien, maar betreurt het ten zeerste dat slaver­nij onderdeel uitmaakt (sic) van onze gezamenlijke geschiedenis,’ schreef minister Kajsa Ollongren eerder dit jaar in een Kamerbrief.

De ‘diepe spijt en berouw’ die ze in dezelfde brief uitsprak is geen excuus, maar wel een klein stapje verder dan de woorden die toenmalig minister Roger van Boxtel uitsprak in 2001.

Het kabinet had destijds ‘diepe spijt, neigend naar berouw.’

Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam deed in 2018 al een oproep tot nationale excuses. In de Tweede Kamer vroeg Denk om een brief van het kabinet over de excuses.

In het buitenland hebben overheden al excuses aangeboden voor het slavernijverleden: Liverpool, Londen, Benin, Ghana, de Amerikaanse Senaat. In Nederland bood de Raad van Kerken in 2013 excuses aan.

 

Paleistuinen Den Haag Foto: Facebook

‘Het is tijd voor een slavernijmonument in Den Haag’

IdB 02.12.2019 Kan dat, een huwelijk tussen een ‘vrijgemaakte zwarte vrouw’ en een plantage-eigenaar? Dit soort bizarre vraagstukken waren er, in de tijd dat er slavernij was. Den Haag moet ook een slavernijmonument krijgen, vindt de Commissie Slavernijverleden, en het liefst in de Paleistuin.

De rol die Den Haag speelde in het slavernijverleden moet je niet onderschatten: onze stad heeft een groot koloniaal verleden. Den Haag speelde al vanaf de 17de eeuw een centrale rol in de totstandkoming, de handhaving en dus ook de afschaffing in 1863 van de slavernij (die trouwens heel traag ging).

 

Een Haagse familie met op de achtergrond een slaaf. Foto: Haags Historisch Museum

Paleistuin

De Commissie Slavernijverleden is duidelijk: Den Haag moet daarom net als Amsterdam een slavernijmonument krijgen. Zelf denken ze aan de Paleistuin als locatie van het monument. Maar ook het Lange Voorhout en het Plein worden genoemd als goede centrale plekken. Ook vinden zij een officiële herdenkingsdag passend: dit zou 30 juni of 1 juli moeten worden.

Breed draagvlak voor slavernijmonument

Den HaagFM 01.12.2019 Er is in Den Haag een breed draagvlak voor een herdenkingsmonument slavernijverleden én voor een jaarlijkse herdenking. Dat concludeert de Commissie Slavernijverleden Den Haag in haar adviesrapport .

“Daarmee wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor dit ongemakkelijke en beladen thema in onze gemeenschappelijke geschiedenis. Het monument en de herdenking zijn daarom bedoeld voor de gehele Haagse samenleving, voor alle Hagenaars, ongeacht hun afkomst. Door het gezamenlijk verleden te kennen en te erkennen, kan er worden gewerkt aan een gezamenlijke verwerking daarvan”, schrijft de adviescommissie onder voorzitterschap van oud-wethouder Rabin Baldewsingh.

Het stadsbestuur riep in februari een onafhankelijke commissie in het leven onder leiding van oud-wethouder Rabin Baldewsingh. Dat gebeurde nadat de gemeenteraad een motie over dit onderwerp had aangenomen.

De adviescommissie stelt nu als data voor herdenking en viering ook respectievelijk 30 juni en 1 juli 2020 voor.

Paleistuin krijgt mogelijk slavernijmonument: ‘Wandsculptuur voor Haagse rol in slavernij’

AD 30.11.2019 Den Haag moet een slavernijmonument krijgen, het liefst op een prominente locatie in de stad die gekoppeld is aan het koloniale verleden. Voorstanders van een dergelijk herinneringsmonument noemen het Plein en Lange Voorhout als geschikte locaties. Een commissie die in de afgelopen maanden onderzoek heeft gedaan naar het draagvlak van zo’n monument  suggereert de Paleistuin als mogelijke plek.

Of zo’n monument er daadwerkelijk komt, hangt af van de wil van de gemeente. Een onafhankelijke commissie onder leiding van oud-wethouder Baldewsingh heeft in opdracht van de raad sinds februari van dit jaar gesprekken gevoerd met diverse Haags-Afrikaanse gemeenschappen over de wenselijkheid van een monument. Ook is onderzoek gedaan naar een jaarlijkse herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij. Vrijdagavond heeft de commissie haar advies gepresenteerd aan wethouder Bert van Alphen (integratie).

Lees ook;

Wie het Centraal Station verlaat, wordt van twee kanten ‘gepakt’

Lees meer

Bijzondere Suriname-tentoonstelling voelt aan alsof je midden in het land staat

Bijzondere Suriname-tentoonstelling voelt aan alsof je midden in het land staat

Lees meer

De voorkeur gaat uit naar een duidelijk zichtbare wandsculp­tuur

Adviesnota

Uit gesprekken die de commissie heeft gevoerd met vertegenwoordigers van Haags-Afrikaanse organisaties, blijkt dat er geen behoefte is aan een pompeus monument. ‘De voorkeur gaat uit naar een duidelijk zichtbare wandsculptuur ter markering van de rol die de stad Den Haag in de slavernij heeft vervuld’, aldus de adviesnota. Het Joodse monument aan het Rabbijn Maarsenplein kan daarbij als voorbeeld dienen.

Manifestatie

De presentatie van een ontwerp voor het monument zou al in 2020 gekoppeld kunnen worden aan de herdenking van het trans-Atlantische slavernijverleden, een dag later gevolgd door een manifestatie, aldus de commissie. Behalve een jaarlijkse herdenking en viering, respectievelijk op 30 juni en 1 juli, zou er om de vijf jaar een grote manifestatie moeten komen.

Een andere aanbeveling van de commissie is om besturen van het Haagse onderwijs te verzoeken lesbrieven te ontwikkelen over het onderwerp. Ook Haagse musea en erfgoedinstellingen kunnen een rol spelen in de bewustwording rond het slavernijverleden.

De commissie vraagt de gemeente jaarlijks 250.000 euro vrij te maken voor alle activiteiten. Dat bedrag is exclusief de realisatie van een monument.

Advies: Den Haag moet slavernijmonument krijgen

OmroepWest 20.11.2019 Den Haag moet een slavernijmonument en een jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij krijgen. Ook moet er een lesprogramma komen voor alle Haagse scholieren en studenten. Zo luidt de aanbeveling van een onafhankelijke adviescommissie die dit heeft onderzocht.

Het advies is in handen van Omroep West !!

De onafhankelijke adviescommissie onder leiding van oud-wethouder Rabin Baldewsingh (PvdA) was op zoek naar draagvlak voor een monument in Den Haag. Daarbij werd gekeken naar een jaarlijkse viering of herdenking en hoe de andere erfgoedvieringen van migranten in de stad hieraan verbonden zouden kunnen worden.

De commissie is in het leven geroepen door het stadsbestuur van Den Haag, nadat raadsleden Serpil Ates (GroenLinks) en Mikal Tseggai (PvdA) hadden gevraagd om in gesprek te gaan met organisaties over ‘een goede haalbare invulling voor de herdenking van (de afschaffing van) de slavernij’.

Dit voorstel werd aangenomen, terwijl de verderstrekkende moties van Tseggai – om jaarlijks een officiële slavernijherdenking te houden en een om een permanent slavernijmonument op te richten – het niet haalden.

‘Breed draagvlak’

Opvallend is dat eind vorig jaar toenmalig wethouder Rachid Guernaoui (Hart voor Den Haag/Groep de Mos, Integratie) er destijds op wees dat er diverse keren overleg is geweest met vertegenwoordigers van de Afro-gemeenschappen in Den Haag over een herdenkingsmonument. Maar volgens hem was de belangstelling daarvoor steeds niet groot.

 Mikal Tseggai@MikalTseggai

Voor een slavernijmonument in #DenHaag was volgens @@RachidG⁩ ‘geen draagvlak’. Vandaag kwam deze kleurrijke groep vrouwen het tegendeel bewijzen! Zij deden hun verhaal en spraken in bij #raad070. Bedankt voor de steun, ook aan @@LeviOmmen⁩en @@bertmangil⁩!💪🏽

18:21 – 20 dec. 2018  Andere Tweets van Mikal Tseggai bekijken

Uit de gesprekken die de adviescommissie heeft gevoerd, blijkt dat ‘er in onze gemeente een breed draagvlak is voor een herdenkingsmonument en een daaraan gekoppelde jaarlijkse herdenking’. De adviescommissie heeft gesproken met vertegenwoordigers van maatschappelijke en culturele organisaties die zich bij dit onderwerp betrokken voelen. Daarnaast is er gesproken met een groep deskundigen uit het hele land. Hun inbreng is ook meegenomen in het advies.

Wandsculptuur

‘Het monument en de herdenking zijn bedoeld voor de gehele Haagse samenleving’, schrijft de adviescommissie. ‘Voor alle Hagenaars, ongeacht hun afkomst. Door gezamenlijk het verleden te kennen en te erkennen, kan er worden gewerkt aan een gezamenlijke verwerking daarvan.’

Het slavernijmonument hoeft volgens de commissie ‘geen pompeus ruimtelijk monument’ te zijn, maar liever ‘een duidelijk zichtbare wandsculptuur ter markering van de rol die de stad Den Haag in de slavernij heeft vervuld’. Als voorbeeld wordt het Joodse monument op het Rabbijn Maarsenplein gegeven. Omdat er in Amsterdam al een Nationaal Herdenkingsmonument is, is het de bedoeling dat de herdenkingsplek in Den Haag een lokaal herdenkingsmonument wordt.

Plein, Lange Voorhout of Paleistuin

De adviescommissie heeft ook al nagedacht over de plek waar het monument zou moeten worden geplaatst. In elk geval moet het ‘een prominente locatie in Den Haag zijn, die gekoppeld is aan het koloniaal verleden’. In de gesprekken die de commissie heeft gevoerd, werden onder andere het Plein en het Lange Voorhout genoemd. De commissie vindt zelf de Paleistuin een goede plek.

In de ideale situatie zou de sculptuur in 2020 moeten worden gepresenteerd. Zo kan de presentatie in dit jaar samenvallen met de herdenking van het slavernijverleden. Het liefst zou de commissie zien dat de dag na de presentatie van de sculptuur er een manifestatie plaatsvindt. Deze manifestatie moet elke vijf jaar worden gehouden. Hier is nog geen datum voor bedacht.

30 juni herdenking, 1 juli viering

Voor de herdenking van de slavernij en de viering van de afschaffing zijn wel al data voorgesteld: 30 juni (herdenking) en 1 juli (viering). Voor deze data is gekozen omdat het tussen andere herdenkingsmomenten valt, waar ook wordt stilgestaan bij de koloniale geschiedenis.

Het gaat binnen die koloniale context om vijf historische momenten: 5 juni (Hindoestaanse Immigratie), 1 juli (afschaffing slavernij), 9 augustus (Javaanse Immigratie), 15 augustus (bevrijding Nederlands-Indië) en 17 augustus (Tula, herdenking van de Curaçaose verzetsstrijder).

De vieringen en herdenkingen van deze vijf momenten moeten in de toekomst onder de coördinatie van een nieuw lokaal herdenkingscomité komen te vallen, die ook de herdenking van de slavernij en de viering van de afschaffing organiseren. De voorzitter van het comité zou standaard de burgemeester van Den Haag moeten zijn.

Geschiedenislessen op scholen over slavernijverleden

Om zoveel mogelijk mensen bij de herdenking en de viering te betrekken, wordt voorgesteld om ‘een breed en goed opgezet educatief en cultureel programma’ te bedenken, ‘dat met name, maar zeker niet exclusief, is gericht op jongeren’, schrijft de adviescommissie.

‘In dit programma zou het verhaal van het slavernijverleden en de koloniale geschiedenis in openheid moeten en kunnen groeien en als ‘verborgen en ongemakkelijke geschiedenis’ uit de schaduw worden gehaald, om uiteindelijk een eigen en niet beladen, vaste plek in het collectief geheugen te verwerven. Het gaat om het gedeelde verleden, maar vooral ook om de gezamenlijke toekomst.’

Hierbij moeten alle openbare bibliotheken in Den Haag en alle Haagse scholen van het primair, voortgezet en hoger onderwijs meedoen. Op de Haagse scholen moeten scholieren en studenten tijdens de geschiedenislessen kennismaken met de geschiedenis van de slavernij. Om dat voor elkaar te krijgen moeten er lesbrieven worden ontwikkeld. Ook Haagse musea en erfgoedinstellingen, zoals het Haags Historisch Museum, het Haags Gemeentearchief en het Museon, moeten hierin een rol van betekenis vervullen.

Nationale aandacht

De hoop is dat met al deze aanbevelingen – als deze door het stadsbestuur worden overgenomen – het programma rondom de herdenking en de viering een landelijke uitstraling krijgt, ‘waaraan ook in de nationale media aandacht wordt gegeven’. Volgens de commissie is hier een structureel budget voor nodig, dat een groei kent naar het jaar 2023, want dan is het 160 jaar geleden dat de slavernij is afgeschaft.

De commissie denkt aan een structureel bedrag van een kwart miljoen euro. Dat is overigens exclusief de kosten voor het herdenkingsmonument. Wat het kunstwerk mag kosten, heeft de commissie niet aan het stadsbestuur voorgeschreven.

Het eindadvies wordt binnenkort aangeboden aan wethouder Bert van Alphen (GroenLinks, Emancipatie).

LEES OOK: ‘Stad Den Haag moet excuses aanbieden voor slavernijverleden’

Meer over dit onderwerp: DEN HAAG SLAVERNIJ SLAVERNIJMONUMENT LINK IN BIO

Tot ziens wethouder Rabin Baldewsingh PvdA !!! – deel 2

AD 10.02.2018

Hij wil geen afscheidsfeest, heeft zijn PvdA-speldje afgedaan, voelt zich verraden door partijgenoten en noemt de samenwerking in de Haagse coalitie ‘slecht’.

De wethouder stelt in het interview  met AD in dit verband nogal eufemistisch dat politiek een strijd is. “Ik ben een soldaat. Ik ga niet met de stroom mee. Alleen dooie vissen gaan met de stroom mee. Toen ik wethouder werd, was dat geen jongensdroom die uitkwam. Ik wilde de samenleving veranderen. Ik ben een echte rooie rakker,’’ aldus de wethouder in het AD

AD 10.02.2018

Verraden !!!

Wethouder Rabin Baldewsingh voelt zich verraden door zijn eigen partijgenoten. De politicus probeerde vorig jaar opnieuw voor de PvdA lijsttrekker te worden voor de gemeenteraadsverkiezingen, maar werd verslagen door fractievoorzitter Martijn Balster. “Ik ben geen diplomaat. Zeker als iemand mij naait, vergeet ik dat nooit.”

Jeltje van Nieuwenhoven

In een afscheidsinterview met de AD Haagsche Courant zegt de politicus woedend te zijn over wat hem is overkomen. Volgens Baldewsingh speelde Balster vals spel. “Zijn team heeft stemmen geronseld, ze hebben heel veel leden gebeld. Ik heb die ledenlijst niet!”

Baldewsing is vooral teleurgesteld in gemeenteraadslid Jeltje van Nieuwenhoven  die tegen hem stemde, omdat het tijd zou zijn voor een jonger iemand. “Hoelang heeft zij wel niet in de Tweede Kamer gezeten?! 24 jaar of zo!? Ik ben pas twaalf jaar wethouder.” Baldewsingh vindt het onverteerbaar dat ze hem nooit heeft gezegd hem niet meer te steunen. “Als je dagelijks met me praat en dit niet vertelt, is dat verraad. Jeltje heeft me verraden.” Sindsdien hebben de twee elkaar niet meer gesproken.

Dit was het laatste grote interview met wethouder Rabin Baldewsingh.

AD 10.02.2018

Excuses

Nederland moet excuses maken voor het slavernijverleden en een instituut of nationaal slavernijmuseum oprichten voor de zwarte bladzijde uit de vaderlandse geschiedenis. Die oproep doet de Haagse PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh in zijn laatste afscheidsinterview.

Slavernijmuseum

Baldewsingh groeide zelf op in Suriname, zijn grootvader werkte als contractarbeider kort na de afschaffing van de slavernij op de plantages. Zijn opa ging in 1913 mee in een van de in totaal 64 schepen van Calcutta (India) naar Suriname. ,,De omstandigheden waren voor hem vrijwel net zo slecht als voor de slaven die er daarvoor werkten.’’

De PvdA-wethouder vindt dat Nederland niet goed omgaat met het verleden als voortrekker van slavenhandel vanaf de Gouden Eeuw. ,,En dat voor een liberaal land als Nederland! Ik begrijp het niet: dit is het land waar mijn leraren mij alles leerden over alle religies, mij inburgerden. En uitgerekend hier is de discussie gekaapt door populisten, zodat we gevangen zitten in een kramp.’’

Met het appel van Baldewsingh klinkt de roep om een nationaal museum voor het slavernijverleden luider. Het Amsterdamse stadsbestuur trok vorig najaar een ton uit om de mogelijkheden van zo’n instituut te onderzoeken.

Ik ben een ouderwetse rooie rakker, aldus Rabin Baldewsing.

‘Sorry’

Baldewsingh: ,,Kijk: wij dèlen iets met elkaar. Het feit dat ik als Hindoestaanse Surinamer hier ben, komt omdat de witte Nederlanders dààr waren. Als je sorry zegt en zo’n nationaal instituut hebt, dan is de kous af.’’ De actuele discussie rond straatnamen of beelden van ‘foute’ Hollandse helden vindt Baldewsingh niks. ,,Een non-discussie!

Ben je besodemieterd, vriend: we gaan geen bordje weghalen omdat er een admiraal was die zich weleens schuldig zou kunnen hebben gemaakt aan het een of ander.’’

Rabin Baldewsingh vertrekt binnenkort na twintig jaar uit de Haagse politiek. In zijn afscheidsinterview blikt de PvdA-wethouder terug op de verloren lokale lijsttrekkerstrijd (‘ik ben verraden’), de moeizame vijfpartijencoalitie (‘een hell of a job’) en zijn werk: ,,Ik ben een ouderwetse rooie rakker.’’

lees ook: rabin Baldewsingh

zie ook: Tot ziens wethouder Rabin Baldewsingh PvdA !!! – deel 1

zie ook: PvdA – aftrap Haagse gemeenteraadsverkiezingen 21.03.2018

zie ook: Reactie wethouder Rabin Baldewsingh uitslag Turkije referendum

zie ook: Wethouder Rabin Baldewsingh PvdA luidt de noodklok

zie ook: Haagse Wethouder PvdA Rabin Baldewsingh struikelt over Desi Bouterse

zie ook: Haagse wethouder PvdA Rabin Baldewsingh praat voor zijn beurt over Desi Bouterse

en ook: De Bananenrepubliek Den Haag in oprichting ?

zie ook: PvdA in de steigers

zie ook: Het einde van de PvdA ??

zie ook: Moet de naam Generaal Spoorlaan verdwijnen in Rijswijk ??

zie ook: De kwestie “Het Mauritshuis” het begin van de Haagse beeldenstorm ??

zie ook: Werelderfgoeddagen Slavernijverleden in Den Haag 11, 12 en 13 september 2015

zie ook:  Demonstratie 15.02.2015 Nationale Herdenking Slavernijverleden op het Haagse Plein

zie ook:  Tentoonstelling ‘Verbreek de ketenen’ 150 jaar afschaffing van de slavernij

zie ook: Het foute standbeeld

zie ook: Ophef “Foute” illustratie op de zijkant van de Gouden Koets

zie ook: 26.01.2015 Aktie Michiel de Ruyter versus Michiel de Rover bij het Schaapvaartmuseum

verder ookRestauratie Haags Beeld Willem van Oranje

Wethouder Rabin Baldewsingh voelt zich verraden door de PvdA

Den HaagFM 11.02.2018 Wethouder Rabin Baldewsingh (grote foto) voelt zich verraden door zijn partijgenoten. De politicus probeerde vorig jaar opnieuw voor de PvdA lijsttrekker te worden voor de gemeenteraadsverkiezingen, maar werd verslagen door fractievoorzitter Martijn Balster. “Ik ben geen diplomaat. Zeker als iemand mij naait, vergeet ik dat nooit.”

In een afscheidsinterview met de AD Haagsche Courant zegt de politicus woedend te zijn over wat hem is overkomen. Volgens Baldewsingh speelde Balster vals spel. “Zijn team heeft stemmen geronseld, ze hebben heel veel leden gebeld. Ik heb die ledenlijst niet!”

Baldewsing is vooral teleurgesteld in gemeenteraadslid Jeltje van Nieuwenhoven (kleine foto) die tegen hem stemde, omdat het tijd zou zijn voor een jonger iemand. “Hoelang heeft zij wel niet in de Tweede Kamer gezeten?! 24 jaar of zo!? Ik ben pas twaalf jaar wethouder.” Baldewsingh vindt het onverteerbaar dat ze hem nooit heeft gezegd hem niet meer te steunen. “Als je dagelijks met me praat en dit niet vertelt, is dat verraad. Jeltje heeft me verraden.” Sindsdien hebben de twee elkaar niet meer gesproken. …lees meer

Gerelateerd;

PvdA: Baldewsingh en Balster willen lijsttrekker worden 20 mei 2017

Wethouder wil surfverbod toch invoeren 20 februari 2009

Rabin Baldewsingh: “Onder mijn leiding wordt PvdA grootste partij van Den Haag” 6 juni 2017

 

 

De kwestie “Het Mauritshuis” het begin van de Haagse beeldenstorm ??

Telegraaf 20.01.2018

Haagse Beeldenstorm ??

Het Mauritshuis in Den Haag heeft een beeld van naamgever Johan Maurits van Nassau Siegen niet uit het museum verwijderd zoals in het nieuws kwam.  Maar het beeld vervangen door een ander, authentiek, beeld. Dat zegt directeur Emilie Gordenker.

De buste van kunststof  is uit de foyer gehaald omdat die daar niet ‘in de juiste context’ kon worden geplaatst en van mindere kwaliteit was, zei Gordenker zondag in het tv-programma Buitenhof.

Het zorgde voor veel ophef. CDA-leider Sybrand Buma sprak van het wegmoffelen van ooit grote maar nu beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis.

Premier Mark Rutte (VVD), zelf historicus, vroeg zich zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen. Hij waarschuwde voor een nieuwe Beeldenstorm en zei dat we ook iemand als Jan Pieterszoon Coen niet alleen mogen beoordelen met de opvattingen van nu. Coen was in de zeventiende eeuw gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).

Dinsdag kondigde de Amsterdamse basisschool J.P. Coen aan dat het zijn naam verandert vanwege het koloniale verleden van de naamgever.

Met Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679) had Nederland een ambassadeur van formaat in Brazilië. Lees hier waarom hij iemand was om trots op te zijn >

‘Van naamsverandering is absoluut geen sprake’

Maar Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. ‘Was Rutte maar even komen kijken, dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake,’ zei de directeur.

AD 30.09.2020

Over de kwestie ontstond veel discussie op sociale media. Gordenker kondigde daarom aan dat iedereen die over het onderwerp heeft getwitterd, zowel voor- als tegenstanders, gratis het museum in mag. In een tweet nuanceerde het Mauritshuis dat korte tijd later: gratis toegang geldt alleen op zondag 28 januari.

Gordenker probeerde het beeld dat veel Nederlanders van Johan Maurits hebben wat bij stellen. Hij is de stichter van het Mauritshuis dat daarom al eeuwen zijn naam draagt, maar het is geen eerbetoon, benadrukte ze. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd. Johan Maurits wordt daar vereerd als een held, zei Gordenker.

Posthoorn 30.09.2020

Telegraaf 25.09.2020

AD 25.09.2020

AD 03.04.2019

AD 23.01.2018

Reacties

CDA-leider Sybrand Buma vindt de huidige discussie over ‘beladen namen’ uit de Nederlandse geschiedenis belachelijk, en is tegen het wegmoffelen van die namen. ‘Alsof je door beelden omver te werpen en namen uit te wissen een beter mens wordt,’ zegt hij zaterdag. Buma reageert in een interview met AD op de ophef over het Mauritshuis

Het Haagse museum haalde eerder de buste van Johan Maurits uit de foyer weg, omdat het op die plek ‘niet in de juiste context kon worden geplaatst’.

Andere namen geven, is ‘complete farce’, vindt Buma

‘Dit is meer en meer een grachtengordeldiscussie aan het worden,’ hekelt Buma. ‘Alsof je een historie mag en kan uitwissen; vergetende dat onze identiteit is ontstaan uit de geschiedenis.’ Volgens de CDA-leider wordt ‘de discussie over wat het is om een Nederlander te zijn’ meer een ijkpunt voor de komende vier jaar.

Eerder in Elsevier Weekblad

Koloniaal verleden: ophef over ‘foute’ straatnamen

Buma vreest voor het lot van andere Nederlandse historische figuren die momenteel onder vuur liggen, zoals de voormalig gouverneur-generaal van Nederlands-Indië J.P. Coen. De J.P. Coenschool in Amsterdam kondigde deze week aan ook van naam te willen veranderen, vanwege de beladenheid van de naam. ‘De discussie over de Coentunnel is ook al begonnen,’ waarschuwt Buma bovendien.

Telegraaf 15.09.2020

‘Natuurlijk is het ook van belang om de zwarte kanten van ons verleden te belichten, maar dan moet je geen namen gaan uitwissen om daarmee een moreel betere samenleving te worden. Het zou een complete farce zijn als we de Coentunnel opeens de Amsterdam Noord-tunnel Westbuis zouden noemen. Alsof mensen dan geen Coentunnel meer zeggen!,’ aldus Buma.

Ook premier Mark Rutte maakt zich zorgen. ‘Het is ons verleden. Wij zijn een land dat met z’n plussen en z’n minnen zich door de eeuwen heeft geknokt’, aldus Rutte in het radioprogramma Met Het Oog op Morgen. ‘Pas nou op om Jan Pieterszoon Coen te beoordelen met onze opvattingen van nu’, zegt de premier, die zelf historicus is.

AD 23.01.2018

Eerdere ophef over koloniale namen en beelden

Het is niet de eerste keer dat er ophef is over Nederlandse historische figuren. Afgelopen november maakte het Rotterdamse kunstcentrum Witte de With bekend van zijn naam af te willen omdat het was beschuldigd van ‘anti-zwartheid’. Ook was er eerder verzet tegen ‘koloniale’ straatnamen en standbeelden van Michiel de Ruyter en Jan Pieterszoon Coen.

Ook lieten activisten van de linkse groep De Grauwe Eeuw van zich horen. In enkele steden protesteerde de groep tegen ‘racistische’ evenementen en in Hoorn bekladden de actievoerders een aantal standbeelden, onder meer van J.P. Coen, die zij ‘een massamoordenaar verantwoordelijk voor koloniale terreur’ noemden.

D66 Rotterdam wil minder straten vernoemen naar ‘witte mannen’  Elsevier 21.02.2018

In Nederland zijn oude helden de boeven van nu – maar Urk wil juist straatnamen naar hen vernoemen VK 21.02.2018

Urk in opstand tegen ‘linkse apekool’ Telegraaf 21.02.2018

Urk wil J.P. Coenstraat: ‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen’ NOS 21.02.2018

URK EERT COEN EN DE RUYTER MET STRAATNAMEN BB 20.02.2018

Urk wil met J.P. Coenstraat signaal afgeven Telegraaf 20.02.2018

‘Foute’ straatnamen moeten blijven, maar politiek is wél voor extra uitlegbordjes schaduwkanten AD 02.02.2018

Anti-slavernij club dreigt Den Haag met dwangsom om ‘koloniale straatnamen’ AD 02.02.2018

Buurt heeft wel vrede met ‘Spoor’  AD 02.02.2018

Brief aan gemeenten: ‘Haal straatnaambordjes Generaal Spoor weg’  OmroepWest 24.01.2018

‘Straatnaam moet wijzigen: Generaal Spoor was moordenaar’ AD 23.01.2018

zie ook: Werelderfgoeddagen Slavernijverleden in Den Haag 11, 12 en 13 september 2015

zie ook:  Demonstratie 15.02.2015 Nationale Herdenking Slavernijverleden op het Haagse Plein

zie ook:  Tentoonstelling ‘Verbreek de ketenen’ 150 jaar afschaffing van de slavernij

zie ook: IS versus Beeldenstorm 21e eeuw

zie ook: Het foute standbeeld

zie ook: Ophef “Foute” illustratie op de zijkant van de Gouden Koets

zie ook: 26.01.2015 Aktie Michiel de Ruyter versus Michiel de Rover bij het Schaapvaartmuseum

verder ookRestauratie Haags Beeld Willem van Oranje

zie ook: Heropening Mauritshuis 27 juni 2014

zie: Mauritshuis definitief tijdelijk gesloten

zie ook: Collectie Mauritshuis tijdelijk naar Haags Gemeentemuseum

en ook: Mauritshuis wordt flink uitgebreid

In zaal acht is een permanente presentatie gekomen over de naamgever van het Mauritshuis, graaf Johan Maurits. © Henriette Guest

Mauritshuis belicht zijn controversiële naamgever: vaste expositie over Johan Maurits en zijn rol in slavenhandel

AD 25.09.2020 Het Mauritshuis gaat zijn naamgever Johan Maurits naar voren schuiven om met bezoekers en onderzoekers het debat aan te gaan over het onderwerp slavernij.

Als eerste stap heeft het museum binnen zijn gebouw een nieuwe vaste presentatie gemaakt met werken rond de bouwheer van het Mauritshuis.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Omlijst door topstukken uit de eigen collectie zoals het geschilderde portret van de naamgever door Jan de Baen en Gezicht op het eiland Itamaracá in Brazilië van Frans Post wordt het verhaal verteld van Johan Maurits’ rol als gouverneur van de kolonie Nederlands-Brazilië en zijn rol in de trans-Atlantische slavenhandel.

Toen ik kunstge­schie­de­nis studeerde en ik hier kwam, verbaasde het mij dat er nergens in het Maurits­huis werd gerefe­reerd aan de naamgever, aldus Martine Gosselink.

Slavenhandel

Buiten de nieuwe presentatie is het museum een historisch (archief) onderzoek begonnen naar zijn bestuursperiode in Brazilië. Uit een onlangs gepubliceerd artikel van onderzoeksleider Erik Odegard en Carolina Monteiro blijkt bijvoorbeeld dat Johan Maurits slaafgemaakte Afrikanen Brazilië in smokkelde en ze doorverkocht aan anderen. ‘Zeker in een slavensamenleving als Brazilië zou het eerder verrassend zijn geweest als Johan Maurits zich niet persoonlijk verrijkt zou hebben aan slavernij en slavenhandel’, schrijven zij.

Martine Gosselink is op 1 april begonnen als nieuwe directeur van het Mauritshuis. ,,Toen ik kunstgeschiedenis studeerde en ik hier kwam, verbaasde het mij dat er nergens in het Mauritshuis werd gerefereerd aan de naamgever”, zegt ze. ,,In zaal acht op de benedenverdieping vertellen we nu het verhaal waardoor de bezoeker zich meteen na binnenkomst een beeld kan vormen van zijn achtergrond.”

Weinig aandacht

Lange tijd was er nauwelijks aandacht voor de historische rol van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1670), die vooral werd gezien als een verlicht en tolerant bestuurder die kunstenaars en wetenschappers naar Brazilië haalde. Hij liet het Mauritshuis als zijn woonhuis bouwen en gebruikte daarvoor de inkomsten uit de suikerplantages in zijn kolonie.

In 1820 kocht de Nederlandse staat het gebouw om er het Koninklijk Kabinet van Schilderijen en Zeldzaamheden te vestigen. Het museum keek vooral met een kunsthistorische blik naar hem, bijvoorbeeld dat hij kunstenaars en wetenschappers mee naar Brazilië nam om er de natuur en zijn bewoners vast te leggen.

Twee schilderijen van Frans Post in de zaal zijn er een treffend voorbeeld van. De laatste jaren kwamen van buitenaf steeds meer vragen over de rol die Johan Maurits speelde in de slavernij. Er bestond publieke ophef toen het museum een kunststof replica van een marmeren borstbeeld weghaalde dat jarenlang in de foyer had gestaan.

We zouden onze naam kunnen veranderen, maar dat doen we bewust niet. Een museum wordt alleen maar sterker en krachtiger als het zijn eigen verhalen onder ogen ziet, aldus Martine Gosselink.

Martine Gosselink: ,,We zouden onze naam kunnen veranderen, maar dat doen we bewust niet. Een museum wordt alleen maar sterker en krachtiger als het zijn eigen verhalen onder ogen ziet. Daar gaan we verder onderzoek naar doen en daar gaan we het debat mee aan. Uiteindelijk hopen we zo ook nieuwe bezoekers aan ons te binden. Het verhaal van Johan Maurits doet niets af aan de cultuurhistorische waarde van onze collectie.”

Willem V

Ten onrechte wordt vaak gedacht dat de collectie van het Mauritshuis afkomstig is van de naamgever. De kern ervan komt echter voort uit de verzameling van stadhouder Willem V. In het voorjaar van 2019 wijdde het Mauritshuis, inspelend op alle commotie, onder de titel Bewogen Beeld een expositie aan zijn oorspronkelijke bewoner. Deze vormt de basis van de nieuwe vaste presentatie.

Hoewel Johan Maurits ‘slechts’ stichter en eerste eigenaar van het 17de-eeuwse huis is, roept zijn verleden bij velen vragen op. ,,Die gaan we niet uit de weg”, aldus Martine Gosselink.

Permanente aandacht in Mauritshuis voor rol slavenhandel Johan Maurits

AD 14.09.2020 Het Mauritshuis in Den Haag richt een permanente presentatie in over Johan Maurits, bouwheer en naamgever van het Mauritshuis.

Keek het museum eerder vooral naar de betekenis voor kunst, architectuur en wetenschap van Johan Maurits, nu heeft het vanaf 24 september ook blijvend aandacht voor zijn rol als gouverneur van de kolonie Nederlands-Brazilië en zijn optreden in de trans-Atlantische slavenhandel, aldus een woordvoerder.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Er wordt een hele zaal aan de graaf besteed. Daar gaat het niet om kunstwerken alleen. Twee onderzoekers van het Mauritshuis kwamen tot nieuwe inzichten over Johan Maurits (1604-1679) en de slavenhandel en die is er verwerkt in de tentoonstelling.

Eigen collectie 

Schilderijen die er komen te hangen zijn onder meer een portret van Johan Maurits door Jan de Baen, een door Frans Post geschilderd Gezicht op het eiland Itamaracá in Brazilië en een portret van Maria I Stuart met een bediende van de hand van Adriaen Hannema. Ze zijn uit de eigen collectie. Bij de kunstwerken zijn nieuwe teksten geschreven, waarin informatie is verwerkt uit het onlangs begonnen project Revisiting Dutch Brazil and Johan Maurits.

Johan Maurits is overigens niet degene die de kunst van het Mauritshuis verzamelde, dat deed stadhouder Willem V. Koning Willem I wees het Mauritshuis later aan als onderkomen voor de toenmalige kunstcollectie.

Suikerindustrie 

Het Mauritshuis besteedde vorig jaar tijdelijk aandacht aan Johan Maurits, met de expositie Bewogen Beeld – Op zoek naar Johan Maurits, en ook op de site van het museum is het een en ander over hem te vinden, waarbij ook al kort wordt ingegaan op zijn rol voor de suikerindustrie waar slaafgemaakte Afrikanen aan het werk werden gezet.

Het museum maakt op 24 september ook de vier onderzoekers bekend die in de komende periode verschillende aspecten van Nederlands-Brazilië en Johan Maurits nog nader gaan bestuderen.

Tentoonstelling over slavenhandel in Mauritshuis: deugt Johan Maurits wel of niet?

OmroepWest 14.09.2020 Museum Mauritshuis in Den Haag richt een permanente presentatie in over Johan Maurits, de bouwheer en naamgever van het Mauritshuis. Keek het museum eerder vooral naar de betekenis voor kunst, architectuur en wetenschap van Johan Maurits, nu heeft het vanaf 24 september ook blijvend aandacht voor zijn optreden in de trans-Atlantische slavenhandel en zijn rol als gouverneur van de kolonie Nederlands-Brazilië, aldus een woordvoerder.

Een hele zaal is ingericht om de persoon Johan Maurits graaf van Nassau-Siegen (1604-1679) te belichten. Twee onderzoekers van het Mauritshuis kwamen tot nieuwe inzichten over Johan Maurits en de slavenhandel en die is er verwerkt in de tentoonstelling.

In 2018 werd een buste van de naamgever van het Mauritshuis verwijderd uit het museum. Een jaar later werd gestart met een uitgebreid historisch onderzoek naar het verleden van de veldmaarschalk, want om het kort te zeggen: Deugt Johan Maurits nou wel of niet?

‘Hoeveel geld verdiende hij met de slavenhandel?’

In de geschiedenisboeken wordt Maurits meestal opgevoerd als held. Toch is de graaf niet onomstreden. Dat heeft vooral te maken met zijn verleden als gouverneur in Brazilië. Historicus Erik Odegard vertelde in 2019 bij de aftrap van het onderzoek en de daarbij behorende tentoonstelling Bewogen Beeld – Op Zoek Naar Johan Maurits: ‘Het is nu wel duidelijk dat hij persoonlijk een rol heeft gespeeld in slavenhandel.

Alleen weten we nog niet precies hoe groot zijn aandeel was of om hoeveel mensen het gaat? En hoeveel geld verdiende hij er mee? Dat zijn vragen die we het meest interessant vinden.’

In de zaal hangt onder meer een portret van Johan Maurits door Jan de Baen, een door Frans Post geschilderd Gezicht op het eiland Itamaracá in Brazilië en een portret van Maria Stuart met een bediende van de hand van Adriaen Hannema. Bij de kunstwerken zijn nieuwe teksten geschreven, waarin informatie is verwerkt uit het onlangs begonnen project Revisiting Dutch Brazil and Johan Maurits

Kijk hier naar een reportage die Omroep West in 2019 maakte bij het startschot van het onderzoek.

Het museum maakt op 24 september ook de vier onderzoekers bekend die in de komende periode verschillende aspecten van Nederlands-Brazilië en Johan Maurits nog nader gaan bestuderen.

LEES OOK: ‘Slavernij heeft nog steeds grote impact op Nederland’, zegt gelauwerde Rijswijkse filmmaker

Meer over dit onderwerp: MAURITSHUIS SLAVERNIJ

Portret van Johan Maurits door Jan de Baen Omroep West

Mauritshuis duikt in geschiedenis naamgever en begint met tentoonstelling

NOS 03.04.2019 Deugt Johan Maurits van Nassau nu wel of niet? Dat is de vraag die opkwam toen de buste van de naamgever van het Mauritshuis vorig jaar werd verwijderd uit het museum in Den Haag.

Met de nieuwe tentoonstelling Bewogen Beeld – Op zoek naar Johan Maurits wordt vandaag het startschot gegeven voor een uitgebreid historisch onderzoek naar het verleden van de veldmaarschalk.

In de geschiedenisboeken wordt Maurits, die leefde van 1604 tot 1679, meestal opgevoerd als held. Toch is hij niet onomstreden. Dat heeft vooral te maken met zijn verleden als gouverneur in Brazilië.

Slavenhandel

Het Mauritshuis schrijft zelf op zijn site: “Vanuit de kunsthistorische blik van het museum lag de nadruk steevast op zijn betekenis voor kunst, architectuur en wetenschap. Maar Johan Maurits’ levensverhaal is ook verweven met koloniale geschiedenis, in het bijzonder die van de trans-Atlantische slavenhandel.”

Volgens historicus Erik Odegard, die het onderzoek leidt, zal daar de focus vooral op liggen: “Het is nu wel duidelijk dat hij persoonlijk een rol heeft gespeeld in slavenhandel. Alleen weten we nog niet precies hoe groot zijn aandeel was of om hoeveel mensen het gaat? En hoeveel geld verdiende hij er mee?”

Johan Maurits van Nassau-Siegen werd in 1604 in Duitsland geboren. Hij was vorst in het Duitse Nassau, veldmaarschalk in Nederlandse dienst en gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië.

Die kolonie bestond uit een gebied aan de kust. Daar was een winstgevende suikerindustrie die draaiden op de arbeid van tot slaaf gemaakte Afrikanen. Het was de eerste grote plantagekolonie van de Republiek.

Na zijn terugkeer uit Brazilië betrok hij het Mauritshuis – dat toen bekend stond als Suikerpaleis – in Den Haag. Voor de bouw had hij al in 1633 opdracht gegeven. Daar bracht hij zijn natuurhistorische en volkenkundige collectie onder.

Aan de tentoonstelling hebben 46 deskundigen een schriftelijke bijdrage geleverd. Vanuit hun eigen invalshoek schrijven zij hoe ze tegen het verleden en de nalatenschap van Maurits aankijken.

Zo wordt Ashaki Leito (voorvechtster voor de positie van zwarte vrouwen) heel blij van het portret Twee Afrikaanse mannen van Rembrandt van Rijn: “Als je naar de andere schilderijen kijkt, dan worden zwarten afgebeeld als bediendes of slaven. Maar dit zijn gewoon twee zwarte mannen die er mogen zijn.”

Crimineel, moordenaar, schurk

Maar Leito’s oordeel over Maurits is allesbehalve mild. Ze zegt tegen Omroep West: “Iedereen mag zelf bepalen wat hij van hem vindt. Maar ik vind het een crimineel, een moordenaar, een schurk. Iemand die we niet moeten vereren, maar waarbij we het juiste verhaal moeten vertellen.”

Hoewel slavernij dus onlosmakelijk is verbonden met Nederlands-Brazilië, komt dit nauwelijks tot uiting in de beeldvorming rondom Johan Maurits, schrijft het Mauritshuis.

“De gouverneur van de kolonie wordt van oudsher vooral herdacht om zijn liefde voor kunst, architectuur en wetenschap. En om zijn bestuur waarin een vergaande mate van religieuze vrijheid bestond.”

Op zoek naar het verhaal achter naamgever Mauritshuis

AD 03.04.2019 Johan Maurits houdt de gemoederen aardig bezig. Zelfs premier Rutte mengde zich vorig jaar in de discussie rond de verdwenen buste van hem in het Mauritshuis. Het museum is nu op zoek naar het verhaal achter zijn naamgever.

In het Mauritshuis opent morgen een tentoonstelling over naamgever Johan Maurits. Bewogen beeld heet de expo, die verschillende facetten belicht van de voormalig gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië. Gelieerd aan deze expo loopt er ook een meerjarig onderzoeksproject, dat een gedetailleerder inzicht moet geven in de bekostiging van de bouw van het Mauritshuis en Johan Maurits’ betrokkenheid bij de slavenhandel.

,,Bij de heropening van het museum in 2014 kregen we al het verzoek meer te vertellen over onze bouwheer en naamgever’’, zegt directeur Emilie Gordenker. Over het onderzoek dat ook na de expositie nog doorloopt zegt hij: ,,De voorbereidingen waren al getroffen, maar de discussie over de buste van vorig jaar heeft het onderzoeksproject versneld.’’

Opschudding

De buste van naamgever Johan Maurits van Nassau-Siegen in het Mauritshuis. © Beko/Wikimedia

Daarmee refereert zij aan begin 2018, toen opschudding ontstond nadat het Mauritshuis ongemerkt een buste van Johan Maurits uit de foyer had gehaald. Opiniemakers en twitteraars verweten het museum dat het een hoofdstuk uit het Nederlandse koloniale verleden onder het tapijt probeerde te schuiven. Zelfs Mark Rutte mengde zich in de discussie. Niet als premier maar als historicus waarschuwde hij voor een nieuwe beeldenstorm.

Voor Bewogen beeld heeft het Mauritshuis 46 schrijvers, opiniemakers en wetenschappers uit binnen- en buitenland – ook criticasters – uitgedaagd hun verhaal te schrijven bij enkele kunstwerken uit de vaste collectie, die relateren aan de Nederlands-Braziliaanse plantagekolonie.

Neem het schilderij Braziliaans landschap met een huis in aanbouw van Frans Post, een van de schilders en wetenschappers die Johan Maurits liet meereizen naar Brazilië.

Aan de hand van iPads kan de bezoeker de verschillende interpretaties van dit werk lezen. ‘De exotische landschappen van Post pasten goed in de zorgvuldig geregisseerde pr-campagne van Johan Maurits om een positief beeld van zijn ‘tolerante’ regime in Brazilië te construeren’, schrijft Michiel van Groesen, hoogleraar zeegeschiedenis aan de Universiteit Leiden.

Daniel de Souza Leão Vieira, Braziliaans hoogleraar antropologie en museologie, is milder: ‘Wat Post ons hier laat zien is een gefantaseerd beeld van het Portugese herstel van de suikerproductie in een naoorlogse periode’.

Rond de expo zijn er activiteiten als debatten, lezingen en bijzondere rondleidingen. Zo doet het Mauritshuis op 1 juli mee aan Keti Koti, de jaarlijkse Surinaamse feestdag waarmee de afschaffing van de slavernij wordt gevierd. Het onderzoek naar de geschiedenis van Nederlands-Brazilië en Johan Maurits gaat nog jaren duren. ,,Bewogen beeld is geen eindpunt, maar een startpunt’’, aldus Gordenker.

Johan Maurits: ‘Een crimineel, een moordenaar, een schurk’

OmroepWest 02.04.2019 Deugt Johan Maurits nou wel of niet? Dat is de vraag die ongewild opleefde toen de buste van de naamgever van het Mauritshuis vorig jaar werd verwijderd uit het museum in Den Haag. Met de nieuwe tentoonstelling Bewogen Beeld – Op Zoek Naar Johan Maurits wordt donderdag het startschot gegeven voor een uitgebreid historisch onderzoek naar het verleden van de veldmaarschalk.

In de geschiedenisboeken wordt Maurits, die leefde van 1604 tot 1679, meestal opgevoerd als held. Toch is hij niet onomstreden. Dat heeft vooral te maken met zijn verleden als gouverneur in Brazilië.

Volgens historicus Erik Odegard, die het onderzoek naar Maurits leidt, zal daar de focus vooral op liggen: ‘Het is nu wel duidelijk dat hij persoonlijk een rol heeft gespeeld in slavenhandel. Alleen weten we nog niet precies hoe groot zijn aandeel was of om hoeveel mensen het gaat? En hoeveel geld verdiende hij er mee? Dat zijn vragen die we het meest interessant vinden.’

Twee Afrikaanse mannen

Aan de tentoonstelling is door maar liefst 46 deskundigen een schriftelijke bijdrage geleverd. Vanuit hun eigen invalshoek schrijven zij hoe ze tegen het verleden en de nalatenschap van Maurits aankijken. Zo wordt Ashaki Leito heel blij van het portret Twee Afrikaanse mannen van Rembrandt van Rijn: ‘Als je naar de andere schilderijen kijkt dan worden zwarten afgebeeld als bediendes of slaven. Maar dit zijn gewoon twee zwarte mannen die er mogen zijn.’

Maar Leito’s oordeel over Maurits is allesbehalve mild: ‘Iedereen mag zelf bepalen wat je van hem vindt. Maar ikzelf vind het een crimineel, een moordenaar, een schurk. Iemand die we niet moeten vereren, maar waarbij we het juiste verhaal moeten vertellen.’

Normaal?

Harde woorden, die vragen om tekst en uitleg: ‘Het Mauritshuis is gebouwd dankzij de arbeid van tot slaafgemaakte mensen. Dit huis is gebouwd omdat hij door de West-Indische Compagnie zoveel kon verdienen. Omdat hij is gelinkt aan slavernij en slavenhandel.  Dus hij heeft heel veel bloed aan zijn handen en dat moeten wij niet ontkennen.’

Toch zullen veel mensen zeggen dat het heel normaal was voor die tijd en dus ook in die tijdsgeest past. Maar daar denkt Leito anders over: ‘Voor wie was het normaal? Was het ook normaal voor die tot slaaf gemaakten? Nee! Duidelijk niet! Er was ook veel verzet, maar die verhalen hoor je nog te weinig. Dus  nee, het was niet normaal.’

Meer over dit onderwerp: JOHAN MAURITS MAURITSHUIS SLAVERNIJVERLEDEN ONDERZOEK ASHAKI LEITO ERIK ODEGARD

Mauritshuis komt met expositie over omstreden naamgever

Den HaagFM 10.07.2018 Het Mauritshuis komt volgend jaar met een expositie over Johan Maurits van Nassau-Siegen, de oprichter van het museum. De tentoonstelling geeft een beeld van zijn reputatie als gouverneur van Nederlands-Brazilië in de zeventiende eeuw, maar vertelt ook over zijn rol in de slavenhandel waar begin dit jaar nogal wat over was te doen.

Eerder dit jaar ontstond er ophef omdat er een buste van Johan Maurits is uit de foyer van het museum was gehaald. Zelfs premier Mark Rutte, zelf historicus, bemoeide zich ermee. Hij vroeg zich zelfs af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen. In het programma Buitenhof reageerde directeur Emilie Gordenker dat het beeld niet uit het museum verwijderd, maar vervangen door een ander beeld.

De expositie, die in april 2019 opent, toont aan de hand van kunstwerken uit de collectie hoe het beeld van Johan Maurits in de loop van de tijd is gevormd en veranderd. Ook de replica de van eerder weggehaalde buste is te zien.

Slavenhandel
Johan Maurits (1604-1679) was acht jaar lang gouverneur van de plantagekolonie Nederlands-Brazilië. Hij stond vooral bekend als de ‘verlichte’ bestuurder die, samen met kunstenaars, architecten en wetenschappers, een deel van Brazilië in kaart bracht. Volgens het museum is zijn rol in en bijdrage aan de slavenhandel van de West-Indische Compagnie tot nu toe onderbelicht gebleven.…lees meer

Gerelateerd

“Beeld Mauritshuis niet weg maar vervangen” 22 januari 2018

Mauritshuis in Japan best bezochte tentoonstelling 29 maart 2013

Shell steekt geld in het Mauritshuis 22 februari 2012

Mauritshuis komt met expositie over naamgever

OmroepWest 10.07.2018 Het Mauritshuis in Den Haag komt volgend jaar met een expositie over Johan Maurits van Nassau-Siegen, de naamgever van het museum. De tentoonstelling geeft een beeld van zijn reputatie als gouverneur van Nederlands-Brazilië in de zeventiende eeuw, maar vertelt ook over zijn rol in de slavenhandel waar begin dit jaar nogal wat over was te doen.

Johan Maurits (1604-1679) was acht jaar lang gouverneur van de plantagekolonie Nederlands-Brazilië en stond vooral bekend als de ‘verlichte’ bestuurder die, samen met kunstenaars, architecten en wetenschappers, een deel van Brazilië in kaart bracht.

Volgens het museum is zijn rol in en bijdrage aan de slavenhandel van de West-Indische Compagnie tot nu toe onderbelicht gebleven.

Ophef om weghalen beeld

Begin dit jaar ontstond ophef, nadat bleek dat het Mauritshuis de buste van Johan Maurits uit de foyer had weggehaald. Daarop barstte een hevige discussie los over het wegmoffelen van het verleden en over overdreven geachte politieke correctheid.

Ook vooraanstaande politici, zoals premier Mark Rutte, mengden zich in het gekrakeel. Het museum verklaarde daarop dat het beeld van Maurits naar het depot was gebracht, omdat er een beter beeld van hem is, dat centraal staat in een bepaalde zaal.

Expositie vanaf april

De expositie, die in april 2019 opent, toont aan de hand van kunstwerken uit de collectie hoe het beeld van Johan Maurits in de loop van de tijd is gevormd en veranderd. Ook de replica de van eerder weggehaalde buste is te zien.

Het publiek wordt actief betrokken in de tentoonstelling. Bezoekers kunnen zelf hun beeld over hem vormen en hun mening delen.

Meer over dit onderwerp: MAURITSHUIS DEN HAAG JOHAN MAURITS SLAVERNIJSLAVENHANDEL

‘Verwijderd’ borstbeeld Johan Maurits in tentoon­stel­ling over naamgever

AD 10.07.2018 Het Mauritshuis in Den Haag komt volgend jaar met een tentoonstelling over niemand minder dan de man waar het museum naar is vernoemd: Johan Maurits van Nassau-Siegen. De laatste jaren kreeg het Mauritshuis steeds vaker kritiek op de informatieverstrekking over het slavernijverleden van de naamgever.

In januari dit jaar ontstond er ophef nadat bekend werd dat het museum in de zomer van vorig jaar het borstbeeld van de gouverneur van de Nederlandse kolonie in Brazilië uit de foyer had verwijderd. De tentoonstelling is volgens een woordvoerder geen antwoord op de storm van kritiek die volgde op het nieuws over de buste. ,,Het is niet de aanleiding, we liepen al langer rond met dit idee. Ook hebben we het niet sneller gepland.”

Wel wordt de media-aandacht van begin dit jaar ‘meegenomen’. ,,Hoe dat er precies uit gaat zien is nog niet duidelijk.” 

Beeldvorming

Met de tentoonstelling Beeldvorming over Johan Maurits wordt getoond hoe er vroeger én nu over de Hagenaar werd en wordt gedacht. Verschillende perspectieven worden tentoongesteld: van zijn reputatie als gouverneur van Nederlands Brazilië in de 17de eeuw tot hoe er tegenwoordig over zijn leven en werk wordt gedacht. Onder meer de veelbesproken buste en werken uit de collectie van het Mauritshuis zijn in de tentoonstelling te zien.

Het museum zit in het pand waar Johan Maurits tot zijn dood in 1679 woonde. Tijdens en na zijn leven werd het in de volksmond ‘het huis van Maurits’ genoemd.

Het wissen van de eigen geschiedenis kent vele gevaren

Elsevier 10.02.2018 Reizend door Australië, ontsnappend aan Nederland, kan ik mij als geschiedenisdocent soms niet onttrekken aan het Nederlandse publieke debat. Om daar vervolgens volledig in te worden meegetrokken.

Overschakelend van de ene naar de andere talkshow gaat het over de omgang met het koloniale verleden. De vraag hoe we ons dienen te verhouden tot de overgeleverde koloniale representaties in het publieke domein staat daarbij centraal.

Niet alleen in Nederland

Ook Australische of Engelse televisieprogramma’s laten dit thema niet ongemoeid. Australia day is voor de Aboriginals Invasion day. En in Engeland zou het standbeeld van de 18e eeuwse admiraal Nelson van zijn sokkel moeten worden getrokken.

Wat vooral opvalt, is de heftigheid in al die debatten. Elk praatprogramma is verworden tot een soort debatcolosseum. De twee gasten worden lijnrecht tegenover elkaar gezet, zij hebben zich voorbereid aan de hand van een grondige geschiedstudie en de woordenstrijd kan losbarsten.

De kijker blikt geamuseerd toe, afwachtend hoe één van beide partijen zal worden afgetroefd. Daarna ziet de toeschouwer hoe de presentator zijn vonnis velt met een opstaande of een beneden wijzende duim. De ene partij triomfeert de andere druipt af.

Hedendaagse tegenstellingen vergroten

Geschiedenis kan inderdaad worden gebruikt om hedendaagse tegenstellingen te vergroten. In de debatten wordt dan gevraagd aan de beide gasten één kant van de tegenstelling uit het verleden te vertegenwoordigen. Vervolgens worden de loopgraven te diep gegraven om elkaar nog de hand te schudden.

Het tegenovergestelde zou het geval moeten zijn. We zouden samen naar dat verleden moeten kijken, er afstand van moeten nemen en besluiten dat anders aan te pakken. Juist zo’n discussie roept een nieuw ideaal van verzoening op. Anders wordt een voortzetting van zo’n tegenstelling in stand gehouden.

De huidige generatie Nederlanders heeft vele overblijfselen van dat verleden overerfd. Dit is terug te zien in de vele historische gebouwen, schilderijen, standbeelden, straatnamen, etc. Het is een opeenstapeling van historische voorwerpen en verwijzingen die stuk voor stuk een bepaald verleden vertegenwoordigen.

Je zou dit kunnen beschouwen als de opeenstapeling van historische uitdrukkingsvormen. Zoals een geoloog naar de aardlagen of gesteentelagen kijkt, die over elkaar heen zijn gegroeid, zo ziet de historicus de gelaagdheid van historische overblijfselen als onderdelen van een cultuur.

De discussie van nu gaat erover of zo’n laag niet grondig verwiijderd dient te worden. Het zou namelijk de verkeerde vruchten afwerpen. Echter, het verschil met de aardlagen is dat wij als gemeenschap zelf kunnen bepalen wat de waarde is van de vruchten van het verleden. Nederlanders kunnen zelf betekenis aan geven aan de geschiedenis.

Constructieve betekenis geven aan geschiedenis

Ook de verering van bepaalde historische figuren die in het verleden plaatshad, is zo’n culturele laag. Toen werd ervoor gekozen om die betekenis er op die manier aan te geven.

Dat betekent niet dat Nederlanders in het heden direct eenzelfde betekenis moeten overnemen. Het gaat er juist om dat we er nu een constructieve betekenis aan geven voor het heden en de toekomst. Op die manier kunnen die historische lagen de juiste vruchten afwerpen in de vorm van verbroedering en bewustwording. Het weghalen zou zo’n betekenisgeving ontnemen, ook voor toekomstige generaties.

Bovendien wanneer deze beweging zich zal doorzetten, zal er weinig overblijven in het cultuurlandschap. Wie onrecht in het verleden vanuit zijn eigen achtergrond wil zien, kan zijn hart ophalen. Geschiedenis is namelijk een onuitputtelijk reservoir van menselijke uitsluiting en leed.

History is one damn thing after another’, zei Winston Churchill al. Daarbij is geen enkele categorie gespaard gebleven, of je nu spreekt over ras, religie, klasse, geslacht, seksualiteit of leeftijd. Ook de blanke man (of kind) heeft zijn portie leed gehad. Zie bijvoorbeeld de gemiddelde levensverwachting in de industriestad Birmingham in de 19e eeuw. Predatoriale hebzucht kende nou eenmaal geen grenzen, niet geografisch, niet in termen van bevolkingsgroepen.

MeToo zou geen enkele historische koning heel laten

We moeten ervoor waken, met al die hedendaagse bewustzijnsbewegingen, dat alle historische uitdrukkingsvormen worden verwijderd. De MeToo-campagne zou geen enkele representatie van een historische koning heel laten.

Volgens onze bloggers;
Afshin Ellian: Wat gaan de feministen na Hylas en de Nymfen nog meer verbieden?

Met het groeiend besef over de verdergaande milieu-afbraak zou de christelijke missionaris Bonifatius als de eerste ontbosser kunnen worden gezien. Wie het heden wil veranderen aan de hand van onrecht uit het verleden, zal dat altijd vinden. En ook onze hedendaagse gebruiken zullen later ter discussie worden gesteld. Daarbij valt te denken aan de onderscheidende principes als IQ of rijkdom.

Betekent dit dat in de toekomst de personen die daar symbool voor stonden en een plaats hebben verworven in het publieke domein, daaruit moeten worden verwijderd? Laten we hopen van niet. Zij zijn dan onderdeel van een historische laag. Over die laag zal in de toekomst weer anders worden gedacht.

De consequentie van de huidige aandrang levert een steriel karakterloos cultuurlandschap op, dat geen vruchten meer kan afwerpen voor toekomstige generaties.

Laatste stukje dekolonisatie

Dan is er het argument dat het weghalen van de koloniale overblijfselen kan worden gezien als een laatste stukje dekolonisatie. Een proces dat vergelijkbaar zou zijn met de denazificatie van na 1945. Maar, het grote verschil is dat er na 1945 gegronde angst was voor een nazi-verafgodingscultuur, met als gevolg een weinig constructief klimaat.

In het Nederland van nu is er geen reden om aan te nemen dat de koloniale representaties een koloniale gemoedstoestand in de hand zouden werken. Gechargeerd gezegd zijn er nog geen wenende jongeren waargenomen die met een nostalgisch verlangen kransen leggen bij het Jan Pieterszoon Coen-monument. Om vervolgens op te roepen tot navolging.

Volledige verhaal kweekt verbazing en empathie

Mijn ervaring als geschiedenisdocent in het middelbaar onderwijs is het tegenovergestelde. In de les over de uitroeiing van de Bandanezen onder leiding van Coen kreeg ik bijvoorbeeld de vraag hoe het nu met de Bandanezen gaat. Het kweekt verbazing en empathie, als het juist volledige verhaal wordt verteld. De historische representaties herinneren ons daaraan.

Ook moet zo’n narratief van leed van een specifieke bevolkingsgroep niet te dominant worden. Zodra zo’n verhaal de overhand krijgt, werkt dat fatalisme en polarisatie in de hand. Geschiedenis wordt dan ook één grote ego-strijd.‘Jij hebt geleden, nee ik heb pas geleden, zie mijn verleden’.

Tot slot zou een historicus niet goed kunnen oordelen over de historische impact op een bevolkingsgroep, waartoe hijzelf niet behoort. Zelf denk ik dat het invoelende vermogen over die categorieën heengaat. Anders zouden ook veel andere beroepen niet goed functioneren.

Overdreven gezegd zou een hersenchirurg dan een hersentumor moeten hebben om goed over zijn patiënten te kunnen oordelen. De taak van elke professional is juist om daar sensitiviteit voor te ontwikkelen. Zoals een vader zijn dochter wel degelijk kan verstaan, ondanks dat zij tot verschillende ‘categorieën’ behoren.

Momenteel werk ik op een tomatenfarm in de Australische staat Victoria om geld bijeen te sparen voor mijn vervolgreis. Gelukkig zie ik de Rus en de Duitser met wie ik samenwerk niet als representanten van hun verleden. Dat zou het werken met hen onmogelijk maken. Het motto is hier dan ook, pluk de dag, de hele dag.

    Christiaan Hoekstra  (1989) Interesses Buitenland Politiek Geschiedenis Onderwijs Biografie Studeerde cum laude af in moderne geschiedenis aan de Vrije Universiteit (VU) van Amsterdam. Daarna behaalde hij zijn master aan de lerarenopleiding in geschiedenis en staatsinrichting, eveneens aan de VU. Hij is geschiedenisdocent en momenteel op reis door Australië en Azië.

Amper Maurits-twitteraars in Mauritshuis

OmroepWest 28.01.2018 Het Mauritshuis in Den Haag heeft zondag amper mensen over de vloer gehad die zich via sociale media hadden geuit over het verwijderen van een beeld van naamgever Johan Maurits van Nassau, die in Brazilië betrokken was bij de slavenhandel.

Museumdirecteur Emilie Gordenker reageerde in het programma Buitenhof dat het borstbeeld niet uit het museum was verwijderd. Er is wel een beeld van Maurits naar het depot gebracht, maar dat was alleen omdat er een beter beeld van hem is, dat centraal staat in een bepaalde zaal.

Voordat dat iedereen duidelijk was, ontstond er echter een hevige discussie over het wegmoffelen van het verleden en over overdreven geachte politieke correctheid. Zelfs vooraanstaande politici, zoals premier Mark Rutte, mengden zich in het gekrakeel.

‘Gewone dag’

Gordenker zei vorige week op tv dat voor- en tegenstanders van het vermeende weghalen zondag gratis welkom waren om zelf eens te kijken, maar er kwamen hooguit twintig mensen, aldus een woordvoerder nu.

Ze moesten hun melding op sociale media laten zien, maar ‘omdat veel mensen met zijn tweeën komen, waren het er in feite misschien zelfs maar tien of twaalf. Het was eigenlijk een gewone dag’.

Meer over dit onderwerp: MAURITSHUIS DEN HAAG JOHAN MAURITS VAN NASSAU

 

Boze twitteraars hoeven Johan Maurits niet met eigen ogen te zien

AD 28.01.2018 De verwijdering van het borstbeeld van Johan Maurits leidde tot verhitte discussies, maar die boze mensen lieten het zondag massaal afweten bij de speciale ‘Maurits-actie’ van het Mauritshuis.

Geschiedvervalsing! Wegmoffelen van historie! Het Mauritshuis kreeg er de laatste weken flink van langs op sociale media, nadat bekend werd dat het borstbeeld van zijn naamgever uit de foyer was verwijderd. Het museum deed dat na kritiek op zijn betrokkenheid bij de slavernij, maar richtte tegelijkertijd een kabinet in over Johan Maurits. Met meer aandacht voor zijn schaduwkanten.

Het museum nodigde zondag twitteraars die zich hadden geroerd in het debat uit zelf te komen kijken. Vertoon van een tweet was genoeg voor gratis toegang.

Daar maakte slechts een twintigtal mensen gebruik van, laat een woordvoerder desgevraagd weten. Het was volgens hem sowieso niet drukker dan op andere zondagen. ,,Het plaatsen van een bericht op sociale media is makkelijk, maar je ziet dat een museumbezoek meer moeite kost. Het kan ook dat men nu wel klaar is met die hele discussie.’’

Het plaatsen van een bericht op sociale media is makkelijk, maar je ziet dat een museumbezoek meer moeite kost, aldus Woordvoerder Mauritshuis.

Een rondgang in het museum leerde gisteren dat sommige bezoekers niet eens van alle ophef hadden gehoord, anderen hadden er juist een duidelijke mening over. ,,Ik begrijp de kritiek wel. Je doet aan geschiedvervalsing als je historische figuren uit gaan bannen’’, zegt een 24-jarige bezoeker uit Den Haag, die niet met zijn naam in de krant wil. ,,Maar het is nu goed opgelost’’, concludeert hij na een bezoek aan het bewuste kabinet over Johan Maurits. ,,Er is wél aandacht voor hem, maar op een bord worden ook zijn schaduwkanten genoemd.’’

De Rijswijkse Corrie van Meel, die samen met haar man en vrienden een bezoek aan het museum bracht, is meer uitgesproken. ,,Het is belachelijk dat dat mooie borstbeeld in het depot staat. Het museum is gezwicht voor een kleine minderheid en moffelt zo onze geschiedenis weg. Een verkeerd signaal!’’ Ze vindt het dan ook terecht dat Rutte aanvankelijk waarschuwde voor een beeldenstorm. Overigens is de premier, die via Twitter had beloofd snel langs te komen, zondag (nog) niet komen kijken.

Ophef over Maurits: ‘Eén voordeel, iedereen weet nu wel wie hij is’

AD 27.01.2018 Alle ophef over Johan Maurits zadelt het Mauritshuis met een nieuw probleem op. Het zaaltje over de omstreden ‘slavendrijver’ is plots te klein voor alle ramptoeristen. Het doet de geplaagde museumdirecteur Emilie Gordenker goed. ,,Iedereen weet ineens wie Maurits is.”

De bewuste buste die naar het depot is verkast. © Beko/Wikimedia

Emilie Gordenker verexcuseert zich vriendelijk voor haar schorre stem. Al is er binnen het Mauritshuis de afgelopen weken oneindig veel gediscussieerd over de kwestie rond de naamgever van het museum, Johan Maurits van Nassau-Siegen, het is een verkoudheid die de directeur momenteel parten speelt. Vooruit, misschien is de slaap er ook een beetje bij ingeschoten. Sinds het bericht naar buiten kwam dat het Mauritshuis vorig jaar ongemerkt een kunststoffen buste van Johan Maurits uit de foyer had verwijderd, staat haar telefoon roodgloeiend. Zelfs premier Rutte mengde zich in de discussie en waarschuwde – te snel gaf hij achteraf toe – voor een moderne beeldenstorm. Gordenker reageerde dat ze het jammer vindt dat haar buurman ‘niet even over het bruggetje is gelopen om te komen kijken’. Vanuit haar werkkamer met prachtig uitzicht op het Torentje van Rutte steekt ze nu ook de hand in eigen boezem. ,,Achteraf gezien hadden we het onderwerp eerder en beter moeten communiceren”, zegt ze, een ervaring rijker.

Hoe bedoelt u?
,,Onze voorlichting was in eerste instantie wat kort door de bocht. In de media reageerden we vooral op het eerste nieuwsbericht dat de buste was weggehaald. Maar we hadden er meteen bij moeten vertellen dat we niets wilden wissen, maar juist iets wilden toevoegen aan het verhaal van Johan Maurits. Het is dus juist andersom.”

Maar u heeft de buste wel degelijk weggehaald als gevolg van kritiek op zijn betrokkenheid bij de slavernij. Had Rutte dan toch gelijk?
,,We hebben ons de kritiek, die we de laatste jaren steeds vaker kregen, inderdaad aangetrokken. Dat heeft ons doen denken dat we zijn verhaal op een betere manier moesten vertellen. Maar waardoor de discussie volledig out of control raakte is de kop boven het eerste artikel over de kwestie. ‘Buste Johan Maurits weg uit foyer Mauritshuis’. Dat staat vervolgens zo op Twitter en mensen lezen niet verder. Wat er overblijft is dat wij de buste hebben verwijderd, zonder context.”

Braziliaans landschap met een huis in aanbouw, een van de werken van Frans Post die verband houden met Johan Maurits. © rv – Mauritshuis

Maar het Mauritshuis hééft de buste toch ook verwijderd. Hij staat in het depot…
,,Dat klopt, maar we hebben Johan Maurits niet uit ons museum verwijderd. We hebben de presentatie van zijn verhaal juist verbeterd en uitgebreid. Er is een zaal over hem ingericht in het museum waar we zijn verhaal, ook de mindere kanten, veel beter kunnen vertellen. Bezoekers krijgen daar de kans om de informatie in alle rust te verwerken in plaats van in een drukke foyer. In het zaaltje, kabinet 13, staat sinds vorig jaar ook een terracotta beeldje van Johan Maurits.”

Bent u geschrokken van alle kritiek?
,,Ik heb me wel verbaasd over hoe snel het ontaardde in een gepolariseerd debat. Het is voor ons nieuw dat we het middelpunt zijn van een politieke discussie, maar het is niet uniek in de museale wereld. In het Metropolitan Museum of Art in New York speelde onlangs de discussie over het schilderij van Balthus, waarop een pubermeisje staat in een seksuele pose. Mensen hebben geprobeerd via de rechter af te dwingen dat het schilderij zou worden verwijderd. Wat overigens niet is gelukt. Gelukkig gaat het in Nederland niet meteen via de rechtbank, maar hier kan net zo goed zo’n vraagstuk spelen. Ik zie het eigenlijk als een groot compliment dat zulke discussies nu gevoerd worden in musea. Dat betekent dat wij steeds toegankelijker worden voor iedereen en midden in de maatschappij staan.”

U laat onderzoek doen naar de precieze rol van Johan Maurits in het slavernijverleden. Stel dat daar uitkomt dat hij nóg fouter was dan u dacht. Gaat u dan ook de naam van uw museum veranderen, zoals Rutte gekscherend suggereerde?’
,,Laat ik vooropstellen dat de naam van het Mauritshuis géén eerbetoon is aan hem. Dit was zijn huis en daarom heet het zo. Het is niet alsof we een standbeeld voor hem hebben opgericht. Wat mij betreft is naamsverandering nooit aan de orde.”

Iedereen die een tweet over Johan Maurits heeft gestuurd, positief of negatief, mag op vertoon daarvan gratis naar binnen, aldus Emilie Gordenker.

De zaaltekst toont het ‘eerlijke verhaal’ rond Johan Maurits. © ANP

Wat herinnert verder nog aan de naamgever?
,,Niet veel. Op zaal hebben we twee schilderijen van Frans Post, die met hem is meegegaan op handelsmissie. Het ene lijkt een vrij naïef werk, maar is heel belangrijk. Het is namelijk één van de zeven bewaard gebleven schilderijen van Post in Brazilië. Beiden geven goed de sfeer uit die tijd weer. Begrijp me goed, het Mauritshuis is geen historisch museum, we kunnen het hele verhaal van de slavernij niet aan de hand van onze collectie vertellen. We zijn een koninklijk kabinet van schilderijen, dát is onze missie. Als je meer wilt weten, kun je tot en met dit weekeinde terecht bij onze buren, het Haags Historisch Museum. Daar is een interessante tentoonstelling te zien over zwarte bedienden aan het Haagse hof.”

U hekelde net het ontspoorde debat via Twitter, maar morgen beloont u twitteraars juist…
,,Klopt, iedereen die een tweet over Johan Maurits heeft gestuurd, positief of negatief, mag op vertoon daarvan gratis naar binnen. Het positieve van alle commotie is dat iedereen nu wél weet wie hij was. Voorheen werd hij nog wel eens verward met prins Maurits, stadhouder en zoon van Willem van Oranje. We geven al die twitteraars een foldertje mee met toelichting over Johan Maurits. Mijn vurige wens is dat de mensen voortaan eerst goed lezen, voordat zij een uitspraak doen. Als het onderzoek naar Johan Maurits is afgerond, gaan we mogelijk nog debatten en symposia over hem houden. Als zich nieuwe feiten aandienen, zullen we ook de teksten op zaal en op onze app aanpassen.”

Uiteindelijk trekt u alleen maar extra publiek door alle publiciteit?
,,Ik heb de laatste bezoekerscijfers nog niet, maar volgens de suppoosten is er nu wel aanmerkelijk meer aandacht voor zaal 13. Eén beveiliger schoot me gisteren aan en zei: ‘Mevrouw, er zijn nu zelfs opstoppingen voor de ingang’. Ik ben erg blij dat Johan Maurits meer aandacht heeft gekregen, maar ik kick niet op bezoekerscijfers. Voor mij is het veel belangrijker dat bezoekers tevreden zijn.”

Een medewerker van het Mauritshuis toont het portret van de naamgever op de plek waar de omstreden buste stond. © ANP

Johan Maurits, geschilderd door Pieter Nason in 1675 – GEHEUGEN VAN NEDERLAND

‘Omstreden’ Johan Maurits is in Brazilië ongekend populair

NOS 22.01.2018 Het zal lang geleden zijn dat Johan Maurits van Nassau-Siegen de Nederlandse kranten domineerde, maar dit weekend was de oud-gouverneur van Nederlands-Brazilië (van 1636 tot 1644) onderdeel van een controverse. Nadat een buste van hem uit de foyer van het Mauritshuis werd weggehaald, waarschuwde premier Rutte in NOS Met het Oog op Morgen de geschiedenis niet “met de bril van nu” te veroordelen.

Directeur Emilie Gordenker van het Mauritshuis reageerde zondag in Buitenhofop de discussie en verklaarde dat het verwijderde beeld slechts een kunststoffen kopie was. Een origineel beeld uit de 18e eeuw wordt in een van de zalen geplaatst, omdat daar het verhaal over hem “beter verteld kan worden”, met aandacht voor zowel de negatieve als positieve aspecten van de historische figuur.

Als gouverneur van Brazilië heeft Maurits namelijk “fantastische” dingen gedaan, volgens de directeur. Hij hield zich weliswaar bezig met slavenhandel en hield zelf slaven, maar is ook verantwoordelijk voor de opbloei van het noordoosten van Brazilië.

Brazilianen zeggen vaak: waren de Nederlanders hier maar gebleven, aldus Correspondent Marc Bessems.

Volgens correspondent Marc Bessems zijn ze “onrealistisch positief” over de gouverneur, die de bijnaam ‘de Braziliaan’ heeft. Dat is bijzonder, omdat Maurits maar acht jaar in Brazilië is geweest. “Als je op straat naar hem vraagt, weten ze wie het is. Sterker nog: als je zegt dat je uit Nederland komt, krijg je vaak te horen dat wij – de Nederlanders – beter hadden kunnen blijven”, vertelt Bessems in NOS Met het Oog op Morgen. “Maurits is min of meer een verlicht vorst.”

Premier Rutte ervoer dit sentiment ook tijdens zijn bezoek aan het Zuid-Amerikaanse land. “Ze hebben een groot respect voor hem. Dankzij Maurits heeft Nederland een goede reputatie in Brazilië.”

Prins Willem-Alexander werd bij zijn Brazilië-reis in 1998 vergezeld door een Johan Maurits-imitator ANP

Met name voor Mauritsstad, het tegenwoordige Recife, heeft de volksheld veel betekend. Zo legde hij er wegen, bruggen en rioleringen aan, maar hij is ook verantwoordelijk voor een dierentuin, de eerste universiteit van Brazilië en zelfs de eerste synagoge van het continent.

De figuur Maurits staat dan ook totaal niet ter discussie in Brazilië, merkt Bessems. “Er is hier natuurlijk voldoende ander onrecht geweest.” Maar het huidige beeld van ‘Mauricio de Nassau’ is volgens de correspondent niet realistisch. “Ze denken dat de Nederlanders in de 24 jaar dat ze hier waren meer hebben gedaan dan de Portugezen in drie eeuwen.”

Een kleine groep historici probeert het beeld weliswaar te nuanceren, maar dat mag nauwelijks baten. “Ze zijn ervan overtuigd dat het hier onder Nederlands bewind een soort Manhattan zou zijn geworden.”

BEKIJK OOK;

Directeur Mauritshuis weerlegt kritiek, Rutte krabbelt terug

Wat moeten we nu met de helden van toen?

“Beeld Mauritshuis niet weg maar vervangen”

Den HaagFM 22.01.2018 Het Mauritshuis heeft een beeld van naamgever Johan Maurits van Nassau Siegen niet uit het museum verwijderd, maar vervangen door een ander beeld. Dat zei directeur Emilie Gordenker (kleine foto) in het tv-programma Buitenhof. De buste van kunststof is uit de foyer gehaald omdat die daar niet “in de juiste context” kon worden geplaatst en van mindere kwaliteit was.

Het zorgde voor veel ophef. CDA-leider Sybrand Buma sprak van het wegmoffelen van ooit grote maar nu beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis. Premier Mark Rutte, zelf historicus, vroeg zich zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen. Maar Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. “Was Rutte maar even komen kijken”, zei ze, “dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake.”

Via een Twitter-bericht ging Rutte op haar aanbod in. “Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was. Ik kom graag snel weer langs.”

Slavenhandel

Gordenker probeerde in het programma het beeld dat veel Nederlanders nu van Johan Maurits hebben gekregen wat bij stellen. “Hij is de stichter van het Mauritshuis dat daarom al eeuwen zijn naam draagt, het is geen eerbetoon. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd.” Johan Maurits wordt daar volgens Gordenker vereerd als een held.

Over de kwestie ontstond ook op sociale media veel discussie. Gordenker kondigde daarom aan dat iedereen die over het onderwerp heeft getwitterd, zowel voor- als tegenstanders, gratis het museum in mag. In een tweet nuanceerde het Mauritshuis dat korte tijd later: gratis toegang geldt alleen op zondag 28 januari. …lees meer

Gerelateerd;

Eigen website voor wereldberoemd puttertje9 februari 2017

Verbouwing Mauritshuis op schema24 november 2013

Foto-expositie Mauritshuis langs Hofvijver25 juni 2013

Mauritshuis nodigt twitteraars over kwestie Johan Maurits uit voor gratis bezoek

OmroepWest 21.01.2018 Het Mauritshuis in Den Haag geeft twitteraars die zich afgelopen week hebben uitgelaten over de kwestie rond naamgever Johan Maurits van Nassau Siegen op zondag 28 januari gratis toegang tot het museum. Op social media ontstond discussie toen in het nieuws kwam dat het Mauritshuis een beeld van de naamgever had weggehaald.

In het programma Buitenhof reageerde museumdirecteur Emilie Gordenker op de kwestie. Volgens haar is het borstbeeld van Johan Maurits niet uit het museum verwijderd, maar vervangen door een ander, authentiek, beeld. De buste van kunststof is uit de foyer gehaald omdat die daar niet ‘in de juiste context’ kon worden geplaatst en van mindere kwaliteit was.

Het zorgde voor veel ophef. CDA-leider Sybrand Buma sprak van het wegmoffelen van ooit grote maar nu beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis. Premier Mark Rutte, zelf historicus, vroeg zich zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen.

Hij waarschuwde voor een nieuwe beeldenstorm en zei dat we ook iemand als Jan Pieterszoon Coen niet alleen mogen beoordelen met de opvattingen van nu. Coen was in de zeventiende eeuw gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en voerde een hard koloniaal beleid.

Geen sprake van naamsverandering

Maar Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. Was Rutte maar even komen kijken, zei ze, dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake, zei de directeur.

Via een Twitter-bericht ging Rutte op haar aanbod in: ‘Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was. Ik kom graag snel weer langs.’

Geen eerbetoon

Gordenker probeerde het beeld dat veel Nederlanders nu van Johan Maurits hebben gekregen wat bij stellen. Hij is de stichter van het Mauritshuis dat daarom al eeuwen zijn naam draagt, het is geen eerbetoon. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd. Johan Maurits wordt daar volgens Gordenker vereerd als een held.

Over de kwestie ontstond veel discussie op sociale media. Gordenker kondigde daarom aan dat iedereen die over het onderwerp heeft getwitterd, zowel voor- als tegenstanders, gratis het museum in mag. In een tweet nuanceerde het Mauritshuis dat korte tijd later: gratis toegang geldt alleen op zondag 28 januari.

  Mauritshuis  ✔@mauritshuis

In @BuitenhofTV nodigde onze directeur Emilie Gordenker iedereen uit die afgelopen week, negatief of positief, getwitterd heeft over Johan Maurits: Kom kijken! Zondag 28 januari geven we daarom gratis entree op vertoon van je tweet. https://twitter.com/buitenhoftv/status/955041965644513280 …  13:25 – 21 jan. 2018

LEES OOK: Koningin Máxima opent Tien topstukken tentoonstelling in het Mauritshuis

Meer over dit onderwerp: MAURITSHUIS JOHAN MAURITS EMILY GORDENKER

Directeur Mauritshuis: ‘Geen sprake van naamsverandering’

Elsevier 21.01.2018 Het Mauritshuis in Den Haag heeft een beeld van naamgever Johan Maurits van Nassau Siegen niet uit het museum verwijderd, maar vervangen door een ander, authentiek, beeld. Dat zegt directeur Emilie Gordenker.

De buste van kunststof is uit de foyer gehaald omdat die daar niet ‘in de juiste context’ kon worden geplaatst en van mindere kwaliteit was, zei Gordenker zondag in het tv-programma Buitenhof.

Het zorgde voor veel ophef. CDA-leider Sybrand Buma sprak van het wegmoffelen van ooit grote maar nu beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis. Premier Mark Rutte (VVD), zelf historicus, vroeg zich zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen.

Hij waarschuwde voor een nieuwe beeldenstorm en zei dat we ook iemand als Jan Pieterszoon Coen niet alleen mogen beoordelen met de opvattingen van nu. Coen was in de zeventiende eeuw gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Dinsdag kondigde de Amsterdamse basisschool J.P. Coen aan dat het zijn naam verandert vanwege het koloniale verleden van de naamgever.

Met Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679) had Nederland een ambassadeur van formaat in Brazilië. Lees hier waarom hij iemand was om trots op te zijn >

‘Van naamsverandering is absoluut geen sprake’

Maar Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. ‘Was Rutte maar even komen kijken, dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake,’ zei de directeur.

Over de kwestie ontstond veel discussie op sociale media. Gordenker kondigde daarom aan dat iedereen die over het onderwerp heeft getwitterd, zowel voor- als tegenstanders, gratis het museum in mag. In een tweet nuanceerde het Mauritshuis dat korte tijd later: gratis toegang geldt alleen op zondag 28 januari.

Gordenker probeerde het beeld dat veel Nederlanders van Johan Maurits hebben wat bij stellen. Hij is de stichter van het Mauritshuis dat daarom al eeuwen zijn naam draagt, maar het is geen eerbetoon, benadrukte ze. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd. Johan Maurits wordt daar vereerd als een held, zei Gordenker.

  Fleur Verbeek (1991) werkt sinds oktober 2017 op de webredactie. Ze studeerde Journalistiek aan de Hogeschool van Utrecht.

Rutte neemt weer gas terug

Telegraaf 21.01.2018  Premier Rutte slikt scherpe woorden over de verwijdering van een standbeeld uit de hal van het Mauritshuis al weer in. Afgelopen vrijdag waarschuwde de minister-president nog voor het herschrijven van de geschiedenis, door historische gebeurtenissen en figuren langs de meetlat van 2018 te leggen. Hij suggereerde dat het Mauritshuis misschien ook maar de naam moest veranderen.

Vandaag herhaalde directrice Emilie Gordenker van het Maurtishuis in Buitenhof dat het het museum ging om het beter schetsen van de historische context rond Johan Maurits van Nassau Siegen. Het beeld zou ’van mindere kwaliteit zijn’ en vervangen worden door een ander, authentiek beeld.

Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. Was Rutte maar even komen kijken, zei ze, dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake, zei de directeur.

Slavenhandel

Maurits is de opdrachtgever voor de bouw van het Mauritshuis, dat daarom al eeuwen zijn naam draagt. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd. Johan Maurits wordt daar volgens Gordenker vereerd als een held.

In een tweet neemt Rutte nu gas terug. „Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was”, aldus Rutte. „Ik kom graag snel weer langs.”

Het is de tweede keer in een week dat de premier wordt gecorrigeerd op boude uitspraken. Afgelopen zondag verklaarde hij dat de vergoeding van bevingschade van gedupeerde Groningers nog niet geregeld was vanwege de lange kabinetsformatie. Zowel CDA-leider Sybrand Buma als D66-voorman Alexander Pechtold namen hier afstand van. Ook minister Eric Wiebes (Economische Zaken) wilde Ruttes woorden liever niet herhalen.

Directeur Mauritshuis weerlegt kritiek, Rutte krabbelt terug

NOS 21.01.2018 Directeur Emilie Gordenker van het Mauritshuis zegt Johan Maurits helemaal niet uit het museum is weggehaald, zoals deze week in het nieuws kwam.

Een kopie van een buste van Johan Maurits is uit de foyer gehaald, maar die kunststoffen buste was niet meer nodig. Een echt beeld, daterend uit de 18e eeuw, is in een van de zalen geplaatst, omdat daar het verhaal over hem beter verteld kan worden, zei Gordenker in het tv-programma Buitenhof.

Gordenker ging in op de kritiek op de verwijdering van de buste. Ook premier Rutte deed vrijdag een duit in het zakje. Hij zei dat we de 17e en 18e eeuw niet met de bril van nu moeten veroordelen, en dat als de oprichter verwijderd wordt, dan ook de naam van het Mauritshuis maar veranderd moet worden.

Het Mauritshuis ligt naast het werkvertrek van de premier, het zogenoemde Torentje aan het Binnenhof. Gordenker noemde het jammer dat Rutte niet even over het bruggetje is gelopen om zich te informeren. De premier erkende later op de dag dat het voorbeeld ongelukkig uitpakte.

  >Mark Rutte  ✔@MinPres

Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was. Ik kom graag snel weer langs. 15:54 – 21 jan. 2018

Over de naamsverandering zei ze dat Rutte eerst eens naar de feiten moet kijken. En het feit is dat de naam van het museum geen eerbetoon is aan Johan Maurits, maar dat Johan Maurits van Nassau-Siegen de stichter is, zei ze. Van een naamsverandering is dus geen sprake.

Verder stelt ze dat het heel gewoon is dat musea stukken verplaatsen, nieuwe stukken neerzetten en oude weghalen. “Over de hele wereld zijn musea daar constant mee bezig.”

Een terracotta beeld van Johan Maurits, dat in het museum blijft staan ANP

Bij het beeld van Johan Maurits wordt in het museum een genuanceerd verhaal verteld, zegt de directeur. Volgens Gordenker is er geen reden om uitsluitend negatief over hem te denken.

“Als gouverneur in Brazilië heeft hij fantastische dingen gedaan. Daarom wordt hij daar ook gezien als een held.” Johan Maurits hield zich bezig met slavenhandel en hield zelf slaven, maar hij stichtte ook de eerste universiteit van Brazilië en besteedde veel aandacht aan kunst en wetenschap.

Verder nodigde Gordenker alle twitteraars uit om zelf te komen kijken. Ze mogen er gratis in, zodat ze kunnen vaststellen wat er is gebeurd.

BEKIJK OOK;

Rutte waarschuwt voor ‘beeldenstorm’

Wat moeten we nu met de helden van toen?

‘Beeld Mauritshuis niet weg maar vervangen’

AD 21.01.2018 Het Mauritshuis in Den Haag heeft een beeld van naamgever Johan Maurits van Nassau Siegen niet uit het museum verwijderd, maar vervangen door een ander, authentiek, beeld. Dat zei directeur Emilie Gordenker in het tv-programma Buitenhof. De buste van kunststof is uit de foyer gehaald omdat die daar niet ‘in de juiste context’ kon worden geplaatst en van mindere kwaliteit was.

  Mark Rutte  ✔@MinPres

Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was. Ik kom graag snel weer langs. 3:54 PM – Jan 21, 2018

Het zorgde voor veel ophef. CDA-leider Sybrand Buma sprak van het wegmoffelen van ooit grote maar nu beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis. Premier Mark Rutte, zelf historicus, vroeg zich zelfs openlijk af of het Mauritshuis dan maar niet ook de naam moest veranderen en waarschuwde voor een nieuwe Beeldenstorm.

Gordenker vindt dat haar buurman in het Torentje beter naar de feiten had moeten kijken. Was Rutte maar even komen kijken, zei ze, dan had hij kunnen zien dat we een aparte ruimte hebben ingericht met onder meer het andere beeld van Johan Maurits, juist om het verhaal over onze naamgever te vertellen. Van een naamsverandering is absoluut geen sprake, aldus de directeur.

Via een Twitter-bericht ging Rutte op haar aanbod in. ,,Mijn argument was en is de verder weg liggende geschiedenis niet te beoordelen met de bril van nu, maar begrijp in Buitenhof van mijn buurvrouw dat mijn voorbeeld van het Mauritshuis niet goed gekozen was. Ik kom graag snel weer langs.”

Godsdienstvrijheid

Gordenker probeerde in het programma het beeld dat veel Nederlanders nu van Johan Maurits hebben gekregen wat bij stellen. Hij is de stichter van het Mauritshuis dat daarom al eeuwen zijn naam draagt, het is geen eerbetoon. In Brazilië, waar hij betrokken was bij slavenhandel, heeft hij voor godsdienstvrijheid en goed onderwijs gezorgd. Johan Maurits wordt daar volgens Gordenker vereerd als een held.

Over de kwestie ontstond ook op sociale media veel discussie. Gordenker kondigde daarom aan dat iedereen die over het onderwerp heeft getwitterd, zowel voor- als tegenstanders, gratis het museum in mag. In een tweet nuanceerde het Mauritshuis dat korte tijd later: gratis toegang geldt alleen op zondag 28 januari.

In een gesprek met deze krant afgelopen week zei de voorlichter van het Mauritshuis overigens niets over een eventueel vervangend beeld.

Buma hekelt ‘grachtengordeldiscussie’ over historische namen en beelden

Elsevier 20.01.2018 CDA-leider Sybrand Buma vindt de huidige discussie over ‘beladen namen’ uit de Nederlandse geschiedenis belachelijk, en is tegen het wegmoffelen van die namen. ‘Alsof je door beelden omver te werpen en namen uit te wissen een beter mens wordt,’ zegt hij zaterdag. Buma reageert in een interview met AD op de ophef over het Mauritshuis.

Het Haagse museum haalde eerder de buste van Johan Maurits uit de foyer weg, omdat het op die plek ‘niet in de juiste context kon worden geplaatst’.

Andere namen geven, is ‘complete farce’, vindt Buma

‘Dit is meer en meer een grachtengordeldiscussie aan het worden,’ hekelt Buma. ‘Alsof je een historie mag en kan uitwissen; vergetende dat onze identiteit is ontstaan uit de geschiedenis.’ Volgens de CDA-leider wordt ‘de discussie over wat het is om een Nederlander te zijn’ meer een ijkpunt voor de komende vier jaar.

Eerder in Elsevier Weekblad

Koloniaal verleden: ophef over ‘foute’ straatnamen

Buma vreest voor het lot van andere Nederlandse historische figuren die momenteel onder vuur liggen, zoals de voormalig gouverneur-generaal van Nederlands-Indië J.P. Coen. De J.P. Coenschool in Amsterdam kondigde deze week aan ook van naam te willen veranderen, vanwege de beladenheid van de naam. ‘De discussie over de Coentunnel is ook al begonnen,’ waarschuwt Buma bovendien.

‘Natuurlijk is het ook van belang om de zwarte kanten van ons verleden te belichten, maar dan moet je geen namen gaan uitwissen om daarmee een moreel betere samenleving te worden. Het zou een complete farce zijn als we de Coentunnel opeens de Amsterdam Noord-tunnel Westbuis zouden noemen. Alsof mensen dan geen Coentunnel meer zeggen!,’ aldus Buma.

Ook premier Mark Rutte maakt zich zorgen. ‘Het is ons verleden. Wij zijn een land dat met z’n plussen en z’n minnen zich door de eeuwen heeft geknokt’, aldus Rutte in het radioprogramma Met Het Oog op Morgen. ‘Pas nou op om Jan Pieterszoon Coen te beoordelen met onze opvattingen van nu’, zegt de premier, die zelf historicus is.

Eerdere ophef over koloniale namen en beelden

Het is niet de eerste keer dat er ophef is over Nederlandse historische figuren. Afgelopen november maakte het Rotterdamse kunstcentrum Witte de With bekend van zijn naam af te willen omdat het was beschuldigd van ‘anti-zwartheid’. Ook was er eerder verzet tegen ‘koloniale’ straatnamen en standbeelden van Michiel de Ruyter en Jan Pieterszoon Coen.

Ook lieten activisten van de linkse groep De Grauwe Eeuw van zich horen. In enkele steden protesteerde de groep tegen ‘racistische’ evenementen en in Hoornbekladden de actievoerders een aantal standbeelden, onder meer van J.P. Coen, die zij ‘een massamoordenaar verantwoordelijk voor koloniale terreur’ noemden.

  Elif Isitman (1987) is sinds oktober 2014 online redacteur bij Elsevier Weekblad.

Buma noemt beladen namen ‘deel van geschiedenis’

NU 20.01.2018 CDA-leider Sybrand Buma is faliekant tegen het wegmoffelen van sommige inmiddels beladen namen uit de Nederlandse geschiedenis. ”Alsof je door beelden omver te werpen en namen uit te wissen een beter mens wordt”, zegt hij zaterdag in een interview met het AD.

Buma reageert daarmee op de ophef over het Haagse Mauritshuis. Het museum had de buste van naamgever Johan Maurits in de foyer van het Mauritshuis weggehaald, omdat het op die plek niet ”in de juiste context” geplaatst kon worden.

”Alsof je een historie mag en kan uitwissen, vergetende dat onze identiteit is ontstaan uit de geschiedenis. Dit is meer en meer een grachtengordeldiscussie aan het worden”, aldus Buma in de krant. Hij vindt ook dat de naam van de Coentunnel niet mag veranderen. ”J.P. Coen is onderdeel van onze historie. Als je alles relativeert, blijft er niets over”.

”De discussie over wat het is om Nederlander te zijn, wat onze historie is, wordt een ijkpunt voor de komende vier jaar”, denkt de CDA politicus. Ook bij de komende gemeenteraadsverkiezingen zal het er volgens hem over gaan.

Ook premier Mark Rutte maakt zich zorgen. ”Het is ons verleden. Wij zijn een land dat met z’n plussen en z’n minnen zich door de eeuwen heeft geknokt”, aldus Rutte in het radioprogramma Met het oog op morgen. ”Pas nou op om Jan Pieterszoon Coen te beoordelen met onze opvattingen van nu”, zegt de premier, die zelf historicus is.

Steeds meer organisaties denken na over hun naamgever. Deze week maakte de J.P. Coenschool in de Indische Buurt in Amsterdam bekend een andere naam te nemen. Coen was gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en voerde een hard koloniaal beleid.

Lees meer over: Sybrand Buma

Sybrand Buma: Jan Pieterszoon Coen is onderdeel van onze historie

AD 20.01.2018 Hij is nog lang niet klaar met de discussie over de Nederlandse identiteit. Eerherstel voor het Wilhelmus was pas het begin. Handen af van het Mauritshuis en de Coentunnel, stelt CDA-leider Sybrand Buma aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen.

Er zijn mensen die het debat over de Nederlandse identiteit onnodig polariserend vinden. Sybrand Buma is er daar in ieder geval geen van. ,,De discussie over wat het is om Nederlander te zijn, wat onze historie is, wordt een ijkpunt voor de komende vier jaar”, stelt hij gedecideerd. Ook bij de komende gemeenteraadsverkiezingen zal het hierover gaan, vermoedt hij. ,,Want wij politici denken misschien dat politiek gaat over 3 procent economische groei, maar de meeste mensen gaat het vooral om de vraag welke samenleving we samen willen hebben.”

Buma heeft met verbazing gekeken naar de discussie over het Haagse Mauritshuis, dat de kunststof buste van diens naamgever Johan Maurits verwijderde. Merkwaardige discussie, meent Buma. ,,Alsof je door beelden omver te werpen en namen uit te wissen een beter mens wordt. Alsof je een historie mag en kan uitwissen, vergetende dat onze identiteit is ontstaan in de geschiedenis. Dit is meer en meer een grachtengordeldiscussie aan het worden.”

Het zou een farce zijn als we de Coentunnel opeens de Amsterdam Noord-tunnel Westbuis zouden noemen

Overdrijft u niet?

,,De discussie over de Coentunnel is ook al begonnen. Maar J.P. Coen is onderdeel van onze historie. Als je alles relativeert, blijft er niets over.”

Coen heeft als gouverneur-generaal flink huisgehouden in Nederlands-Indië. In Duitsland en Rusland zijn verwijzingen naar Hitler en Stalin ook uit het straatbeeld verdwenen. Toch praat men erover. Verliest u nu niet zelf de nuance?

,,Die vergelijking vind ik zot. En daarbij: natuurlijk is het ook van belang om de zwarte kanten van ons verleden te belichten, maar dan moet je geen namen gaan uitwissen om daarmee een moreel betere samenleving te worden. Het zou een complete farce zijn als we de Coentunnel opeens de Amsterdam Noord-tunnel Westbuis zouden noemen. Alsof mensen dan geen Coentunnel meer zeggen!”

Het Mauritshuis verwijderde de buste, maar richtte tegelijkertijd twee wanden in om over het leven van Johan Maurits te vertellen. Die context geven, is toch precies wat u wilt?

,,Als het de bedoeling is om de geschiedenis te vertellen, dan ben ik het daar mee eens. Maar daar gaat de discussie niet over. Er wordt gedaan alsof je door een tunnel naar J.P. Coen te vernoemen zelf medeverantwoordelijk bent voor de slavernij. Alsof dat niet zo is als je die tunnel anders noemt. Onzin!”

Sybrand Buma © ANP

Wat is het risico daarvan?

,,Je gooit dan weg wat je gezamenlijk deelt als nationale identiteit. Dan blijft er een relativering over, waar niets voor in de plaats komt. We moeten het door er de verhalen bij te vertellen juist wel koesteren. We dragen een collectieve verantwoordelijkheid voor het verleden met de goede en slechte kanten. Daar hebben we het mee te doen en van te leren.”

U raakte met uw pleidooi voor het Wilhelmus een gevoelige snaar. Lof en hoon waren uw deel. Ziet u politiek al verandering?

,,Het valt mij op dat de SP onder Emile Roemer, als het bijvoorbeeld over vluchtelingen ging, erg meedeed met GroenLinks en de PvdA. Lilian Marijnissen zegt nu dat zij openstaat voor vluchtelingendeals met Afrika. Roemer wilde dat nooit zeggen. Dat verwelkom ik.”

U ziet in de SP een bondgenoot?

,,Je zou op het gebied van identiteit en cultuur nieuwe coalities kunnen bouwen. Dat is geen kwestie van links of rechts. Maar kijk je kosmopolitisch of zoals de gewone Nederlander er naar kijkt? Links valt uiteen in elitair links van Klaver en een volkslinks deel. Daar reken ik de SP toe.”

Dit is het begin van een periode waarin wat we belangrijk vinden ook in beleid kan worden omgezet

CDA en SP waren ooit al eens de initiatiefnemers van een Nationaal Historisch Museum. Dat kwam er niet. Tijd voor een herkansing?

,,Als de SP daarin zou willen samenwerken, dan zou ik dat heel goed vinden. We hebben daar in het regeerakkoord al een gewijzigde vorm over afgesproken. Geen nationaal museum, maar wel op meerdere plaatsen in Nederland de geschiedenis beter zichtbaar maken, zoals de plaats waar de Unie van Utrecht is gesloten of het Hof van Dordrecht.”

Bent u blij dat het thema nationale identiteit opduikt in de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen? Vorig jaar werkte het, nu staat het CDA er in de peilingen niet florissant bij.

,,Dit is al langer een thema, ook op lokaal niveau. Ik zie dat ook in de verkiezingsprogramma’s. Het is een van de kernvraagstukken in het Nederland van nu. Mensen zijn bezig met de vraag in wat voor samenleving we leven. Ik hoop dat men in gemeenten waar dit speelt de discussie aangaat: is dit waar we heen willen?”

U was in 2014 de grootste partij met ruim 14 procent van de stemmen, nu staat u op 9 procent in de peilingen.

,,Wij staan in de peilingen op het niveau waar we voor de Tweede Kamerverkiezingen ook stonden. Ik heb alle hoeken van de peilingen gezien. Het gaat erom dat je mensen weet te overtuigen. We kunnen nu een ander CDA laten zien dan toen. Toen zaten we net in de oppositie. In mijn ogen staan we nu aan het begin van een nieuwe periode waarin we veel van wat we belangrijk vinden ook in beleid kan worden omgezet.”

De lokale politici krijgen bij verkiezingen niet de credits als het landelijk niet lekker gaat. Voelt u de druk?

,,Bij een goede uitslag is altijd de vraag: van wie komt die? Natuurlijk wordt een deel van de uitslag altijd nationaal bepaald. Van mij mag men verwachten dat ik maximaal bijdraag aan het lokale succes. Het is altijd een gezamenlijkheid waarbij er ook een nationale component is, maar ik hoop dat de lokale invloed groot is, omdat het CDA daar sterk is. Nu was het makkelijker lokaal mensen op de lijst te krijgen dan de vorige keer. Dat zegt iets.”

Vreest u niet, omdat u nu regeert, met een slechte uitslag in een groef te komen waar het CDA niet meer uitkomt, zoals de PvdA overkwam?

,,De tijd is ook bij de CDA-achterban voorbij dat mensen moeten tekenen bij het kruisje omdat het CDA regeert. Daar ben ik me zeer van bewust. Per dag moeten we vertrouwen winnen. We moeten laten zien dat het CDA dat waard is.”

Rutte waarschuwt voor ‘beeldenstorm’

NOS 19.01.2018 Premier Rutte noemt het risicovol om gebeurtenissen uit de 17e en 18e eeuw te veroordelen “met de bril van nu”. “Pas op met wat we aan het doen zijn”, zegt hij in zijn wekelijkse gesprek op de radio. “Laten we voorzichtig zijn met het plaatsen van onze huidige maatschappelijke opvattingen op de geschiedenis die verder weg ligt.”

Deze week laaide het debat over het Nederlandse slavernijverleden weer op, toen bekend werd dat het Haagse Mauritshuis vorig jaar een borstbeeld van Johan Maurits uit de ontvangsthal van het museum had verwijderd. Ook liet de Amsterdamse J.P. Coenschool deze week weten na 107 jaar van zijn naam af te willen.

Rutte, zelf historicus, vindt het gek dat het Mauritshuis alleen het beeld heeft weggehaald. “Als je het beeld van de oprichter weghaalt, verander dan ook de naam.”

“Het ís ons verleden. We zijn niet voor niets een van de rijkste landen van de wereld.”, aldus – Rutte in NOS Met het Oog op Morgen.

Tweede Kamerleden Antoinette Laan (VVD) en Martin Bosma (PVV) hebben aangekondigd over de kwestie in debat te willen met minister Van Engelshoven (Cultuur). Laan noemt het on-Nederlands om gevoeligheden weg te stoppen.

Antoinette Laan@Antoinettelaan

Wat is dit slecht, verkeerd en on-Nederlands. In ons land gaan we niet met gevoeligheden om door dingen weg te stoppen, maar door er open over te discussiëren Buste Johan Maurits weg uit foyer Mauritshuis – NRC https://www.nrc.nl/nieuws/2018/01/12/buste-johan-maurits-weg-uit-foyer-mauritshuis-a1588230 …  21:01 – 14 jan. 2018

Buste Johan Maurits weg uit foyer Mauritshuis

Het museum heeft afgelopen zomer het kunststoffen borstbeeld verwijderd. Reden is ‘een groter bewustwordingsproces over slavernijverleden van Maurits’.

nrc.nl

Premier Rutte vindt het vraagstuk geen taak voor de politiek. “Het is een maatschappelijke discussie en het is prima dat die fel wordt gevoerd. Maar het is niet aan het kabinet om daar een mening over te hebben.”

 

“In Brazilië, waar hij gouverneur was van de Nederlandse kolonie, hebben ze groot respect voor Johan Maurits”

Rutte in NOS Met het Oog op Morgen

BEKIJK OOK;

Wat moeten we nu met de helden van toen?

Maurits van Nassau een schurk? Welnee, een held

Elsevier 19.01.2018 Met Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679) had Nederland een ambassadeur van formaat in Brazilië . De man wiens borstbeeld is verwijderd uit de hal van het naar hem vernoemde museum in Den Haag, het Mauritshuis, was iemand om juist trots op te zijn.

Het is bijna vierhonderd jaar geleden dat deze graaf als gouverneur-generaal de scepter zwaaide over de noordoostkust van het grootste land in Zuid-Amerika, maar hij wordt er nog altijd geroemd. In Recife (rif), hoofdstad van deelstaat Pernambuco, is er een school die zijn naam draagt, er is een brug met zijn naam en zelfs een naar hem vernoemde universiteit.

Maurits’ buste prijkt voor het gouverneurshuis in Recife, kinderen leren over hem op school en Mauricio is er een erg populaire naam. ‘Geen eerbetoon kan recht doen aan de legende van deze man,’ zei de Braziliaanse historicus Leonardo Silva Datas eens. ‘Hij was de beste president die we hebben gehad. Iedereen hield van hem,’ aldus de Braziliaanse filmregisseur Paulo Thiago, die een film over de Hollandse tijd maakte.

Beetje mal dat Maurits zo’n onbekende Nassau was

Gezien de roem waarmee Brazilianen de graaf nu nog overladen, is het een beetje mal dat Johan Maurits in Nederland zelf tot vorige week een van de onbekendste Nassaus was. Bij de naam ‘Maurits’ denken Nederlanders eerder aan Johan Maurits’ veel beroemdere achterneef: prins Maurits (1567-1625) of anders wel aan de huidige prins Maurits (1968).

Lees het prikkelende commentaar ‘Niemand gebaat bij beeldenstorm Mauritshuis’

Maar bij leven kende tout Nederland Johan Maurits, zeker de elite. De dichter Joost van den Vondel schreef in 1656 zelfs een lofdicht waarin de graaf in de laatste regel wordt geroemd als ‘een perel aan de kroon van Nassau’.

Toen de gouverneur-generaal na zeven jaar in de West in 1644 terugkeerde, maakte hij naam door de Haagse beau monde te ontvangen in zijn residentie aan de Hofvijver, nu bekend als het Mauritshuis.

Daar konden de hoogwaardigheidsbekleders via meegebrachte schatten kennismaken met de Nieuwe Wereld. Aan de wanden hingen metershoge schilderijen van inboorlingen, vreemde vogels krijsten in hun koperen kooien en overal stonden opgezette dieren. Maar het was vooral de dans van schaars geklede indianen in de achterzaal van Maurits’ stadspaleis, die indruk maakte.

Geen wetenschapper nam de moeite voor biografie Maurits van Nassau

Waardoor Johan Maurits in Nederland in de vergetelheid is geraakt, is niet bekend. Geen wetenschapper in Nederland die de moeite heeft genomen om een biografie over hem te schrijven. Een mogelijke verklaring is dat de graaf naar hedendaagse maatstaven niet deugde.

Op de website van het Mauritshuis is al veel langer te lezen dat Johan Maurits zijn stadspaleis liet bouwen met geld dat hij verdiende over de ruggen van zwarte slaven. Johan Maurits, kortom, zou een held met een luchtje zijn. Des te opmerkelijker dat Brazilianen over dit feit heenstappen en Maurits’ regeerperiode in Brazilië niet gedenken als zwarte bladzijde, maar als ‘gouden tijd’. Wat heeft Johan Maurits gedaan dat hij in Brazilië zo op handen wordt gedragen?

Geboren op zelfde slot als zijn oudoom Willem van Oranje

Johan Maurits van Nassau-Siegen wordt in 1604 geboren op Slot Dillenburg, hetzelfde slot vanwaar zijn oudoom Willem van Oranje (1533-1584) de strijd tegen de Spaanse overheerser coördineerde. Als middelste van de 25 kinderen die zijn vader Jan VII (1561-1623) bij twee vrouwen heeft verwekt, heeft hij de pech dat zijn oudere broers het geld al hebben opgemaakt voor een universitaire opleiding en een grand tour door Europa, zoals dat hoorde bij hoog-adellijke families.

Zonder toegang tot universitair onderwijs is Maurits voorbestemd voor een militaire loopbaan. Al op zestienjarige leeftijd treedt hij in dienst van het Staatse leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, dat na een wapenstilstand net weer begint te vechten tegen Spaanse troepen.

Hij gaat in de leer bij verwanten als de Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau (1560-1620) en neemt onder de latere stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647), bijgenaamd de Stedendwinger, deel aan het Beleg van Den Bosch. Johan Maurits maakt een bliksemcarrière: al na zes jaar wordt hij bevorderd tot kapitein.

De Nederlanden zijn niet het enige strijdtoneel voor de jonge Republiek. Aan de andere kant van de wereld verovert de West-Indische Compagnie (WIC) een deel van de kolonie Brazilië op de Portugezen. Langs de kust bevindt zich het belangrijkste suikerproductiegebied ter wereld en de WIC hoopt met de handel in suiker winst te kunnen maken.

Maar de Portugezen blijven zich met hulp van indianen met succes verzetten tegen de Hollandse bezetter. Suikermolens bijvoorbeeld branden ze tot de grond toe af. Dat brengt de bewindvoerders van de WIC, de Heren XIX, ertoe een militair te zoeken die orde op zaken kan stellen in de nieuwe Nederlandse kolonie. Zo komen ze uit bij Johan Maurits.

Een verblijf in de tropen gold in die tijd als te riskant

Doorgaans zou iemand van hoge afkomst bedanken voor zo’n functie. Een verblijf in de tropen gold in die tijd als te riskant. Een van de vorige bevelhebbers, Johan van Dorth (1574-1624), was amper in Brazilië gearriveerd, of hij sneuvelde in een hinderlaag van met pijl en boog bewapende indianen. Maar Johan Maurits heeft een goede reden om toch te gaan.

Tijdens de winters wordt er niet gevochten en neemt de jonge graaf deel aan het hofleven van Frederik Hendrik, de eerste Oranje met vorstelijke allure. Of Johan Maurits door de stadhouder wordt aangestoken of dat hij van nature iets op heeft met pracht en praal, is niet bekend, maar hij besluit in Den Haag een eigen (stads)paleis te laten bouwen, pal naast het Binnenhof.

Johan Maurits verkijkt zich echter op de kosten, waardoor de bouw moeizaam verloopt. De riante vergoeding die de Heren XIX bieden voor een uitzending naar Brazilië zou hem in staat stellen zijn paleisje in één keer af te bouwen. De Heren bieden een gage van (omgerekend naar de actuele waarde) 13.000 euro per maand, plus onkostenvergoeding en 2 procent van de buitgemaakte goederen. Zo vertrekt Johan Maurits in oktober 1636 met 2.600 man op twaalf schepen vanuit Texel naar Brazilië.

Maurits van Nassau maakt snel korte metten met de Portugezen

Maurits en zijn troepen maken snel korte metten met de Portugezen en vergroten de kolonie. Tegelijk stelt Johan Maurits orde op zaken. Hij tuigt een rechterlijke organisatie op naar Nederlands voorbeeld en laat criminaliteit, corruptie en prostitutie aanpakken. Om bigamie – een groot probleem onder soldaten in den vreemde – de kop in te drukken voert hij de Nederlandse huwelijkswetgeving in.

Verder wijst Johan Maurits controleurs aan om het voedsel eerlijk te verdelen, voert hij het Amsterdamse stelsel van maten en gewichten in en laat hij de stad Recife omwallen. Hij bouwt er bovendien een nieuwe stad aan vast: Mauritsstad, met daarin de residentie Vrijburg.

Johan Maurits laat wegen, bruggen en kanalen aanleggen en om de suikerproductie op gang te brengen, laat hij verlaten plantages veilen en leent hij geld aan de kopers. De behoefte aan arbeidskrachten vervult hij door Fort Elmina aan de Afrikaanse westkust te veroveren om vandaaruit slaven te importeren.

In plaats van de Portugezen het leven zuur te maken, stelt hij zich tolerant op. ‘Ware grootheid der status is niet naar de wijde vlakten, landerijen en macht af te meten, maar naar de trouw, de goedgezindheid en de eerbied der ingezetenen,’ schrijft Johan Maurits.

Hij stelt de Portugezen gelijk voor de wet en verzekert inwoners van de kolonie van inspraak door het instellen van een vergadering van afgevaardigden: het eerste parlement in de Nieuwe Wereld. Bovendien voert hij vrijheid van geloof in. Katholieken en joden mogen net als de Hollandse calvinisten hun geloof belijden.

Decennia voordat de Verlichting in Europa goed op gang komt, stelt Johan Maurits zich op als verlicht vorst. Veel keuze heeft de bruggenbouwer overigens niet: een groot deel van de inwoners bestaat uit Portugezen en een opstand kan hij zich niet veroorloven.

Maurits van Nassau gold als een modelvorst

Niet alleen door zijn tolerante opstelling krijgt Johan Maurits de reputatie van modelvorst, ook door zijn promotie van kunsten en wetenschappen in Brazilië. Hij neemt wetenschappers en kunstenaars mee om planten, dieren en bevolking te bestuderen. Johan Maurits’ lijfarts Willem Piso (1611-1678) verricht er baanbrekend onderzoek naar medicijnen en tropische ziekten.

De Duitse natuurkenner, geograaf, cartograaf en wiskundige Georg Marcgraf (1610-1644) onderzoekt er het weer, de flora en fauna en brengt het land in kaart. Piso en Marcgraf schrijven samen de Historia Naturalis Brasiliae, die tot in de negentiende eeuw het standaardwerk over Brazilië zou blijven. Johan Maurits financiert de studie uit eigen zak.

Het Suikerpaleis

Toen Johan Maurits op 22 mei 1644 Recife uitzeilde, nam hij een lading wapens, gebruiksvoorwerpen, sieraden, meubels, dieren, schelpen en vele andere objecten mee. Deze collectie Brasiliana werd ondergebracht in het Mauritshuis. Maurits’ stadspaleis, bijgenaamd het Suikerpaleis wegens de financiering ervan door handel in suiker, werd zo een van de belangrijkste curiositeitenkabinetten van de Republiek.

In de loop der jaren zou de collectie versnipperen. Niet in de laatste plaats doordat Johan Maurits zijn collectie gebruikte voor het geven van diplomatieke geschenken. Een deel van Maurits’ stukken ging verloren, onder meer door de brand die in 1704 een groot deel van het Mauritshuis – indertijd een Hotel van Staat voor hoge gasten van de Staten-Generaal – verwoestte.

Dankzij een loterij kwam de financiering voor herbouw rond. In 1822 werd het Mauritshuis een museum, wat het vandaag de dag nog altijd is.

De gouverneur-generaal, die in deze tijd een hofleven naar Europees model opbouwt, scoort de ene na de andere primeur. Rond Vrijburg wordt de eerste botanische tuin van het continent aangelegd, in observatoria worden de eerste systematische astronomische observaties gedaan en in Recife verrijst de eerste dierentuin.

Intussen leggen de jonge kunstschilders Frans Post (1612-1680) en Albert Eckhout (circa 1607-circa 1665) het land vast op doek. Zij zouden er zo voor zorgen dat heel Europa kennismaakt met Brazilië.

Alleen, de Heren XIX kunnen Johan Maurits’ werk niet waarderen. Ze willen winst zien. In brieven aan zijn vriend, de geleerde en dichter Constantijn Huygens (1596-1687), beklaagt Maurits zich over de onredelijke verwachtingen van het WIC-bestuur. Al na zes jaar in Brazilië vraagt Maurits zijn ontslag aan en in 1644 vertrekt hij.

Verdraagzaam zijn jegens ‘andersdenkenden’

In een plechtige afscheidsvergadering op 6 mei leest hij zijn politiek testament voor. Hij vraagt toekomstige bestuurders verdraagzaam te zijn jegens andersdenkenden. Daarna wordt hij op de schouders van indianen naar zijn schip gedragen. Het stamhoofd van de Tapuya’s geeft hem drie van zijn zonen mee.

Maurits zou een glansrijke toekomst tegemoet gaan. In 1647 benoemt de keurvorst van Brandenburg hem tot stadhouder van het hertogdom Kleef, in het Staatse leger klimt hij op tot opperbevelhebber en zijn liefde voor de bouwkunst brengt hem hoofdrollen bij de restauratie van het Johanniterslot te Sonnenburg bij Brandenburg en de bouw van de Unter den Linden in Berlijn. In 1679 sterft hij, vrouw- en kinderloos.

De Hollandse kolonie in Brazilië kent een minder glansrijke toekomst. Na Maurits’ vertrek laait de strijd weer op en gaat Brazilië voorgoed voor de Republiek verloren. ’T Versuymt Brasil – Ons verloren Brazilië – klinkt het teleurgesteld in Den Haag.

‘Apekool van gekwetst links moet stoppen’

Telegraaf 17.01.2018 Een aanval op onze iconen, noemt Wierd Duk de hetze tegen historische figuren als De Ruyter, J.P. Coen en Maurits. Een gesprek over Hitler, Zwarte Piet en gekwetste linkse actievoerders.

Moet onze vaderlandse geschiedenis intact blijven?

Telegraaf 17.01.2018 Onder druk van een kleine groep activisten wordt de geschiedenis van Nederland langzaam herschreven. Verwijzingen naar vermeende ‘foute’ historische persoonlijkheden worden stap voor stap verwijderd uit de publieke ruimte. Moet onze vaderlandse geschiedenis intact blijven? Of moeten we gewoon met de tijd meegaan omdat deze figuren simpelweg niet correct zijn?

’Stop de vervalsing’

Telegraaf 17.01.2018 Nu moet Maurits’ kop weer rollen. Eerder waren Jan Pieterszoon Coen, Michiel de Ruyter, Peerke Donders en de Gouden Koets al aan de beurt. Historici zijn het beu: wie wordt het volgende slachtoffer van deze absurde geschiedvervalsing?

Stop met het herschrijven van onze geschiedenis op last van een kleine groep activisten. Die klemmende oproep doen de gerenommeerde emeritus hoogleraren Piet Emmer en Frank Ankersmit naar aanleiding van de nieuwe beeldenstorm die is ontketend in Nederland.

Zo werd gisteren besloten dat de J.P. Coenschool in Amsterdam een andere naam krijgt, omdat Coen veel doden op zijn geweten had. Het Mauritshuis haalde een buste van haar naamgever weg omdat die zich zou hebben verrijkt aan slavernij.

https://www.telegraaf.nl/nieuws/1550210/stop-de-vervalsing

Absurd, vinden de wetenschappers de manier waarop ons land zich laat gijzelen door deze geschiedvervalsers. „De morele ijdelheid waarmee de slavernij nu wordt veroordeeld, duidt op een volkomen gebrek aan historisch besef.”

In Nederland liefst weggepoetst door activisten, in Brazilië huizenhoog op een voetstuk: Johan Maurits van Nassau.

Frauderen met vroeger

Telegraaf 17.01.2018 Historici verbazen zich over de nieuwe ’beeldenstorm’ die over Nederland raast. Na het weghalen van de buste van Johan Maurits in het Mauritshuis, besloot gisteren de Amsterdamse J.P. Coenschool dat er een andere naam op de muur moet, eentje die niet herinnert aan het slavernijverleden. Zelfs het beeld van Peerke Donders in Tilburg, die uit goedertierenheid een aai over de bol van een leprapatiënt geeft, mag niet meer van activisten.

Wat moeten we nu met de helden van toen?

NOS 17.021.2018 Het debat over het Nederlandse slavernijverleden laait weer op. Zo wil de Amsterdamse J.P. Coenschool na 107 jaar van zijn naam af en verwijderde het Mauritshuis in Den Haag het standbeeld van zijn naamgever Maurits van Nassau-Siegen uit de foyer. De vraag dient zich aan hoe wij in de huidige tijd moeten omgaan met de helden van weleer.

Dienke Hondius, historicus en initiator van Mapping Slavery NL dat de sporen van het Nederlandse slavernijverleden toegankelijk maakt voor een breder publiek, kan zich heel goed voorstellen dat de J.P. Coenschool in Amsterdam van zijn naam af wil.

Volgens Hondius is er in de loop van de tijd schaamte ontstaan over de gouverneur-generaal van de Verenigde Oostindische Compagnie Jan Pieterszoon Coen. Hoewel de VOC onder zijn bewind floreerde was hij ook verantwoordelijk voor de moord op bijna 15.000 inwoners op de Banda-eilanden, die het nootmuskaatmonopolie van de VOC niet wilden erkennen.

Het zou nu ondenkbaar dat deze man een nationale held zou worden, aldus Dienke Hondius.

“We zijn in de loop der tijd steeds meer over hem te weten gekomen. Het zou nu ondenkbaar dat deze man een nationale held zou worden”, zegt Hondius. Maar we moeten dit deel van de Nederlandse geschiedenis ook niet uitwissen, vindt ze. “Het biedt ook de mogelijkheid om iets over die geschiedenis te vertellen en om het verleden zichtbaar te maken.”

‘Een beetje krampachtig’

Wat haar betreft mogen dan ook standbeelden en straatnamen die verband houden met het slavernijverleden gewoon blijven. “Je kunt best een straat J.P. Coenstraat laten heten, maar geef onder het bordje dan een korte uitleg over de keerzijde, zoals dat ook gebeurd is bij het standbeeld van Coen in Hoorn.”

Video afspelen

Deze Nederlandse standbeelden zijn omstreden

Onafhankelijk onderzoeker Aspha Bijnaar, gespecialiseerd in het koloniale verleden, sluit zich daarbij aan. “Het verwijderen van beladen namen is op zich een gemiste kans. Het ontneemt juist de kans om meer uit te leggen over omstreden personen.”

Ze noemt het besluit van het Mauritshuis om het beeld van Maurits uit de foyer te verwijderen “een beetje krampachtig”. “Ze kunnen er beter een plakkaat bij doen waarin ze uitleggen waarom hij omstreden is.” Volgens Bijnaar is geschiedenis ook gewoon op straat en moet dat, met enige uitleg erbij, gewoon zo blijven.

Natuurlijk moet je het in zijn tijd plaatsen, maar zo denken we nu niet meer, aldus Karwan Fatah-Black.

Karwan Fatah-Black, onderzoeker en docent gespecialiseerd in koloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden, ziet dat anders. Hij vindt het een goede zaak dat de J.P. Coenschool van naam verandert. “We hebben er niet zoveel aan om deze geschiedenis als een soort eerbetoon aan zo’n school te hangen. Natuurlijk moet je het in zijn tijd plaatsen, maar zo denken we nu niet meer”, zei hij in De Wereld Draait Door (DWDD).

Volgens Fatah-Black zijn de meeste ‘koloniale helden’ pas honderden jaren na hun dood op een voetstuk geplaatst. “Het is het op een voetstuk plaatsen van iets dat we volgens mij niet op een voetstuk moeten plaatsen.”

‘Onderdeel van ons koloniaal verleden’

Piet Emmer, hoogleraar en specialist op het gebied van slavernij en immigratie, zat ook aan tafel in DWDD en was het deels met hem eens. “Op dit ogenblik zouden we geen school of tunnel meer voor J.P. Coen maken. Maar aan de andere kant is het onderdeel van ons koloniaal verleden en is het zinloos om voortdurend dingen die ons op dit ogenblik verkeerd voorkomen, zoals straatnamen of beelden, te veranderen.”

De beste oplossing is volgens hem om die namen en standbeelden te laten staan en erover te praten. “Het is juist belangrijk om je aan sommige namen te stoten, dan komt daarover weer een discussie op gang. Zoals bijvoorbeeld over de panelen op de Gouden Koets met zwarte mensen in onderdanige posities. Door die koets een keer per jaar te laten rijden kun je daar met je kinderen een keer per jaar over discussiëren.”

BEKIJK OOK;

Deze Nederlandse standbeelden zijn ook omstreden

‘Straatnamen mogen best een beetje opvoeden’

Actiegroep bekladt VOC-monumenten in Hoorn

Mauritshuis doet onderzoek naar sla­ver­nij­ver­le­den

AD 17.01.2018 Hoewel het museum in Den Haag zijn naam dankt aan Johan Maurits, weet het weinig over de rol van de 17de-eeuwse gouverneur in de geschiedenis. Het Mauritshuis neemt historici in de arm om dat te onderzoeken.

© Beko/Wikimedia

De laatste jaren kreeg het Mauritshuis steeds vaker kritiek op de informatieverstrekking over het slavernijverleden van zijn naamgever. Mede hierdoor besloot het museum deze zomer een borstbeeld van de gouverneur van de Nederlandse kolonie in Brazilië uit de foyer te verwijderen. Dat nieuws leverde vorige week een storm aan kritiek op van mensen die dit zien als een knieval voor antiracisme-activisten. VVD en PVV kondigden zelfs Kamervragen aan.

Maurits liet het woonhuis bouwen terwijl hij zelf in Brazilië was. Het gebouw is al sinds de 19de eeuw een museum, met topschilderijen uit de Gouden Eeuw. Een woordvoerder van het Mauritshuis zegt verbaasd te zijn over de ophef. ,,Jammer dat nu het verkeerde beeld is ontstaan. Wij wilden juist een completere toelichting aan onze bezoekers geven over Maurits. Dat kon veel beter in het museum dan in de foyer. Bovendien gaat het niet om een origineel borstbeeld, maar om een kunststof replica.”

Het beeld is dan wel verdwenen naar het depot, maar er is volgens hem geen sprake van wissen van de geschiedenis. ,,We zijn niet van plan andere werken weg te halen die een link hebben met het slavernijverleden. De zeven portretten van Maurits in het museum blijven gewoon hangen, alleen ze zijn nu voorzien van een uitgebreidere, genuanceerdere toelichting.” Ook de website, rondleidingen en publicaties zijn aangepast.

Lees ook;

Wat doen we nu met Piet Hein?

Lees meer

Wie gaan er schuil achter De Grauwe Eeuw?

Lees meer

Amsterdamse school zegt besmette naam uit koloniaal verleden vaarwel

Lees meer

Taj Mahal onder vuur: ‘Haal hem weg’

Lees meer

Iconen

Zo probeert het museum in te spelen op het maatschappelijke debat over de rol van de iconen van de West-Indische Compagnie (WIC) en de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). Althans, wat daarover bekend is. Het museum erkent eigenlijk niet veel te weten over zijn naamgever. ,,We weten weinig over de rol die hij speelde in de slavernij”, zegt de woordvoerder.

,,Historicus Piet Emmer zegt bijvoorbeeld dat Maurits weinig heeft verdiend aan slavernij, maar anderen stellen dat hij daarbij de waarde van de spin-off, zoals reparaties aan schepen, niet meerekent. Kortom, we weten het niet precies. Daarom roepen we de hulp in van historici van de Universiteit Leiden. De onderzoeksgroep wordt momenteel gevormd.”

De discussie over het koloniale verleden speelt ook in Amsterdam. Daar verandert de J.P. Coenschool, een openbare basisschool in de Indische Buurt, binnenkort haar naam. ,,Die strookt niet meer met onze kernwaarden”, zegt directeur Sylvie van den Akker. Historici zijn het vrijwel unaniem eens dat gouverneur J.P. Coen (1587-1629) in Nederlands-Indië een bloedig koloniaal bewind voerde, waardoor duizenden stierven.

Buste van Johan Maurits verbannen naar het depot: slavernijdebat gaf de doorslag

VK 17.01.2018 Tot september stond in de ontvangsthal van het naar hem genoemde Mauritshuis een borstbeeld van Johan Maurits. Nu is het verbannen naar het depot. Wat zit daarachter?

Al een maand of vier staat de buste van Johan Maurits van Nassau-Siegen – van 1637 tot 1644 gouverneur van de Hollandse kolonie in Brazilië – niet meer in de ontvangsthal van het naar hem vernoemde Mauritshuis. Tamelijk onverhoeds en in stilte werd het overgebracht naar het depot. ‘Niemand heeft er bij mijn weten opmerkingen over gemaakt’, zegt hoofd marketing Koen Brakenhoff, staand op de plek waar de Oranjetelg tot september 2017 de bezoekers begroette.

Tot nu toe. Vorige week stelde kunsthistoricus en conservator Imara Limon in de Volkskrant goedkeurend vast dat het borstbeeld was verwijderd als verlaat blijk van afkeuring van het veronderstelde aandeel van Johan Maurits in de slavenhandel. Vervolgens wijdde NRC Handelsblad er een stukje aan, en verklaarde het Mauritshuis alsnog dat de ‘verplaatsing’ van de buste voortvloeide uit ‘de groeiende maatschappelijke discussie over hoe we in Nederland (en in musea) omgaan met het slavernijverleden’.

Het borstbeeld van Johan Maurits. © Beko / Wikimedia

Er is vorig jaar geen ruchtbaarheid aan gegeven omdat een museum zich nu eenmaal voortdurend aan veranderende maatschappelijke opvattingen aanpast, zegt Brakenhoff. ‘Daar zijn we een museum voor. We vinden het niet nodig om elke tussenstand breed uit te meten.’

Welnu: dat doen anderen wel voor hem. Gebruikers van de sociale media ontstaken in woede over de ‘beeldenstorm’ die zich in het Mauritshuis zou hebben voltrokken. De Kamerleden Antoinette Laan (VVD) en Martin Bosma (PVV) hebben aangekondigd met minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) over deze kwestie in de debat te gaan. ‘Er is een totaal verkeerde beweging gaande’, zei Laan in De Telegraaf. ‘We importeren de Amerikaanse trend tot overgevoeligheid.’

Daarmee wordt de verwijdering van de buste ten onrechte gereduceerd tot een politiek gebaar, zegt Brakenhoff. ‘We hadden namelijk ook andere redenen voor haar verplaatsing. Het gaat om een replica van composietmarmer, naar het originele borstbeeld uit 1664. Voor ons is het meer een meubelstuk dan een kunstvoorwerp. Er waren dus ook geen sterke kunsthistorische argumenten voor de handhaving van zijn oorspronkelijke plek.’

Een beeld van Johan Maurits © Freek van den Bergh / de Volkskrant

MAATSCHAPPELIJK DEBAT

J.P. Coen

De J.P. Coenschool, een openbare basisschool in de Indische Buurt in Amsterdam, verandert binnenkort van naam. ‘Die strookt niet meer met de kernwaarden die wij hebben’, zegt directeur Sylvie van den Akker. Jan Pieterszoon Coen (1587-1629) was gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in toenmalig Nederlands-Indië. Historici zijn het vrijwel unaniem met elkaar eens dat hij daar een bloedig koloniaal bewind voerde. ANP

Maar, geeft Brakenhoff toe, het maatschappelijk debat over het slavernijverleden gaf bij de beslissing de doorslag. Naast Imara Limon uitten Anousha Nzume, auteur van het boek Hallo witte mensen, en columnist Zihni Özdil – thans Kamerlid voor GroenLinks – kritiek op de ‘onzichtbaarheid van de schaduwkanten van de vaderlandse geschiedenis’ in het Mauritshuis.

‘Dat gaf ons wel te denken’, geeft Brakenhoff blijmoedig toe. ‘We waren heel lang zoekend naar een evenwichtige presentatie van onze collectie. Door de kritiek waaraan we kwamen bloot te staan, is dat proces in een stroomversnelling geraakt.’

Het resultaat heeft zelfs Zihni Özdil enigszins verrast. ‘Mij was het vooral te doen om aanpassing van de teksten bij de tentoongestelde stukken’, zegt hij, blauwbekkend zonder overjas voor het Mauritshuis. ‘Teksten waaruit blijkt dat Johan Maurits niet alleen een kunstminnende bestuurder was, maar dat hij zich ook verrijkte ten koste van tot slaaf gemaakte Afrikanen.

Maar van de verwijdering van standbeelden ben ik geen voorstander. Integendeel. Als je een standbeeld verwijdert, begraaf je het verleden in plaats van erover te praten.’

Dat is in het Mauritshuis niet gebeurd, verzekert Brakenhoff. ‘Het is zo jammer dat het nu om een verdwenen buste gaat terwijl er elders in het museum veel meer en veel evenwichtiger aandacht wordt besteed aan Johan Maurits.’ Daarbij doelt hij op de teksten van de audiotour die de licht- en schaduwkanten van de gouverneur belichten.

Hoe schaduwrijk de conduitestaat van Johan Maurits precies is, weet Brakenhoff ook niet. ‘We hebben historici van de Universiteit Leiden dan ook gevraagd zich nader te verdiepen in de rol die hij heeft gespeeld in Nederlands Brazilië, en dus ook in de slavernij.’

‘Maar Johan Maurits is kennelijk al schuldig verklaard’, concludeert emeritus hoogleraar Piet Emmer, wiens boek Het zwartwit-denken voorbij onlangs verscheen. ‘Getuige de verbanning van zijn buste naar het depot. Een vreemde geste van het Mauritshuis, want ik zie werkelijk niet in waarom Johan Maurits zou moeten worden gestraft.

Hij was geen eigenaar van een plantage of van een suikermolen, en hij heeft geen vermogen verdiend aan de slavenhandel, simpelweg omdat de West-Indische Compagnie daarop verlies leed. Hij kwam alleen niet op de gedachte de slavernij af te schaffen, maar daarin was Johan Maurits een kind van zijn tijd. Dat is geen vergrijp dat de verwijdering van zijn buste rechtvaardigt.’

Volg en lees meer over:  ‘S-GRAVENHAGE   SHOWBIZZ & CULTUUR   DEN HAAG   ZUID-HOLLAND   MUSEA & GALERIES   MAURITSHUIS

Buste van Johan Maurits verbannen naar het depot: slavernijdebat gaf de doorslag

VK 16.01.2018 Tot september stond in de ontvangsthal van het naar hem genoemde Mauritshuis een borstbeeld van Johan Maurits. Nu is het verbannen naar het depot. Wat zit daarachter?

Al een maand of vier staat de buste van Johan Maurits van Nassau-Siegen – van 1637 tot 1644 gouverneur van de Hollandse kolonie in Brazilië – niet meer in de ontvangsthal van het naar hem vernoemde Mauritshuis. Tamelijk onverhoeds en in stilte werd het overgebracht naar het depot. ‘Niemand heeft er bij mijn weten opmerkingen over gemaakt’, zegt hoofd marketing Koen Brakenhoff, staand op de plek waar de Oranjetelg tot september 2017 de bezoekers begroette.

Tot nu toe. Vorige week stelde kunsthistoricus en conservator Imara Limon in de Volkskrant goedkeurend vast dat het borstbeeld was verwijderd als verlaat blijk van afkeuring van het veronderstelde aandeel van Johan Maurits in de slavenhandel. Vervolgens wijdde NRC Handelsblad er een stukje aan, en verklaarde het Mauritshuis alsnog dat de ‘verplaatsing’ van de buste voortvloeide uit ‘de groeiende maatschappelijke discussie over hoe we in Nederland (en in musea) omgaan met het slavernijverleden’.

Er is vorig jaar geen ruchtbaarheid aan gegeven omdat een museum zich nu eenmaal voortdurend aan veranderende maatschappelijke opvattingen aanpast, zegt Brakenhoff. ‘Daar zijn we een museum voor. We vinden het niet nodig om elke tussenstand breed uit te meten.’

Welnu: dat doen anderen wel voor hem. Gebruikers van de sociale media ontstaken in woede over de ‘beeldenstorm’ die zich in het Mauritshuis zou hebben voltrokken. De Kamerleden Antoinette Laan (VVD) en Martin Bosma (PVV) hebben aangekondigd met minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) over deze kwestie in de debat te gaan. ‘Er is een totaal verkeerde beweging gaande’, zei Laan in De Telegraaf. ‘We importeren de Amerikaanse trend tot overgevoeligheid.’

Daarmee wordt de verwijdering van de buste ten onrechte gereduceerd tot een politiek gebaar, zegt Brakenhoff. ‘We hadden namelijk ook andere redenen voor haar verplaatsing. Het gaat om een replica van composietmarmer, naar het originele borstbeeld uit 1664. Voor ons is het meer een meubelstuk dan een kunstvoorwerp. Er waren dus ook geen sterke kunsthistorische argumenten voor de handhaving van zijn oorspronkelijke plek.’

Het beeld van Johan Maurits © Freek van den Bergh / de Volkskrant

MAATSCHAPPELIJK DEBAT

J.P. Coen

De J.P. Coenschool, een openbare basisschool in de Indische Buurt in Amsterdam, verandert binnenkort van naam. ‘Die strookt niet meer met de kernwaarden die wij hebben’, zegt directeur Sylvie van den Akker. Jan Pieterszoon Coen (1587-1629) was gouverneur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in toenmalig Nederlands-Indië. Historici zijn het vrijwel unaniem met elkaar eens dat hij daar een bloedig koloniaal bewind voerde. ANP

Maar, geeft Brakenhoff toe, het maatschappelijk debat over het slavernijverleden gaf bij de beslissing de doorslag. Naast Imara Limon uitten Anousha Nzume, auteur van het boek Hallo witte mensen, en columnist Zihni Özdil – thans Kamerlid voor GroenLinks – kritiek op de ‘onzichtbaarheid van de schaduwkanten van de vaderlandse geschiedenis’ in het Mauritshuis.

‘Dat gaf ons wel te denken’, geeft Brakenhoff blijmoedig toe. ‘We waren heel lang zoekend naar een evenwichtige presentatie van onze collectie. Door de kritiek waaraan we kwamen bloot te staan, is dat proces in een stroomversnelling geraakt.’

Het resultaat heeft zelfs Zihni Özdil enigszins verrast. ‘Mij was het vooral te doen om aanpassing van de teksten bij de tentoongestelde stukken’, zegt hij, blauwbekkend zonder overjas voor het Mauritshuis. ‘Teksten waaruit blijkt dat Johan Maurits niet alleen een kunstminnende bestuurder was, maar dat hij zich ook verrijkte ten koste van tot slaaf gemaakte Afrikanen.

Maar van de verwijdering van standbeelden ben ik geen voorstander. Integendeel. Als je een standbeeld verwijdert, begraaf je het verleden in plaats van erover te praten.’

Dat is in het Mauritshuis niet gebeurd, verzekert Brakenhoff. ‘Het is zo jammer dat het nu om een verdwenen buste gaat terwijl er elders in het museum veel meer en veel evenwichtiger aandacht wordt besteed aan Johan Maurits.’ Daarbij doelt hij op de teksten van de audiotour die de licht- en schaduwkanten van de gouverneur belichten.

Hoe schaduwrijk de conduitestaat van Johan Maurits precies is, weet Brakenhoff ook niet. ‘We hebben historici van de Universiteit Leiden dan ook gevraagd zich nader te verdiepen in de rol die hij heeft gespeeld in Nederlands Brazilië, en dus ook in de slavernij.’

‘Maar Johan Maurits is kennelijk al schuldig verklaard’, concludeert emeritus hoogleraar Piet Emmer, wiens boek Het zwartwit-denken voorbij onlangs verscheen. ‘Getuige de verbanning van zijn buste naar het depot. Een vreemde geste van het Mauritshuis, want ik zie werkelijk niet in waarom Johan Maurits zou moeten worden gestraft.

Hij was geen eigenaar van een plantage of van een suikermolen, en hij heeft geen vermogen verdiend aan de slavenhandel, simpelweg omdat de West-Indische Compagnie daarop verlies leed. Hij kwam alleen niet op de gedachte de slavernij af te schaffen, maar daarin was Johan Maurits een kind van zijn tijd. Dat is geen vergrijp dat de verwijdering van zijn buste rechtvaardigt.’

Volg en lees meer over:  MUSEA & GALERIES   MAURITSHUIS   ZUID-HOLLAND   ‘S-GRAVENHAGE   DEN HAAG   SHOWBIZZ & CULTUUR

‘Politiek correcte beeldenstorm’: jacht op koloniale beelden en namen laait op

Elsevier 16.01.2018 De jacht op politiek incorrecte namen en beeltenissen is hervat. Afgelopen weekeinde werd bekend dat het Haagse museum het Mauritshuis een buste van Johan Maurits weghaalde uit de foyer, en dinsdag kondigt de Amsterdamse basisschool J.P. Coen aan zijn naam te veranderen.

Directeur Sylvie van den Akker bevestigt aan De Telegraaf dat de naam van de school wordt veranderd vanwege het koloniale verleden van naamgever Johannes Pieterszoon Coen. Reden is ook dat de school de ‘eerste Unesco-school’ is in Amsterdam. ‘We vinden dat Coen daar niet bij past. (…) Hij heeft natuurlijk veel mensen vermoord. Daar voelen wij ons niet meer senang bij,’ aldus Van den Akker.

Belangrijk is daarbij de relatie met Unesco. ‘Vrede, wereldburgerschap, mensenrechten, intercultureel leren en duurzaamheid’ zijn volgens Van den Akker thema’s die de school hoog in het vaandel heeft staan. Vanwege de verschillende nationaliteiten en culturen op de school, moet die een andere naam hebben, vindt de directie. Wel wordt erover gedacht om het element ‘Coen’ te behouden omdat de school daaronder bekend is en een goed imago heeft.

Buste Maurits weggehaald uit Mauritshuis

Dit weekend bleek tevens dat het Mauritshuis afgelopen september een kunststof borstbeeld van Johan Maurits van Nassau-Siegen uit zijn foyer verwijderde. Reden is ‘de groeiende maatschappelijke discussie’ over het slavernijverleden van Nederland en ‘een grotere bewustwording over het slavernijverleden van Maurits’.

Eerder in Elsevier Weekblad; Koloniaal verleden: ophef over ‘foute’ straatnamen

Maurits, achterneef van Willem van Oranje, was van 1637 tot 1644 in dienst van de West-Indische Compagnie en persoonlijk betrokken bij de trans-Atlantische slavenhandel. Volgens een woordvoerder van het Mauritshuis was er bij de buste in de foyer een zeer summiere uitleg, waarbij de context zou ontbreken. Het Mauritshuis kreeg daar kritiek op, onder anderen van GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil. Hij vond dat het museum de rol van Maurits bij het Nederlandse slavernijverleden ‘wegpasteuriseerde’.

Het Mauritshuis benadrukt dat de portretten van Maurits niet zijn verwijderd uit het museum. Wel worden bij een portret en een beeldje de teksten aangepast.

‘We importeren Amerikaanse trend tot overgevoeligheid’

De VVD en PVV hekelen de beslissing van het Mauritshuis. De twee partijen willen toelichting van minister Ingrid van Engelshoven (D66) van Cultuur. Het weghalen van de Maurits-buste is volgens VVD-Kamerlid Antoinette Laan ‘slecht, verkeerd en onderdeel van een trend.’ Volgens haar is een ‘totaal verkeerde beweging gaande’.

‘We importeren de Amerikaanse trend tot overgevoeligheid. Wat is de volgende stap? Gaan we alle standbeelden voortaan binnen neerzetten, zodat ze binnen een “context” kunnen worden geplaatst,’ aldus Laan tegen De Telegraaf.

Ook PVV-Kamerlid Martin Bosma reageert verbolgen op het besluit. Hij noemt het weghalen van het borstbeeld ‘totaal idioot’ en onderdeel van een ‘politiek correcte beeldenstorm zonder eind tegen onze geschiedenis en onze cultuur’.

Het is niet de eerste keer dat er ophef is over Nederlandse historische figuren. Afgelopen november maakte het Rotterdamse kunstcentrum Witte de With bekend van zijn naam af te willen omdat het was beschuldigd van ‘anti-zwartheid’. Ook was er eerder verzet tegen ‘koloniale’ straatnamen en standbeelden van Michiel de Ruyter en Jan Pieterszoon Coen.

Ook lieten activisten van de linkse groep De Grauwe Eeuw van zich horen. In enkele steden protesteerde de groep tegen ‘racistische’ evenementen en in Hoornbekladden de actievoerders een aantal standbeelden, onder meer van J.P. Coen, die zij ‘een massamoordenaar verantwoordelijk voor koloniale terreur’ noemden.

   Elif Isitman (1987) is sinds oktober 2014 online redacteur bij Elsevier Weekblad.

Opinie – Wie zich niet schaamt voor Nederlands verleden kent de slavenkastelen in Ghana niet

VK 12.01.2018 Nederland heeft zich in Ghana aan misdaden tegen de menselijkheid schuldig gemaakt

Historicus Hubert JMW Peters schrijft dat hij geen schuld of schaamte draagt voor de daden van onze 17de-eeuwse voorouders. Hoog tijd, meneer Peters, dat u eens iets leest over de Hollandse slavenkelders in Ghana.

Afgelopen maand bezocht ik in Ghana zowel Elmina Castle als Cape Coast Castle – twee slavenforten die in de 17de eeuw in bezit waren van Nederland. Helaas weten maar heel weinig Nederlanders van ons koloniale verleden op het Afrikaanse continent; we horen er zelden over.

De aan elkaar geketende slaven stonden er wekenlang in hun eigen uitwerpselen, de poep tot boven hun knieën

Tussen 1637 en 1814 werden er in Elmina Castle, onder auspiciën van de West-Indische Compagnie, per jaar zo’n 30 duizend mensen verhandeld. In de kerkers onder dit fort, in bedompte ruimtes van zo’n 6 bij 12 meter groot, propten de Nederlanders zo’n duizend Afrikanen op elkaar; een onvoorstelbare hoeveelheid mensen voor zo’n ruimte.

Toen ik de kerker bezocht, stonk het er naar kattenpies. En dat was al een ondraaglijke stank. De gevangenen van onze Hollandse voorouders stonden hier minstens zes weken lang aan elkaar vastgeketend, voordat zij werden verkocht en verscheept naar de ‘Nieuwe Wereld’. Velen van hen stierven dan ook.

In de jaren zeventig deden de universiteit van Syracuse (Verenigde Staten) en de universiteit van Ghana gezamenlijk onderzoek naar de muren van deze Hollandse slavenkelders in Ghana. Op de muren vonden de wetenschappers resten uitwerpselen tot zo’n 60 cm boven de vloer, de hele kerker rond.

Conclusie: de aan elkaar geketende slaven stonden er wekenlang in hun eigen uitwerpselen, de poep tot boven hun knieën. De universiteit van Ghana hield er onlangs nog met vrijwilligers een experiment. Hoe is het om in zo’n kerker, zonder wc, aan elkaar geketend te zijn? Na zes uur werd het onderzoek gestaakt. Reden? Het was absoluut ondraaglijk.

Elmina Castle ©

Maar dit was niet de meest mensonterende kerker van het Nederlandse slavenfort. Dat was namelijk de kerker van de terdoodveroordeelden. Achter een kleine deur, met daarboven een wandplaat met een doodshoofd en botten, sloten onze voorouders hun ‘opstandige’ gevangenen op. Zij stierven er, zonder licht, water of eten, een gruwelijke, langzame dood. Nieuwe ‘opstandigen’ werden tussen de stervende en al dode mensen gegooid.

In de granieten vloer van deze ruimte kerfden de gevangenen diepe groeven met hun ketens, je ziet er rechte lijnen en cirkels. Een soort doodskunst: uitingen van totale wanhoop en leed. De Hollanders, altijd zuinig, ruimden de kerker pas als iedereen dood was. Kunt u zich dit voorstellen, meneer Peters, zonder dat u zich schaamt?

Boven deze kerkers staat de Hollandse Gereformeerde kerk. De stank uit de kerkers moet in de kerk te ruiken zijn geweest. Maar in de kerk hangt een haast serene wandplaat die De Heere en zijn woonplaats in het paradijs beschrijft. Weer boven deze kerk is het appartement van de Hollandse gouverneur.

Wanneer hij maar wilde, koos hij een vrouw uit de vrouwenkerker, door lokale Nederlanders ‘Het Hoerenhol’ genoemd. De Nederlanders creëerden in Ghana hun eigen versie van hemel en hel.

Hans Broek werkt aan een expositie over ons slavernijverleden ©

Nederland heeft zich met de slavenhandel eeuwenlang schuldig gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid. Het zou goed zijn als de heer Peters, historicus van beroep, zich hierin wat meer zou verdiepen. Nog beter is het dat de Nederlandse regering haar koloniale geschiedenis zou (er)kennen, en excuses zou maken aan de nakomelingen van de slachtoffers van zulk diep menselijk leed.

Misschien hoeven we ons dan ooit wat minder te schamen – als natie en als burger.

Hans Broek werkt aan een expositie over ons slavernijverleden.

Volg en lees meer over:  OPINIE  GHANA