Categorie archief: College voor de Rechten van de Mens

Einde Haagse uitsterfbeleid ‘Kampers’ versus de toekomst van de woonwagenbewoners !!!! – de nasleep

Telegraaf 09.02.2021

Nieuw Haags woonwagenbeleid

Verkenning naar extra plekken en aanscherping wachtlijstcriteria

De gemeente Den Haag gaat onderzoeken op welke manier er in de stad meer ruimte kan komen voor woonwagenbewoners, ze wil het aanbod beter gaan afstemmen op de behoefte. Momenteel zijn er 233 standplaatsen verdeeld over elf locaties voor woonwagenbewoners. Tegelijkertijd stonden er in oktober 2020 nog 195 belangstellenden op de wachtlijst.

Locatie: Viaductweg – Google Maps

Lees: Reinhard Mercha geeft inkijk op woonwagenkamp: ‘De politie vertrouwen we niet’ AD 15.11.2022

Dat zijn gezinsleden die graag op zichzelf willen gaan wonen, maar ook om mensen die nu in een woning wonen en liever in een woonwagen willen wonen. Jaarlijks komen er slechts een tot twee standplaatsen vrij zo laat het stadbestuur weten.

Met het voornemen geeft het stadsbestuur gehoor aan een het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens, zij concludeerde in december 2020 dat de gemeente Den Haag de Vereniging Sinti en Roma en woonwagenbewoners zou discrimineren door ‘geen reëel zicht te bieden om te leven volgens hun cultuur, in een woonwagen‘.

De afgelopen jaren gold er in Den Haag een uitsterfbeleid, waarbij vrijgekomen standplaatsen niet meer zouden worden gebruikt. Daar werd eerder al tegen geprotesteerd.

“Onze cijfers en de recente uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens onderstrepen het belang van een nieuwe koers,” legt wethouder Martijn Balster uit. “In onze Woonagenda hebben we het afgelopen jaar al vastgesteld dat we afscheid nemen van het zogenaamde ‘uitsterfbeleid’.

We gaan op twee manieren kijken hoe aanbod en behoefte beter op elkaar afgestemd kunnen worden: een verkenning naar extra plekken op de huidige en nieuwe locaties en samen met de regio en de woonwagenbewoners het gesprek voeren over het toewijzingsbeleid, waarbij we de criteria voor de wachtlijst aanscherpen.”

Zie ook: Haagse geschiedenis Sinti en Roma

Meer betrokkenheid van bewoners

In de toekomst zullen bewoners en toekomstige bewoners van woonwagens meer betrokken worden bij de te maken plannen, een deel van de bewoners zou al hebben aangegeven deel uit te willen maken van een bewonerscommissie. De intentie is om dat in het komende jaar vorm te gaan geven.

‘Ingewikkelde opgave’

Het stadsbestuur heeft voor ogen om meer plaatsen te realiseren, al waarschuwt wethouder Balster dat dat niet in grote stappen zal gaan. “Er is sprake van een grote woningnood in Den Haag. Naast woonwagenbewoners zijn er meerdere doelgroepen die we moeten huisvesten en er is een enorm tekort aan woonruimte en beschikbare grond. Het is een ingewikkelde opgave, maar we gaan ons uiterste best doen om ook meer perspectief te bieden aan mensen op de wachtlijst voor een standplaats.”

Woonwagenbewoner wil weer in woonwagen: protest zwelt aan

Veel Hagenaars ‘van het kamp’ bivakkeren met grote tegenzin in een huis. Mede dankzij het zogenoemde uitsterfbeleid van de gemeente is het tekort aan standplaatsen voor woonwagens groot. Het protest zwelt aan.

Hij pikt het niet langer. Op een druilerige donderdagochtend staat Tommy Ras op een veldje langs de Leyweg, om de hoek van de Erasmusweg. Voor de gelegenheid bezetten een paar caravans en tenten het overwoekerde grasland. ‘Wij vechten voor onze rechten’, staat op een kampeerwagen gekalkt.

Wij, dat zijn de demonstrerende woonwagenbewoners. Of nou ja, dat is nu juist het probleem: Ras en zijn medebetogers zijn weliswaar ‘van het kamp’, maar wonen al jaren niet meer in woonwagens. Sinds de gemeente de grote woonwagenkampen opbrak, wachten ze tevergeefs op een standplaats waarop ze een woning-op-wielen mogen stallen. “Tien jaar geleden ben ik noodgedwongen in een huis gaan wonen,” treurt Ras te midden van een groepje mannen naast een caravan. “Ik word er gek van.”

Protest op het woonwagenkamp in Wateringse Veld. (Door Eveline van Egdom)

Tot zestien jaar geleden was dit veldje een woonwagenkamp, een geschenk van de nonnen. Toen vertrokken de laatste opstandige bewoners onder dwang van de gemeente, die het kamp vijf jaar eerder als ‘onveilig en niet te tolereren’ had bestempeld. Sindsdien fungeert het veldje op papier als opslagplaats voor grond en asfalt. Het hoge gras verraadt de schaarse bedrijvigheid. “Mijn vrouw heeft op dit kamp gewoond,” vertelt de jonge betoger die naast Ras staat. “Ze huilt nog altijd als ze hier langsrijdt.”

Betonblokken

Na Apeldoorn en Amsterdam telt Den Haag de meeste woonwagenstandplaatsen van alle gemeenten: 233. Toch bestaat er een nijpend tekort. Want op de wachtlijst voor een standplaats staan inmiddels 130 mensen, rapporteerde het college van B en W onlangs. “In werkelijkheid zijn het er wel meer,” verzekert Ras. Het standplaatsentekort is de uitkomst van het ‘uitsterfbeleid’ dat de gemeente Den Haag jarenlang heeft gevoerd.

We verwachten niet dat hier volgende week een kamp staat, maar wel binnen twee jaar, aldus Willem Soering.

Door het aantal standplaatsen niet te laten groeien, worden steeds meer woonwagenbewoners (Sinti, Roma en Reizigers) langzaam maar zeker gedwongen om in gewone huizen te wonen. “Als iemand overleed op ons kamp, sleepte de gemeente zijn wagen weg en legde vervolgens een betonblok op die plek,” illustreert Ras. In de afgelopen twintig jaar kreeg Den Haag er per saldo slechts vijf standplaatsen bij.

Streep

Sinds de Woonwagenwet in 1999 werd ingetrokken, hanteren tal van gemeenten zo’n uitsterfbeleid – al zal geen wethouder dit hardop zeggen. Maar deze zomer zette het ministerie van Binnenlandse Zaken een streep door de huidige praktijk. Na strenge oordelen van onder meer het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Nationale Ombudsman presenteerde de rijksoverheid een nieuw ‘beleidskader’.

Dat is weliswaar geen wet, maar noopt gemeenten er wel toe meer rekening te houden met de woonwagencultuur. ‘De afbouw van standplaatsen is niet langer toegestaan zolang er behoefte is aan standplaatsen,’ stipuleert het ministerie. Zoekende woonwagenbewoners moeten ‘binnen een redelijke termijn’ kans maken op een standplaats.

En dus voelen standplaatszoekenden dat nu het moment is om hun recht te halen. “Wij willen laten zien dat we ons niet meer van het kastje naar de muur laten sturen,” zegt Willem Soering (25), die vanuit het Brabantse dorp Mill is afgereisd naar het veldje aan de Leyweg. Soering en zijn broers kraakten onlangs een voormalig woonwagenkamp.

Hij kreeg zo veel steunbetuigingen dat hij nu stad en land afreist, langs de tientallen plaatsen waar woonwagenbewoners de afgelopen weken de spreekwoordelijke barricade hebben beklommen. “De gemeente moet binnen een redelijke termijn het nieuwe beleid uitvoeren,” dreunt Soering het beleidskader op. “We verwachten niet dat hier volgende week een kamp staat, maar wel binnen twee jaar.”

Woonwagenkamp is rondreizend circus

De afgelopen weken ontpopte het Leyweg-protest zich als een soort rondreizend circus. Na een onderhoud met wethouder Boudewijn Revis (VVD, wonen) moesten de demonstranten vertrekken op last van de gemeente. Per abuis streken ze neer in Rijswijk, waar ze ook weg moesten, om vervolgens een parkeerterrein in Wateringse Veld (Den Haag) te bezetten. Na een bezoekje van de politie kwam ook aan die manifestatie een einde.

Norder zei: de tijd van Pipo de Clown is voorbij, aldus Tommy Ras.

Nu staat het gezelschap met tenten en caravans op een grasveldje binnen het woonwagenkamp aan de Tom Mandersstraat in Wateringse Veld. Spandoeken wapperen in de ijzige wind. Een terrasverwarmer staat werkeloos in het gras. Voor een kampeerwagen, waaruit sporadisch babygeluiden ontsnappen, zit Coby Massing (43) met twee nichtjes.

“We krijgen steeds mondelinge toezeggingen, maar de gemeente zet niets zwart-op-wit,” vertelt ze, terwijl ze oploskoffie serveert. “Zolang dat niet gebeurt, gaan we door met actievoeren.” Sinds ze dit veldje hebben betrokken, laten gemeente en politie hen ongemoeid. “Het is niet de bedoeling dat ze zich niks meer van ons aantrekken. We willen gehoord worden.” Een gesprek met de burgemeester zit in de pijplijn, wist de politie hun te vertellen.

Overleg

Ondertussen neemt wethouder Revis het woonwagenvraagstuk mee in zijn zogenoemde woonvisie. “In het najaar wordt de raad nader geïnformeerd hoe het beleidskader wordt opgenomen in het gemeentelijk woonbeleid,” reageert de wethouder via zijn woordvoering. “Nadere uitwerking zal plaatsvinden in overleg met betrokken partijen, waaronder de woningcorporaties.” Aan laatstgenoemden besloot de gemeente in 2006 alle woonwagenstandplaatsen over te dragen, maar dat proces is nog niet voltooid. Drie locaties zijn nog in eigendom bij de gemeente.

We krijgen steeds mondelinge toezeggingen, maar de gemeente zet niets zwart-op-wit, aldus Coby Massing.

Oppositiepartijen HSP en SP hebben reeds hun begrip geuit voor de betogende woonwagenbewoners. Ook coalitiepartij Groep de Mos hamert op de komst van meer standplaatsen. “We zijn blij dat we in het coalitieakkoord hebben bedongen dat de gemeente meer rekening gaat houden met de wensen van woonwagenbewoners,” zegt fractievoorzitter Arjen Dubbelaar. “Het is een goede zaak dat het uitsterfbeleid officieel van tafel is, maar wethouder Revis moet nog wel invulling daaraan geven.” Dat wordt een lastige klus, verwacht hij. “We gaan in Den Haag niet zomaar honderdveertig standplaatsen realiseren.”

Pipo de Clown

Die werkelijkheid is moeilijk te verteren voor de betogers langs de Leyweg. “Voor andere culturen wordt wél wat geregeld, zoals asielzoekers,” zegt Tommy Ras. “Dat is prima. Maar waarom niet voor ons?” Met die vraag moet hij bij de gemeente zijn. Maar sinds toenmalig wethouder Marnix Norder (PvdA) het kamp aan de Escamplaan ophief, is het vertrouwen in het stadhuis zoek. Zo vertelt Ras. “Norder zei: de tijd van Pipo de Clown is voorbij.”

100 jaar woonwagens in Den Haag

1918 – Eerste woonwagenwet: recht op vestiging, minder vrijheid.

1943 – Duitse bezetter verbiedt rondtrekken met wagens.

1968 – Woonwagenbewoners geconcentreerd in grote kampen.

1997 – Haagse gemeente heft kamp Leyweg op.

1999 – Woonwagenwet ingetrokken: gemeenten bepalen woonbeleid.

2006 – Gemeente bestendigt uitsterfbeleid en heft kamp Escamplaan op.

2017 – Nationale Ombudsman veroordeelt uitsterfbeleid gemeenten.

2018 – Beleidskader: meer eerbied voor wensen woonwagenbewoners.

Meer: NIEUWS LEYWEG WOONWAGENKAMP

lees ook: Nieuws – WoonwagenwijzerWoonwagenwijzer

Zie ook: Haagse geschiedenis Sinti en Roma

Zie ook: Einde uitsterfbeleid ‘Kampers’ versus de toekomst van de woonwagenbewoners !!!!

zie ook: Uitsterfbeleid Haagse Woonwagenbewoners ???

Lees: Woonwagenbewoners op zwarte lijst bij gemeenten: nationale waakhond doet onderzoek AD 07.06.2022

Lees: Waddinxveense woonwagenbewoners vechten uitsterfbeleid gemeente aan: ‘We hebben geen woongenot’ OmroepWest  05.11.2021

Uit het archief: het woonwagenpark tussen de Koningstraat en de Jacob Catsstraat in de Schilderswijk in 1953.

Den Haag koopt woonwagens voor gezinnen in schrijnende situatie: ‘Een incidentele oplossing’

AD 20.09.2021 Drie huishoudens die op dit moment in een ‘schrijnende woonsituatie’ verkeren, krijgen hulp van de gemeente. Die koopt drie woonwagens en verhuurt ze als sociale huur.

Zo hoopt de gemeente de omstandigheden van de woonwagenbewoners structureel te verbeteren. De gemeente spreekt van ‘schrijnende urgente woonsituaties’. Hoe die eruit zien, kan zij niet zeggen. De gemeente gaat nooit in op individuele gevallen. Maar de toestand is uitzonderlijk en dat er op korte termijn een oplossing moest komen, staat vast.

Logo Rijksoverheid - Naar de homepage van Rijksoverheid.nl

Standplaatsen woonwagens: gemeenten ontwikkelen beleid, aantallen blijven nog gelijk

RO 11.05.2021 Het aantal standplaatsen voor woonwagens is met ruim 8.800 de afgelopen twee jaar vrijwel gelijk gebleven. Wel zijn meer gemeenten bezig met de in 2018 afgesproken inzet om met het lokale woonbeleid te zorgen voor voldoende standplaatsen. De komende twee jaar verwachten zij met ongeveer 150 extra standplaatsen te komen. Voor de aanpak van knelpunten in gemeenten komt het Rijk met een nieuw ondersteuningsprogramma. Dat schrijft minister Ollongren (BZK) bij de ‘Herhaalmeting Standplaatsen 2020’ die zij vandaag naar de Tweede Kamer stuurde.

De nieuwe meting volgt de resultaten van het ‘Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid’. Het Rijk ontwikkelde het beleidskader in overleg met de VNG, Aedes en vertegenwoordigers van de woonwagengemeenschap in 2018 na oordelen van onder andere het College voor de Rechten van de Mensen en de Nationale Ombudsman. Die stelden dat het niet laten meewegen van de behoefte aan standplaatsen of het verminderen van de aantallen in strijd is met het recht op gelijke behandeling en geen recht doet aan de culturele identiteit van woonwagenbewoners. Met het beleidskader kunnen gemeenten toetsen of het beleid voldoet aan de mensenrechten van woonwagenbewoners en of het hen voldoende rechtszekerheid biedt.

Ruim 70 gemeenten melden vorderingen bij het maken van nieuw beleid voor standplaatsen. Uit de reacties blijkt dat er in de komende twee jaar zo’n 150 standplaatsen extra staan gepland.

De resultaten van de meting zijn voorgelegd aan bewoners. Zij waarderen de concrete stappen van een aantal gemeenten, maar betreuren het dat er nog geen toename is van het aantal plekken. Minister Ollongren schrijft de Tweede Kamer dat zij deze teleurstelling begrijpt. Zij meldt dat gemeenten en woningcorporaties het ontwikkelen van het standplaatsenbeleid ingewikkeld vinden. Het grondgebruik van een standplaats is relatief groot en de realisatie van een standplaats met woonwagen is in veel gevallen duurder dan de bouw van een woning in de sociale huur. Sommige gemeenten melden dat het contact met bewoners stroef verloopt.

Extra maatregelen

Minister Ollongren stelt in overleg met de VNG een ondersteuningsprogramma op. Verder publiceert de VNG met steun van het ministerie een wegwijzer met daarin de stappen die een gemeente kan zetten om aan het beleidskader te voldoen. Naar de kosten van standplaatsen en woonwagens komt een onderzoek zodat lokale partijen in hun overleg meer objectieve gegevens bij de hand hebben. De minister wijst erop dat gemeenten voor standplaatsen en woonwagens een beroep kunnen doen op het budget van 50 miljoen euro dat zij voor de huisvesting van specifieke doelgroepen vrij heeft gemaakt.

Met de maatregelen voert de minister de motie Öztürk uit die opriep tot overleg met gemeenten voor voldoende extra standplaatsen.

Documenten;

Kamerbrief uitkomsten herhaalmeting woonwagenstandplaatsen

Kamerstuk: Kamerbrief | 11-05-2021

Zie ook;

lees: Gemeenten pakken tekort woonwagenstandplaatsen nauwelijks aan AD 20.01.2021

lees: Gemeente discrimineert woonwagenbewoners mogelijk levenslang op wachtlijst AD 17.12.2020