Tagarchief: demonstratie 15.02.2015

Demonstratie 15.02.2015 Nationale Herdenking Slavernijverleden op het Haagse Plein

Demonstratie.

Actie op het Plein voor Nationale Herdenking Slavernijverleden

De actie start om 13.00 uur. Er zijn toespraken van onder meer presentatrice Sylvana Simons (kleine foto), historicus Sandew Hira en Kenneth Donau, de hoofdredacteur van Slavernij Online. Verder zijn er optredens van The Human Beings, Carina Fernandes en Jermaine Black Joseph.

zie ook:  Tentoonstelling ‘Verbreek de ketenen’ 150 jaar afschaffing van de slavernij

Verbreek ketenen, steeds opnieuw

VK 30.06.2016 ‘Het besef dat de betovergrootvader van mijn dochter nog als slaaf geboren is, heeft mij diep geraakt.’

Ik vraag u met mij mee te reizen, weg van hier. Naar Suriname. Om per boot de rivier de Commewijne af te zakken. En om aan land te gaan bij Sinabo – langs de Commetewane kreek. In de bush zien we resten uit het verleden liggen. Een oude suikerpers, een vliegwiel, een stoomketel. Stille getuigen. Ze brengen wat lang geleden was, dichterbij.

Sinabo was een suikerplantage die in 1702 werd aangekocht door gouverneur Paulus van der Veen. Latere eigenaren heetten Fellman, Bicker en Boreel. Bekende namen die we ook in de archieven terugvinden als illustere bewoners van de Amsterdamse grachtengordel. En dat is natuurlijk geen toeval.

Suiker was belangrijke handelswaar in die tijd en een kostbaar consumptiemiddel. Het leverde Amsterdam en de rest van Nederland enorm veel geld op. Veel van ons cultureel erfgoed, historische panden en musea zijn gefinancierd met de opbrengst van suiker. Maar de suiker die hier het zoet bracht, werd in de andere delen van ons Koninkrijk – (delen van) Brazilië, de Antillen en Suriname – betaald met bloed, zweet en tranen.

Suikerriet plukken, het malen van het riet en het koken in grote potten op hoog vuur, was zwaar en gevaarlijk werk. Daarom lieten blanke Nederlanders dat werk doen door slaafgemaakten. Mensen die uit Afrika waren geroofd, op overvolle schepen als vee werden vervoerd. Gebrandmerkt en verkocht aan een eigenaar. Hun kinderen die op plantagegrond waren geboren, automatisch bezit van een plantagehouder.

Schoenen

Afstammelingen van weggelopen slaven voeren een rituele dans uit in Suriname. © REUTERS

Als slaafgemaakte kreeg je de naam van je eigenaar. Je mocht geen schoenen dragen – om herkenbaar te zijn als je wegliep. Je mocht niet leren lezen of schrijven. Je mocht niet trouwen. Je mocht wel een gezin stichten en je kreeg als je geluk had kostgrond om zelf eten te verbouwen.

Maar als het je eigenaar zo uitkwam werd je verkocht, mannen los van hun vrouwen, vrouwen los van hun kinderen. Want slaafgemaakten waren als mens rechteloos: ze vielen onder het goederenrecht.

Zoals een inventaris van Sinabo uit 1775 kil vermeldt: 2.748 akkers, een watermolen, suiker, kostgronden, weidegrond, hoornbeesten, moestuinen. 130 slaven; taxatie (in Nederlandse florijnen): 266.310,-

Op 1 juli 1863 werden in Paramaribo 21 kanonschoten afgevuurd. Met veel bombarie werd de afschaffing van de slavernij in het Nederlands Koninkrijk ingeluid. Het betekende voor de meeste slaafgemaakten wel dat ze, als contractarbeider, nog tien jaar op de plantage moesten blijven werken. Maar de ketenen die ze in onvrijheid gebonden hielden, werden voorgoed verbroken.

Sylbing

In 1863 werden in Sinabo 330 vrijgemaakte slaven geregistreerd. Zij kregen van de staat nieuwe namen. Zoals:

Bloemrijk, Borgia of Bout.

Brave, Deugdzaam of Elburg.

Tulp, Tweeling.

En: Sylbing.

De timmerman Jacob Sylbing werd als slaaf geboren in Sinabo. Hij trouwde na de vrijlating met Adolphina Lunes. Hun zoon Louis Sylbing is de vader van Leendert Sylbing. Leendert is de vader van Garth Sylbing. Garth is mijn man en de vader van Sarah Sylbing, en ook van Sascha Sylbing, onze dochter.

Volgens Spinoza is onvrijheid de mate waarin iemand (door iemand anders) ‘vervreemd wordt’ van zijn eigen natuur. Erger misschien nog wel dan lichamelijke straf is het afnemen van wat je als mens ten diepste bepaalt. Je identiteit. Dat is letterlijk wat er gebeurde met slaafgemaakten.

Dat de betovergrootvader van mijn dochter dit nog heeft meegemaakt, raakt mij diep. Het brengt een geschiedenis, die voor mij vroeger zo ver weg leek, opeens heel dichtbij.

In families zoals die van mijn man zijn de verhalen van mond op mond, doorgegeven. Over bittere pijn en zoute tranen. Over de helden die hun vrijheid opeisten, en daarvoor bereid waren te sterven. En over manieren om je mens te voelen in onmenselijke omstandigheden. Via muziek, in dans, in klederdracht. In boeken en verhalen.

Ze voegen levende herinneringen toe aan de geschiedenis die besloten ligt in de musea, in monumenten en archieven. En het wordt tijd dat we die verhalen, op een dag als vandaag, allemáál dichterbij laten komen. Omdat we zonder donker het licht niet kennen. Omdat ze ons een spiegel voorhouden. Een ‘bigi spikri’.

Profiel

Jet Bussemaker. © ANP

Slavernij is afgeschaft. Niemand in dit land mag nog iemand anders onderdrukken en tot zijn bezit verklaren. Maar het ontkennen van iemands identiteit, of iemand een andere identiteit opdringen gebeurt soms nog steeds. Subtiel.

Als je als rapper in een dure auto rondrijdt en aangehouden wordt omdat je zou passen in het profiel van een misdadiger.

Als je solliciteert op een baan en per ongeluk een mail ziet waarin je niet wordt beoordeeld op de inhoud van je karakter, maar op de kleur van je huid.

Als je door een zwartgekleurde knecht die onderdeel is van een prachtig volksfeest, wordt herinnerd aan de slavernij. En anderen geen begrip willen opbrengen voor die gevoeligheid. Dan komt wat voor de een ver weg lijkt, voor de ander heel dichtbij.

Laat de kanonschoten van toen een wake-upcall zijn voor vandaag

Vrijheid is de adem van een democratische samenleving. De vrijheid om te kunnen worden wie je wil zijn, om je stem te laten horen. De vrijheid, die er ook om vraagt naar elkaar te luisteren, je in een ander te verplaatsen, zodat je elkaar kunt zien zoals je bent. Op school, en op straat. Op podia en in musea. Op televisie, in de krant en online. Op al die plekken in de openbare ruimte, die daarvoor bedoeld is.

Laat de kanonschoten van toen een wake-upcall zijn voor vandaag. En laten we ons realiseren dat de ketenen die we een ander omdoen door hem te discrimineren en zijn identiteit te ontkennen, elke dag opnieuw verbroken kunnen worden.

Dat we vrijheid alleen sámen kunnen vormgeven. Als we de stemmen uit het verleden laten spreken. Dan komt ‘wij’ misschien wel dichterbij.

Dit is de tekst van de toespraak die minister Bussemaker donderdagavond hield bij de herdenking van de afschaffing van de slavernij.

Volg en lees meer over:  RACISME  OPINIE  DISCRIMINATIE  MENS & MAATSCHAPPIJ  JET BUSSEMAKER

Seedorf bemiddelt bij protest

Telegraaf 30.06.2016 Oud-voetballer Clarence Seedorf wil optreden als bemiddelaar tussen de Organisatie Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) en de demonstranten, die woedend zijn dat de herdenking van de afschaffing van de slavernij uit elkaar is getrokken naar twee dagen.

Normaliter wordt de afschaffing van de Nederlandse slavernij gevierd op 1 juli. Vanavond was reeds het herdenkingsgedeelte. Dat zette kwaad bloed onder leden van de Afro Surinaamse gemeenschap.

Seedorf sprak de demonstranten toe. ,,Ik wil bemiddelen tussen de twee gedachtes die heersen binnen de Surinaamse gemeenschap. Ik wil geen partij kiezen, maar ik wil graag de Surinaamse gemeenschap als een zien. Dat zouden onze voorvaders ook willen.”

De oud-voetballer vervolgt: ,,Ik denk dat er heel veel emoties zijn, die we allemaal kunnen begrijpen. Ik heb net met de groep gesproken, die het niet eens is met de herdenking van 30 juni, maar ik zie de wil om tot een oplossing te komen.”

,,Ook burgemeester Van der Laan is bereid om te praten. We moeten dit binnenskamers oplossen. Respect moet de basis zijn. Er is woede en frustratie, maar we zijn hier voor een goed initiatief. Dit moet anders besproken worden. Het is belangrijk om dit op te lossen.”

LEES MEER OVER; SLAVERNIJ AMSTERDAM

Betoging bij herdenking afschaffing slavernij

Trouw 30.06.2016 Tientallen mensen hebben vanavond in Amsterdam gedemonstreerd bij de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij. Ze zijn het niet eens met de beslissing van organisator NiNsee, het Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en erfenis, om de herdenking en viering van de afschaffing uit elkaar te halen.

Is slavernij echt verleden tijd? Nee, schreef Leonie Breebaart vorige week in Trouw. “De armoede en afhankelijkheid van immigranten en het misbruik dat daaruit volgt, leiden ertoe dat we zulke armoedzaaiers willen beschouwen als beesten. Dan hoeven we ons niet meer zo druk om hen te maken.”

Om hun ongenoegen kenbaar te maken bliezen de betogers op fluitjes en sloegen ze op pannendeksels. Ze boden burgemeester Eberhard van der Laan een petitie aan om de beslissing terug te draaien en de herdenking weer op 1 juli te houden. Van der Laan zegde toe voor de zomervakantie met de actievoerders in gesprek te gaan. Hij nodigde hen daarop uit om deel te nemen aan de herdenking of anders te vertrekken. De plechtigheid begon uiteindelijk met 25 minuten vertraging.

Enkele tientallen demonstranten maakten daarna nog steeds herrie. Agenten kregen van de burgermeester opdracht om de betogers buiten gehoorsafstand van de herdenking te brengen. Na bemiddeling door Clarence Seedorf, die opriep tot rust en respect, werden de demonstranten iets stiller en konden ze door agenten weggeleid worden.

Het is vrijdag exact 153 jaar geleden dat de Nederlandse regering de slavernij afschafte in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen. De herdenking, waar zo’n driehonderd mensen op af kwamen, vond plaats bij het Nationaal Monument Slavernijverleden in Amsterdam en omvatte onder meer een vlaggenceremonie, twee minuten stilte, kransleggingen en toespraken.

Verwant nieuws;

Betogers verstoren herdenking afschaffing slavernij in Amsterdam

NU 30.06.2016 Tientallen betogers verstoorden donderdagavond de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Oosterpark in Amsterdam.

Ze zijn het niet eens met de beslissing van organisator NiNsee, het Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en erfenis, om de herdenking en viering van de afschaffing uit elkaar te halen.

Om hun ongenoegen kenbaar te maken bliezen de betogers op fluitjes en sloegen ze op pannendeksels. Ze boden burgemeester Eberhard van der Laan een petitie aan om de beslissing teruggedraaid te krijgen en de herdenking weer op 1 juli te krijgen.

De burgemeester zegde toe voor de zomervakantie met de actievoerders in gesprek te gaan. Hij nodigde hen daarop uit om deel te nemen aan de herdenking of anders te vertrekken. De plechtigheid begon uiteindelijk met 25 minuten vertraging. De demonstranten stonden toen achteraan en maakten nog wel herrie.

Ook tijdens de lezingen waren er veel onderbrekingen. De politie moest ingrijpen om de mensen te vragen de toespraken niet te verstoren. Onder andere oud-voetballer Clarence Seedorf vroeg de betogers om rustig te zijn en het gesprek op een later tijdstip voort te zetten zodat de herdenking verder kon gaan.

Betogers boos over opsplitsen slavernijherdenking

Misdadig

Namens de regering sprak minister Jet Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). “Hoewel de slavernij is afgeschaft, komt het in ons land nog steeds voor dat iemands identiteit wordt ontkend of dat iemand een andere identiteit wordt opgedrongen”, zei ze.

De bewindsvrouw noemde het incident met rapper Typhoon, die werd aangehouden omdat zijn dure auto niet aan zijn ‘profiel’ voldeed. Bussemaker bracht ook de gevoelens die de figuur Zwarte Piet bij mensen naar boven brengt ter sprake.

Ook Van der Laan hield een toespraak. “De misdadige geschiedenis van de slavenhandel is nog steeds zichtbaar in de stad en is nauw verbonden aan het hedendaagse Amsterdam en aan de manier waarop wij samen leven”, zei hij. “Dat is niet altijd makkelijk, vanavond was daar het bewijs van, en er zijn verschillende opvattingen over hoe dat moet. We zijn het allemaal eens dat het moet: met een open blik naar het verleden samen de toekomst tegemoet.”

Politie

Bij de herdenking was de nodige politie op de been. Ook had de organisatie beveiligers ingehuurd. Het is vrijdag 1 juli exact 153 jaar geleden dat de Nederlandse regering de slavernij afschafte in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen.

De herdenking donderdag vond plaats bij het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Oosterpark en omvatte onder meer een vlaggenceremonie, twee minuten stilte, kransleggingen en toespraken.

Lees meer over: Slavernij Slavernijherdenking

Betoging bij herdenking

Telegraaf 30.06.2016 De herdenkingsdienst afschaffing slavernij in het Amsterdamse Oosterpark is ernstig verstoord door een groep Afro Surinaamse mensen, die het niet eens zijn met de splitsing tussen de herdenkingsdienst en het festival Keti Koti.

Normaliter wordt de afschaffing van de slavernij altijd op 1 juli gevierd. Organisatie Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) wilde het bezinmoment meer ruimte geven en besloot dat naar voren te halen: naar donderdagavond 30 juni.

Dit stuitte op hevig verzet bij een grote groep Afro Surinamers, die vinden dat 1 juli de officiële dag is om de afschaffing van de slavernij te vieren. Op 1 juli 1863 was de afschaffing van de slavernij een feit in de voormalige koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen.

‘Verzetsleider’ Iwan Leeuwin gaf burgemeester Eberhard van der Laan een petitie om te voorkomen, dat de viering nogmaals uit elkaar wordt getrokken over twee dagen. ,,1 juli is ons afgenomen. Onze slaafgemaakte voorouders werden op 30 juni nog steeds gemarteld. Deze fout moet worden rechtgezet.”

Organisator NiNsee merkte juist dat er vanuit de achterban ongenoegen heerste op de manier waarop de herdenking altijd gelijk overging in het feestgedruis van Keti Koti. Er was te weinig ruimte voor bezinning en verdieping. Maar de verandering was voor anderen weer te groot.

De herdenking vanavond wordt aangevuld met een vlaggenceremonie en volksliederen van Nederland, Suriname, Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

Marjolein Hogervorst @MarjoleinNOS

VIDEO geen gebruikelijke stilte tijdens de slavernijherdenking

7:27 PM – 30 Jun 2016

LEES MEER OVER; SLAVERNIJ AMSTERDAM

Betoging bij herdenking afschaffing slavernij

AD 30.06.2016 De herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Amsterdamse Oosterpark is vanavond verstoord door enkele tientallen boze mensen. Ze uitten met veel herrie hun ongenoegen over de beslissing van NiNsee, het Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en erfenis, om de bijeenkomst dit jaar aan de vooravond van de viering met het Keti Koti Festival op vrijdag te houden.

© Patrick Meershoek

De demonstranten gaven voorafgaand aan de herdenking, die door de ophef zo’n 25 minuten later begon en ook tussendoor even werd stilgelegd, burgemeester Eberhard van der Laan een petitie waarin ze opriepen de bijeenkomst weer net als voorheen op de historische dag van 1 juli te krijgen.

De burgervader zegde toe nog voor de zomervakantie met de actievoerders in gesprek te gaan en vroeg ze vervolgens weg te gaan of deel te nemen aan de herdenking. De betogers gaven hieraan niet zomaar gehoor en bleven flink lawaai maken, waarop de burgemeester ingreep en de politie opriep ze buiten gehoorsafstand te brengen. Uiteindelijk kreeg voormalig profvoetballer Clarence Seedorf de demonstranten iets rustiger, door vanaf het podium als bemiddelaar op te roepen tot rust en respect.

Clarence Seedorf spreekt met deelnemers van de herdenking © ANP

153 jaar geleden
Het is vrijdag exact 153 jaar geleden dat de Nederlandse regering de slavernij afschafte in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen. Namens de regering sprak minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op de herdenking. Hoewel de slavernij is afgeschaft, komt het in ons land nog steeds voor dat iemands identiteit wordt ontkend of dat iemand een andere identiteit wordt opgedrongen, zei ze.

Ze memoreerde daarbij aan het incident met rapper Typhoon maar ook aan de gevoelens die de figuur Zwarte Piet bij mensen naar boven brengen. Ook Van der Laan hield een toespraak. ,,De misdadige geschiedenis van de slavenhandel is nog steeds zichtbaar in de stad en is nauw verbonden aan het hedendaagse Amsterdam en aan de manier waarop wij samen leven”, zei hij. ,,Dat is niet altijd makkelijk, vanavond was daar het bewijs van, en er zijn verschillende opvattingen over hoe dat moet. We zijn het allemaal eens dat het moet: met een open blik naar het verleden samen de toekomst tegemoet.”

Herdenking afschaffing slavernij

Telegraaf 30.06.2016  In het Amsterdamse Oosterpark vindt donderdagavond de jaarlijkse nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij plaats. Het is voor het eerst dat dit op 30 juni gebeurt. Voorgaande jaren was de herdenking op 1 juli, voorafgaand aan het zogenoemde Keti Koti Festival, waar de afschaffing van de slavernij wordt gevierd.

Voorgaande jaren was de herdenking op 1 juli, voorafgaand aan het Keti Koti Festival.

Foto: RICHARD MOUW

Organisator NiNsee, het Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden, heeft ervoor gekozen om de herdenking en viering uit elkaar te halen. Dit leidde tot kritiek bij de achterban, die wil vasthouden aan de historische datum van 1 juli.

Het is vrijdag 153 jaar geleden dat de Nederlandse regering de slavernij afschafte in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen. Tijdens de herdenking bij het Nationaal Monument Slavernijverleden, die om 19.00 uur begint, is er onder meer een vlaggenceremonie, twee minuten stilte, zijn er toespraken en worden er kransen gelegd. Namens de regering houdt minister Jet Bussemaker een toespraak en ook de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan neemt het woord.

‘De witte muren worden weer opgetrokken’

Trouw 29.06.2016 Nederland heeft het slavernijverleden nog altijd niet afgeschud, zegt Antoin Deul, voorzitter van Ninsee, het kenniscentrum dat de jaarlijkse slavernijherdenking organiseert. ‘Waar blijven de excuses van de regering?’

Dat hele slavernijverleden, het interesseert de Nederlanders eigenlijk geen bal, aldus Antoin Deul.

1 juli nationale vrije dag
Antoin Deul wil dat de jaarlijkse herdenking van de slavernij even belangrijk wordt als 4 en 5 mei. Iedereen moet eraan meedoen, want slavernij gaat álle Nederlanders aan. Daarom moet 1 juli een nationale vrije dag worden, net als Bevrijdingsdag.

Antoin Deul (52) windt er geen doekjes om. “Dat hele slavernijverleden, het interesseert de Nederlanders eigenlijk geen bal.” En ja, als voorzitter van het Ninsee, dat de jaarlijkse slavernijherdenking organiseert, is dat best lastig.

Deuls stem weergalmt in de statige hal van De Bazel, een iconisch gebouw vol marmer aan de Amsterdamse Vijzelstraat. Al maanden is hij bezig de slavernijherdenking voor te bereiden. Morgen is het zover. Betaald krijgt Deul, sinds februari aan het roer van het Ninsee, er niet voor. Het Ninsee houdt met moeite het hoofd boven water, nadat het Rijk in 2012 de subsidie stopte.

Het ging van vijf betaalde krachten naar één, en moest zijn pand verlaten. Amsterdam schoot te hulp en gaf het Ninsee een kantoor in De Bazel. In het gebouw, dat iets wegheeft van een reusachtige kluis, zetelde ooit de koloniale Nederlandsche Handel-Maatschappij, door Multatuli aangeklaagd in zijn Max Havelaar. “Een toepasselijke plek”, zegt Deul met een ironisch lachje.

De VOC-mentaliteit, dat is iets om je diep voor te schamen. Dat mag nu eindelijk wel eens door gaan dringen

Dat het Rijk het Ninsee niet meer ondersteunt, vindt Deul onvoorstelbaar. “Stel dat ze de stekker uit het Comité 4 en 5 mei zouden trekken. Dan breekt er een revolutie uit. Maar als het om het slavernijverleden gaat, haalt iedereen zijn schouders op. Dat geeft wel aan wat er mis is in dit land. De koloniale geschiedenis wordt behandeld als een soort voetnoot bij de vaderlandse geschiedenis. De VOC-mentaliteit, dat is niet iets om trots op te zijn, dat is iets om je diep voor te schamen. Dat mag nu eindelijk wel eens door gaan dringen.”

Deuls ideaal: een slavernijherdenking die even belangrijk is als 4 en 5 mei.

Waarom interesseert het Nederlanders zo weinig, denkt u?
“De Tweede Wereldoorlog staat dichterbij ons in de tijd, dus het logisch dat die meer leeft. Belangrijker: Nederland was toen slachtoffer. Bij de slavernij was Nederland dader, dat is gewoon extreem pijnlijk. Verder vond de Duitse bezetting plaats op Nederlandse bodem, terwijl de plantages ver weg in Suriname stonden. Nederlanders zagen niet de dagelijkse, massale mensenrechtenschendingen, maar genoten wel van goedkope suiker en koffie.”

De witten zijn aan zet. Racisme is hún probleem

Op een dieper niveau wil het met de slavernijherdenking niet vlotten omdat Nederland volgens Deul het koloniale denken nog steeds niet van zich heeft afgeschud. “Neem etnisch profileren. Dat gaat om veel meer dan de vraag of agenten hun werk goed doen. Er zit een manier van kijken achter die 400 jaar lang de tijd had om ingesleten te raken. Die blik maakt dat je automatisch een zwart iemand als verdachte ziet.

Er zit een heel cultureel archief achter, dat van generatie op generatie wordt overgedragen. Tijdens de opvoeding en in het onderwijs, in het culturele leven. In de top – ministers, directeuren – zie je nauwelijks zwarte mensen. Zo blijven stereotiepen in stand.”

Wat moet er gebeuren om deze cultuur te veranderen?
“De witten zijn aan zet. Racisme is hún probleem. De gevestigde orde moet privileges opgeven en anderen een plek aan tafel gunnen. Dat is heel moeilijk, je moet er hard aan werken. In Nederland is er nooit een echte strategie van diversiteit geweest. Diversiteit is meestal een cosmetische ingreep zodat organisaties zich op de borst kunnen kloppen, zonder dat ze daadwerkelijk macht afstaan.

© Werry Crone. De slavernijherdenking in 2013 in het Amsterdamse Oosterpark. Het was toen 150 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft.

Ook Surinaamse mensen weten weinig van het slavernijverleden

Alles begint met erkenning van het verleden. Er moeten meer verhalen worden verteld over de slavernij. Over hoe het voor tot slaaf gemaakten was op de plantages. Over hun leiders, hun helden. Natuurlijk is er een historisch probleem: er zijn nauwelijks dagboeken of schriftelijke verslagen uit die tijd.

Maar ook in de verbeelding van de kunst is er op dit vlak een lacune. De film ’12 years a slave’ is een uitzondering. De enige Nederlandse serie over de slavernij van de afgelopen tijd, ‘Hoe duur was de suiker’, had Hollandse plantage-eigenaren als hoofdpersonen. Alsof je een serie zou maken over Westerbork vanuit het perspectief van Duitse kampbewakers. Bizar.”

Zijn strijd is op twee fronten tegelijk, zegt Deul. Want ook Surinaamse mensen weten weinig van het slavernijverleden. “Er wordt weinig over gepraat. Te weinig doorgegeven aan de volgende generaties. Ik herinner me wel dat 1 juli bij ons altijd een speciale dag was. We aten zoete aardappelen, bakkeljauw en bakabana. Aan tafel kwamen de verhalen, maar dat ging in het Surinaams, veel verstond ik niet, ik ben alles vergeten. Ik had het moeten opschrijven. Ik herinner me alleen de sfeer. Niet verdrietig, maar wel intens. Plechtig.”

© Jean-Pierre Jans.

Antoin Deuls

Naast zijn werk voor het Ninsee is Deul fractievoorzitter van Water Natuurlijk in het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. Grijnzend: “Een waterschap, Hollandser krijg je het niet. Soms besef ik opeens dat ik als afstammeling van slaven bepaal hoe de dijken er in Nederland uitzien. Ja, dat is mooi. Maar ik ga niet dankbaar zitten zijn. Dit zou anno 2016 volstrekt normaal moeten zijn. Het punt is dat het dat niet is – ik ben de enige zwarte in een waterschap die ik ken.”

Deul ziet het ook niet verbeteren. “We zitten in de achteruitversnelling. De witte muren worden weer opgetrokken. We bewegen niet naar een inclusievere samenleving, maar er steeds verder vandaan. Zo is de hele ambtelijke top van Amsterdam wit. Ook de binnenstad trekt wit weg. Dat was tien, twintig jaar geleden nog niet zo.”

In Nederland is het racisme subtieler, maar ook venijniger

In 1999 trok Deul voor werk naar Chicago. In 2010 kwam hij terug – en trof een ander Nederland aan. “Mijn drie boys werden in Amerika geboren. Ik schepte altijd op over hoe liberaal Nederland was. Maar toen we terugkwamen vonden mijn kinderen het helemaal niet leuk. Ze werden op het schoolplein uitgescholden voor neger. Ze werden continu aangesproken op hun identiteit, ze waren opeens allochtoon.

Ze kwamen met verhalen thuis van leraren die racistische ‘grapjes’ over zwarte mensen maken. In Chicago hadden ze die ervaring niet. Ik zeg niet dat in Amerika alles beter is. Het land heeft een enorm probleem met geweld tegen zwarten. In Nederland is dat geweld er niet. Het racisme is subtieler, maar ook venijniger. In Amerika kun je het racisme benoemen. Hier niet. De ander kan altijd zeggen: ‘ik heb het niet zo bedoeld’.

Ik beschouw het als mijn roeping om dat te veranderen. Gelukkig ben ik niet alleen. Steeds meer zwarte mensen eisen hun plek op, ze wachten niet meer af tot hen die gegund wordt. Dat vind ik prachtig. Er is een beweging gaande om universiteiten en musea te dekoloniseren, dat stemt me hoopvol.”

Wat is er verkeerd aan opkomen voor je identiteit? Waarom zou dat weerstand moeten oproepen?

Bent u niet bang dat het land door de felheid van anti-racismeactivisten polariseert?
“Ik zie absoluut polarisatie in Nederland, maar die is volgens mij te danken aan rechtse politici, vooral de PVV. Het probleem ligt niet bij de antiracisten. Wat is er verkeerd aan opkomen voor je identiteit? Waarom zou dat weerstand moeten oproepen? Kijk naar Quincy Gario, hoe waardig hij zich manifesteert. Die man is echt fantastisch, hij legt goed uit wat zijn argumenten zijn, hij blijft rustig. Zo iemand moet je koesteren.

Maar hij wordt gedemoniseerd. Dát is wat er misgaat. Dat er door zijn protest tegen Zwarte Piet verdeeldheid is ontstaan tussen witten onderling vind ik niet per se slecht. Verdeeldheid is inherent aan verandering. Dit proces kost tijd, we moeten er samen doorheen. Daar hebben we leiders voor nodig die diversiteit als kracht zien. Die echt inclusief denken.”

Die hebben we niet?
“Te weinig. Neem het Zwarte Pietendebat. Er is geen politicus in Den Haag die er zijn vingers aan wil branden, ze kaatsen de bal terug naar de maatschappij. Rutte zei letterlijk dat het niet aan politici is om hierin wat te betekenen. Dan heb je niet begrepen hoe essentieel symboliek is. Signalen van bovenaf doen ertoe. Op dat vlak heeft de politiek het volledig laten afweten. De eerste reactie is steevast defensief en ontkennend. Nu we het er toch over hebben: waar blijven vanuit de regering de excuses voor de slavernij?”

Asscher heeft in 2013 namens de regering ‘spijt en diep berouw’ betuigd.
“Zeker, maar dat is iets anders. Spijt betuigen is vrijblijvend, terwijl aan excuses juridische en wellicht zelfs financiële gevolgen zijn verbonden. De Raad van Kerken heeft in 2013 excuses gemaakt voor de rol van kerken in de slavernij. Ik ga met hen in gesprek over concrete vormen van ‘reparations’.”

Wat heeft de zwarte bevolking gekregen? We werden gewoon de straat op geschopt

Herstelbetalingen dus? Die wilt u ook van Den Haag?
“Ja. Excuses zijn maar de eerste stap. Wat heeft de zwarte bevolking gekregen? We werden gewoon de straat op geschopt. Daarom ben ik ook zo trots op mijn zwarte cultuur. De zwarte gemeenschap had helemaal niks, 153 jaar geleden. We hebben zelf, echt zelf, een hele vibrant en sterke cultuur geschapen. Het is ongelooflijk wat wij hebben neergezet. Tegen de stroom in, want de slavernij was dan wel afgeschaft, maar het koloniale systeem denderde gewoon door.”

Kun je de nazaten van slavenhandelaars nu nog verantwoordelijk houden voor de slavernij? En wie zijn 153 jaar later precies de slachtoffers?
“Het is lang geleden, dat klopt. Tegelijk moet je hier niet een al te academische kwestie van maken. Verantwoordelijkheid over de tijd heen is misschien een lastig begrip, maar het verleden werkt onmiskenbaar door in het heden.

“Nederland zou niet hetzelfde land zijn zonder slavernij; Amsterdam is er groot door geworden. Die grachtenpanden waar de toeristen zich aan vergapen: gebouwd met slavengeld. Daarvan profiteren de nazaten van de slavenhandelaars nog steeds. Het is te makkelijk om te doen alsof dat verleden jou niet aangaat.”

Antoin Deul was vier toen hij vanuit Paramaribo naar Amsterdam Oud-Zuid verhuisde. Zijn vader, een econoom, studeerde verder in Nederland. Als tiener nam Deul deel aan demonstraties tegen Apartheid. Hij studeerde technische scheikunde in Amsterdam en specialiseerde zich in waterbeheer. Hij zat enkele jaren in het partijbestuur van GroenLinks.

Hoe moeten die ‘reparations’ eruitzien?
“Ik hoef niet per se geld. ‘Reparations’ kunnen vele vormen krijgen. Erkenning, daar gaat het om. Dat er nooit excuses zijn gekomen is een open wond in de zwarte gemeenschap. Ik wil dat een actief en ambitieus beleid van herdenken. Open een nationaal museum over de slavernij, in combinatie met exposities over contemporaine zwarte kunst. Dat zou een mooie herstelbetaling zijn. Maak 1 juli een vrije dag voor iedere Nederlander, net als Bevrijdingsdag, en zorg dat op scholen rond 1 juli aandacht voor de slavernij is. Zet het monument voor de slavernij op een prominente plek, even zichtbaar als het monument op de Dam.

“Slavernij is niet iets wat alleen de Surinaamse gemeenschap betreft, het gaat ons allemaal aan. Dus moet ook de herdenking ervan een echt nationale aangelegenheid zijn. Bij het woord ‘keti koti’ kijkt de doorsnee Nederlander je met glazige ogen aan. Dat moet veranderen.”

Verwant nieuws;

Slavernij, wat is daar nou erg aan?

Trouw 26.06.2016 Aan schokkende verhalen is in een tijd van volksverhuizingen weinig gebrek, maar zelfs dan blijft het voor moderne Europeanen lastig te begrijpen dat mensen op hun eigen continent nog steeds leven onder omstandigheden die vergelijkbaar zijn met slavernij – of misschien moet je zeggen: opnieuw leven onder zulke omstandigheden.

Afgelopen zondag bracht ‘Nieuwsuur’ een reportage uit het Zuid-Italiaanse dorp Rosarno. Daar had de autochtone bevolking last van een grote groep uit Libië overgestoken Afrikaanse mannen, die volgens de inwoners dronken rondliepen, die – o gruwel – met hun handen aten en die bovendien, zo klaagde de burgemeester, niet in staat waren hun vuilnis te scheiden, terwijl de dorpelingen daarmee net zo goed op weg waren. En inderdaad: langs de weg lag een lelijke hoop plastic.

Twee euro per uur
Een gesprek met een paar van de Afrikaanse mannen om wie het ging, bracht de andere kant van het verhaal aan het licht. Een van hen, Lamin geheten, had eigenlijk naar Nederland gewild, maar kreeg geen toestemming. In Italië blijven mocht wel, maar dan alleen als hij een contract kon laten zien. En dat had hij: bij een door de maffia gerund landbouwbedrijf kon hij aan de slag – voor twee euro per uur. Niet genoeg om onderdak van te betalen. Met twee anderen woonde hij in een zelfgebouwde hut van plastic. Geen water, geen wc, alleen een matras. Zelf kon de jonge Afrikaan het niet anders zien dan als een vorm van slavernij.

In het dorp zagen ze dat anders. Geen woord over de beestachtige uitbuiting van deze jongemannen. Wel veel klachten over hun ‘beestachtige’ gedrag. Over plastic langs de weg.

Het leek me een typisch Europese reactie op slavernij. Op dit continent kán zoiets niet meer bestaan, in Italië (of Engeland, of Nederland) worden mensen niet op zo’n verschrikkelijke manier uitgebuit, dat is iets van het verleden dat ver achter ons ligt, óf het is iets wat gebeurt in verre landen zoals India of Pakistan, waar onze kleding wel onder vergelijkbare omstandigheden gemaakt schijnt te worden, maar zonder dat het ons zelfbeeld als beschaafd continent wezenlijk ondergraaft.

Ongelijkheid
Dat is het schokkende van de toestroom aan immigranten, ze brengen de wereldwijde ongelijkheid Europa binnen, ze peperen ons nog even in hoe rijk wij zijn en hoe weinig het ons kan schelen dat andere wereldburgers minder geluk hebben. Daarin lijken we misschien toch sterk op andere wereldburgers.

Met xenofobie of racisme heeft de weerzin tegen immigranten niet te maken, zeggen rechtspopulisten. Misschien komt die weerzin daar ook niet uit voort. Maar het is wél andersom: hun armoede, hun afhankelijkheid en het misbruik dat daaruit volgt en die via de immigranten hier binnendringt, leiden ertoe dat we zulke armoezaaiers wíllen beschouwen als ‘beesten’.

Dan hoeven we ons niet meer zo druk om hen te maken. Het moet dezelfde redenering geweest zijn waarmee Nederlanders de systematische slavernij waaraan zij hun rijkdom danken wisten te verenigen met een wereldbeeld dat ze zelf als christelijk en barmhartig beschouwden. Die slaven, die armoezaaiers, waren zelf een beetje minder beschaafd.

We willen keerzijde Gouden Eeuw niet zien

VK 07.06.2016 De donkere keerzijde van de Gouden Eeuw – WIC en VOC- zien wij liever niet te veel onder ogen.

Sylvana Simons heeft de nodige kritiek gekregen op haar besluit voor DENK de politiek in te gaan, vanwege het standpunt aangaande de Armeense genocide, die het Duitse parlement toevallig nu net officieel heeft erkend. Het DENK-taboe dat hier op de waarheid rust, vloeit voort uit de Turkse nationalistische ideeën waarmee de partij-oprichters zijn grootgebracht, zodat een openlijke erkenning van de Turkse schuld voor hun achterban te pijnlijk is.

Wij herinneren ons onze nationale heiligdommen graag onbevlekt

Die kritiek op Simons is zeker niet onterecht, maar opmerkelijk genoeg heeft dat niet geleid tot enige autochtone zelfreflectie over de omgang met ons eígen pijnlijk nationaal verleden. Want ook in ons geval moeten vaak gevoelige tenen aan ‘daders’-zijde worden gespaard. Dan bestaat de neiging om onwelgevallige aspecten te verdoezelen – inzake Vergangenheitsbewältigung kunnen wij van de Duitsers nog leren.

Dat betreft niet alleen de Tweede Wereldoorlog, die – het blijkt elke 4de mei opnieuw – in zekere zin buiten onze eigen geschiedenis is geplaatst, als een politieke natuurramp die ons van buitenaf is overkomen. Wie nu de koepel van de Rijksdag in Berlijn bezoekt, treft daar een grote fototentoonstelling over het gebruik van de Rijksdag aan, met ruime aandacht voor de nazi’s. In de Ridderzaal zal men een soortgelijk foto-overzicht waarin ook Seyss Inquart in het bijzijn van de hele Nederlandse ambtelijke top wordt getoond, vergeefs zoeken. Wij herinneren ons onze nationale heiligdommen graag onbevlekt.

Keerzijde Gouden Eeuw

Het VOC-gevoel roept op Java andere sentimenten wakker dan nostalgische ‘tempo-doeloe’-herinneringen

Vooral – en dat is vanwege alle kritiek op Simons’ wegkijken bij de Armenocide in combinatie met haar zwarte emancipatieagenda van belang – de keerzijde van de Gouden Eeuw, die wij vooral met Rembrandt associëren, zien wij liever niet te veel onder ogen. Daarbij gaat het vooral om wat zich laat samenvatten in de trefwoorden WIC (West-Indische Compagnie) en VOC (Vereenigde Oostindische Compagnie).

Het VOC-gevoel, dat premier Balkenende nog ter inspiratie aanprees, roept op Java andere sentimenten wakker dan nostalgische ‘tempo-doeloe’-herinneringen. Hoeveel staat er in onze schoolboeken over de bloedbaden die J.P. Coen en Van Heutsz – beiden ooit door de dankbare Nederlandse natie met een groots monument vereerd – aanrichtten? Toen enkele jaren geleden Colijns bijdrage daaraan door diens biograaf Herman Langeveld uit de doeken werd gedaan, leidde dat tot een storm van verontwaardiging: hier werd een heiligenstandbeeld neergehaald.

Het grootste taboe geldt nog steeds de neokoloniale heroveringspoging van Indonesië na 1945, waaraan veel politici met het oog op de luidruchtige lobby van Oud-Indisch-gasten lang hun vingers niet wilden branden. Het structureel gewelddadige karakter van het Nederlandse optreden wordt ook nu nog slechts schoorvoetend erkend. Elke keer als er een poging werd gedaan de zaak bij de naam te noemen stuitte dit op grote weerstand.

‘Politionele acties’

Nog in 1994 ging tijdens de Poncke Prince-affaire de VVD daarvoor al bij voorbaat op de knieën. De ingeburgerde term ‘politionele acties’ zegt in dit verband genoeg: het Indonesische onafhankelijkheidsstreven wordt daarmee niet als politiek vraagstuk gezien, maar als een politievraagstuk weggezet. Wij voerden ginds geen oorlog, wij handhaafden slechts de orde. Wel, de orde handhaven: dat deed de hertog van Alva indertijd ook.

Afgelopen najaar hield ik in Bronbeek een lezing over deze kwestie. Onder mijn gehoor bevond zich een oudere Javaanse dame, die schetste hoezeer haar vader, bediende in een koloniaal huishouden, het als vernedering had ervaren van een ander toilet gebruik te moeten maken. Nu zal dat ook in vooroorlogse Europese standensamenlevingen wel zijn voorgekomen, maar in de raciale standensamenleving in Nederlands-Indië, waar in de context van buitenlandse overheersing ras en stand samenvielen, wringt dat meer. Reactie van de dochter van een oud-koloniaal: U moet niet van alles een punt maken. Dat is kenmerkend voor het onvermogen van sommige blanke Nederlanders de wereld door een andere bril dan hun beperkte eigen te zien.

Slavenhandel

De transatlantische slavenhandel werd sterk door raciale vooroordelen gelegitimeerd

Dat brengt mij tot slot op de WIC-erfenis: de slavenhandel. Die was als zodanig geen typisch Europees verschijnsel, en evenmin per definitie raciaal getint. Dat laat onverlet dat de transatlantische versie uiteraard wél sterk door raciale vooroordelen werd gelegitimeerd. Het is opnieuw een smet op het eigen verleden, waarmee Nederland liever niet te veel wordt geconfronteerd, wat mede de boze reacties op Simons verklaart.

Nog Martin Sommer reageerde 21 mei afwijzend op de suggestie van hoogleraar Caribische geschiedenis Alex van Stipriaan om aan de slavernij evenveel aandacht te besteden als aan de Tweede Wereldoorlog, omdat dat laatste volgens Sommer toch belangrijker is. Dat is nog maar de vraag. Een land als de VS worstelt vandaag in elk geval veel meer met de gevolgen van het eerste dan van het tweede. En dat Nederland daar officieel minder mee worstelt, is misschien juist deel van het probleem. De Oorlog gaat om het leed dat anderen óns hier hebben aangedaan. De slavernij om het leed dat wij elders ánderen hebben aangedaan. Door meer oog te hebben voor het eerste dan het tweede onderscheiden wij ons niet wezenlijk van DENK.

Volg en lees meer over:  NEDERLAND  WETENSCHAP  OPINIE  GESCHIEDENIS

Actie op het Plein voor Nationale Herdenking Slavernijverleden

Den HaagFM 14.02.2015 Zondagmiddag is er op het Plein een demonstratie, met sprekers en entertainment, om te eisen dat de politiek werk gaat maken van de financiering van de Nationale Herdenking Slavernijverleden.

De actievoerders zijn boos dat de Nationale Herdenking Slavernijverleden in Amsterdam na dit jaar geen subsidie meer krijgt. Het herdenking kost 50.000 euro per jaar. …lees meer